đ Innovatiedenker Carlota Perez: âWe staan nu op het historisch moment in de tijd dat we de opportuniteit hebben onze toekomst vorm te gevenâ
Ze is bijna 80 en ze denkt er niet aan ooit met pensioen te gaan. De Venezolaans-Britse innovatiedenker Carlota Perez werkt nog steeds als consultant, is verbonden aan verschillende universiteiten en geeft nog wereldwijd lezingen. Ze verwierf bekendheid als auteur van Technological Revolutions and Financial Capital: the Dynamics of Bubbles and Golden Ages. En in lijn met de theorie die ze daarin uit de doeken doet, gelooft ze dat we aan de vooravond van een nieuwe gouden eeuw staan, met een leidende rol voor Europa: âEuropa kan nieuwe vormen ontwikkelen van duurzame architectuur, nieuwe biomaterialen voor divers gebruik, nieuw uitgevonden organisaties, manieren om voor ouderen te zorgen en uiteenlopende andere componenten, digitaal of niet, voor wat de nieuwe âsmart greenâ-levensstijl kan zijn.â
Carlota Perez gelooft dat we nu een gouden eeuw kunnen beleven als het potentieel van technologie wordt afgestemd op duurzame groei en totale wereldwijde ontwikkeling. Haar boodschap is de nood aan een actieve overheid die een beleidskader schept dat zowel voor bedrijven als de samenleving het beste uit de ICT-revolutie haalt.
Dat een nieuwe gouden eeuw lonkt, klinkt misschien gek als je kijkt naar de voortdurende staat van economische en maatschappelijke crisis waarin we verkeren. Maar crisis en recessie aan de vooravond van een gouden eeuw ligt volledig in lijn met de langegolftheorie van Carlota Perez die stelt dat technologisch-economische conjunctuurgolven volgens een vast patroon verlopen.
âHet is nu,â zo schrijft ze me, âsinds de Industriële revolutie van 1770 de vijfde keer dat kapitalisme het aanpassingsproces aan een nieuwe technologische revolutie doormaakt.â
Elke technologisch-economische golf kent vier periodes en begint met een nieuwe technologische revolutie die dan, met steun van investeringen en speculatief kapitaal in de ontwikkelingsperiode (installation) een paradigmawisseling forceert en de nieuwe leidende technologie en infrastructuur bekrachtigt.
Tot de zeepbel knapt (turning point) en uitmondt in een economische crisis, waarna de ontplooiingsperiode (deployment) volgt.
Door tussenkomst van de overheid wordt de technologie en infrastructuur dan volwassen en komt een gouden eeuw tot stand, waarin zowel bedrijven als de samenleving goed gedijen. Elke periode duurt gemiddeld zoân twintig tot dertig jaar.
Omslagpunt
De vijfde en huidige technologische revolutie is die van Informatie en CommunicatieTechnologie (ICT). Gestart in 1971 bracht die ons onder andere computers, internet en de smartphone. In die golf van de ICT-revolutie bevinden we ons volgens Carlotaâs theorie momenteel op het omslagpunt naar de gouden eeuw.
Carlota: âWe zijn exact op het omslagpunt tussen de ontwikkelings- en ontplooiingsperiode, vergelijkbaar met wat de jaren dertig van de vorige eeuw waren voor de vorige technologische revolutie, die van olie, autoâs en massaproductie.
We hebben de eerste decennia van verspreiding van de ICT-revolutie al achter de rug. Dat is wat ik de ontwikkelingsperiode (installation) noem. Wat nu kan volgen, is de gouden eeuw van de ontplooiingsperiode, waarin alle voordelen van de ICT-revolutie zich over de samenleving verspreiden.
Om tot dat punt te komen, moet de overheid de omstandigheden overwinnen die werkloosheid en ongelijkheid, samen met de populistische bewegingen en sociale onrust, brachten en die typerend zijn voor het omslagpunt.
We staan nu op het historisch moment in de tijd dat we de opportuniteit hebben onze toekomst vorm te geven. Er is een enorm technologisch potentieel dat in goede banen moet worden geleid om het een sociale en duurzame richting te geven. Dat is een socio-politieke keuze, net zoals het Sovjet-socialisme, het Nazi-fascisme en de Keynesiaanse democratieën de revolutie van massaproductie hebben vormgegeven.â
Derde financiële crash in de maak
In vergelijking met het omslagpunt in eerdere technologisch-economische golven valt op dat de gouden eeuw deze keer lang, al sinds het begin van dit millennium, op zich laat wachten.
Carlota: âDeze keer hebben we eigenlijk twee bubbels en twee crashes gehad. ICT heeft tot een wereldeconomie geleid, maar de NASDAQ-crash was niet genoeg om het omslagpunt te forceren. Daardoor hadden we een paar jaar later de welvaartsbubbel die uiteenspatte in de kredietcrisis van 2008.
Het huidige omslagpunt, een periode van crisis en recessie, duurt sinds de kredietcrisis van 2008 nu 10 jaar. Na de crash van 1929, hebben we 13 jaar en een oorlog gewacht op de opzet van een goed kader voor de naoorlogse gouden eeuw.
Misschien hebben we nog een derde financiële crisis nodig. Die is in de maak. Misschien moeten er eerst nog meer populisten aan de macht komen voordat democraten tot het inzicht komen dat ze de macht verliezen en serieus werk moeten maken van de redenen waarom populisten zoân grote aanhang vinden.â
Noodzaak staatsinterventie
Maar hoe is het mogelijk dat onze politieke leiders dat niet zien en begrijpen. Zeker in dit informatietijdperk. Dat ze een gerenommeerde en gerespecteerde reputatie heeft, leidt geen twijfel, maar hoe bekend is de langegolftheorie onder politici.
Carlota: âWel, weten dat een theorie bestaat, is één ding. Geloven dat die correct is en er naar handelen, is een ander. Yanis Varoufakis heeft verschillende manieren voorgesteld om uit de Griekse crisis te geraken, maar de belangen die speelden, stonden de toepassing ervan in de weg.
Toen John Mayard Keynes (Brits econoom, zijn theorie ligt aan de basis van de macro-economie - MV) begon te spreken over de noodzaak van staatsinterventie, was de overgrote meerderheid van de economen tegen.
En was Franklin D. Roosevelt er niet geweest, dan had het misschien nog veel langer geduurd om Keynesâ ideeën aan te nemen. Heel vaak wachten politici op de instemming van de mainstream-economen voordat ze durven handelen. Ze zijn bang om iets te doen en het fout te hebben. Om die blaam te ontlopen, doen ze liever niets.â
Democratie is te duur geworden
Of zijn onze huidige leiders gewoon niet bij machte om iets te doen? Kijk naar de schandalen rond belastingparadijzen en hoe bedrijven controle hebben over hoeveel belasting ze betalen: niemand durft ze te stoppen.
Carlota: âDat is, denk ik, nog niet gebeurd, omdat democratie te duur is geworden. Politici kunnen zelden verkiezingen winnen zonder astronomische bedragen uit te geven. Dat leidt ertoe dat de meerderheid van de politici compromissen moet sluiten, wat hen afhankelijk maakt van financiën en rijke weldoeners.
Daar bovenop komt het fenomeen dat onderdeel is van een alledaags patroon: de bubbels van de ontwikkelingsperiode worden gezien als bloei voortgebracht door onbelemmerde vrije markten. En dus willen politici terug naar âbusiness as usualâ. Ze durven niet in te grijpen en het overhoop te halen.
Tel daar bij op de heersende economische theorie die ook in het voordeel van vrije markten pleit en de complexiteit van huidige economieën die afhankelijk zijn van economen en je hebt het complete recept voor inactiviteit.
Keynes eindigde met het overtuigen van politici, maar hij zei dat zijn strijd vooral het overtuigen van zijn collega economen was. Gelukkig slaagde hij daarin. We hebben dus het equivalent van de Roosevelts en de Keynes van onze tijd nodig om de condities te bouwen voor een gouden eeuw van ICT.â
Vrij spel voor monopolisten
Maar ondertussen krijgen techgiganten Google, Facebook, Amazon en Apple wel vrij spel om hun monopoliepositie te verstevigen. Vertragen zij zo de ontplooiingsperiode en het aanbreken van een nieuwe gouden eeuw?
Carlota: âHet is typerend voor omslagpunten dat er nadat de bubbel uiteen is gespat monopolies en oligopolies opstaan. Feitelijk is dat één van de rollen die onbelemmerde concurrentie speelt tijdens de ontwikkelingsperiode.
Een technologische revolutie start als een groot experiment om de producten, technologieën en bedrijven die als winnaar uit de bus komen te definiëren. En doorgaans nemen de grote vissen na de crash de kleine vissen over, wat een andere manier is om verscheurende concurrentie te stoppen.
Zij zijn de groeimotoren. Joseph Schumpeter (Oostenrijks econoom op wiens gedachtegoed Carlotaâs theorie voortbouwt - MV). stelde dat overmatige concurrentie niet toelaat deftig te investeren in onderzoek en innovatie of in persoonlijke ontwikkeling.
Ontplooiing gaat over stabiele industriële structuren, wat vaak een gezonde mix van grote en kleine bedrijven in alle sectoren betekent. Daarin de juiste balans vinden, vraagt kennis, wijsheid en veel verbeelding. Regelgeving moet dat ondersteunen. Dat is één van de redenen waarom overheden moeten opstaan en elke onaanvaardbare vorm van monopolie aan banden moeten leggen of breken.
Maar dat moet op zoân manier gebeuren dat het innovatie en werkgelegenheid bevordert. En dat is het probleem. De weerstand tegen regelgeving is vandaag zo groot en geworteld in het feit dat heel veel bureaucratische vormen van controle ondernemen en innovatie juist eerder tegenhouden dan ondersteunen.â
Shift naar een duurzame levensstijl
Carlota pleit dan ook niet voor het einde van âgrootâ, het einde van âmassaâ is wat er volgens haar nodig is.
Carlota: âHet paradigma van de consumptiemaatschappij ging over homogeniteit van producten en levensstijlen. Het essentiële principe van dit paradigma van olie, autoâs en massaproductie is verkondigd door Henry Ford: âJe kunt elke kleur kiezen die je wilt, zolang het maar zwart isâ.
Het ging ook over formele arbeidsverdeling om door herhaling van simpele taken de productiviteit te verhogen. Daar ligt de oorsprong van de zware bureaucratieën die vandaag een wendbare verbeeldende overheid onmogelijk maken.
We moeten naar het nieuwe paradigma springen: ICT gaat over diversiteit en aanpassingsvermogen, over wendbare en creatieve organisaties. Productiviteit wordt bereikt door informatietechnologie te gebruiken om met complexe processen te dealen. We moeten een einde maken aan massa. Zelfs op politiek vlak moeten we eerder ijveren voor gelijkwaardige tevredenheid en gelijke kansen dan voor gelijkheid.
De verandering in levensstijl zal waarschijnlijk de verschuiving van een consumptiemaatschappij naar een duurzame samenleving betekenen. Met minder nadruk op bezit en fysieke goederen en veel meer nadruk op gezondheid, verse en voedzame voeding, creativiteit, ervaringen, communicatie, onderwijs en het vervullen van onze behoeften door gebruik: het delen of huren van diensten.
En zoals alle vorige keren veranderen de rijken, de hoger opgeleiden en de jongeren hun gewoontes al in die richting. De circulaire economie, energieverbruik en het reduceren van afval werpen hun vruchten af en trekken daardoor steeds meer bedrijven aan. Daarna verspreidt het zich over de rest van de samenleving.
Maar het proces gaat niet snel en gelijklopend genoeg. Dat ondersteunen met beleid is exact wat de rol van de overheid is. Door de trends die uit de nieuwe technologieën voortkomen en het meest waarschijnlijk de convergentie van innovatie en investeringen versterken te identificeren, kan de overheid beleid opstellen om actie in die richting te stimuleren.
Zo komen overheid, bedrijven en de samenleving tot samenwerking en wordt de gouden eeuw ontketend. En dan profiteert iedereen van gedeelde aanbieders en diensten, gedeelde vaardigheden en gemeenschappelijke consumentenverwachtingen. Zonder dat overwinnen de oude condities.â
Europa pionier âsmart greenâ way of life
Carlota: âVandaag streven de Chinezen en de Indiërs nog steeds naar de American way of life, die achterhaald en niet duurzaam is.
Ik geloof dat Europa pionier kan worden in het verspreiden van de nieuwe âsmart greenâ-levensstijl, die dan gradueel kan worden geëxporteerd naar de rest van de wereld. Dat zou het huwelijk zijn van digital en duurzaam in een circulaire economie.
Er is geen reden te bedenken waarom deze nieuwe types van producten en diensten niet even winstgevend zouden zijn, terwijl ze bovendien duurzaam zijn.
Het is waar dat de technologiereuzen zich nu voornamelijk in de VS bevinden, maar China heeft met AliBaba, Baido en Foxon zijn eigen giganten. En er zullen er nog komen. Maar het is een alledaagse misvatting te geloven dat nieuwe technologieën automatisch leiderschap verstrekken.
Als de VS geen samenhangend pad opgaat, een pad dat verder gaat dan het door de Silicon Valley-reuzen uitgestippelde pad, dan raken ze achterop. High tech en de overheid werken doelgericht, maar ze doen dit beiden zonder zich iets aan te trekken van zij die achterblijven.
Collectief welzijn is in de Europese cultuur verankerd. Het gaat er niet van uit dat mensen zichzelf maar moeten verweren. Bismarck zette aan het eind van de 19de eeuw al vangnetmaatregelen op, die in de vroege 20ste eeuw door heel Europa in verschillende vormen zijn overgenomen.
De meeste landen beschouwen gezondheidszorg als een mensenrecht en velen bieden nog altijd vrijwel gratis hoogwaardig universitair onderwijs aan. Hoe sterk ook de neoliberale economen de politiek en een groot deel van de pers domineren, de notie van mensenrechten, rechtvaardigheid, eerlijkheid en solidariteit zit diep in de Europese cultuur.
Europa kan nieuwe vormen ontwikkelen van duurzame architectuur, nieuwe biomaterialen voor divers gebruik, nieuw uitgevonden organisaties, manieren om voor ouderen te zorgen en uiteenlopende andere componenten, digitaal of niet, voor wat de nieuwe âsmart greenâ-levensstijl kan zijn.
Dat trekt investeerders aan om Europese landen als proeftuin te gebruiken voor zulke producten en diensten. Natuurlijk kunnen andere landen en regioâs dat ook, maar het zijn de roots van de levensstijlen en het beleid dat ze ondersteunt die het succes ervan bepalen.
De legitimatie van kapitalisme ligt in het garanderen dat de zoektocht naar rijkdom van enkelen leidt tot het voordeel voor velen. Om de verschuiving te doen slagen moet het dan ook een win-win zijn voor het bedrijfsleven en de samenleving: het moet tegelijkertijd zeer winstgevend zijn en de levenskwaliteit van de grote meerderheid verbeteren.â
Dit artikel publiceerde ik eerder al op Bloovi.