📖 🎧 Volgens businessfilosoof Jochanan Eynikel ligt er een opportuniteit voor bedrijven om de spirituele honger van mensen in te vullen
Kan een bedrijf een bron van betekenis zijn? Hoe evolueren we van bullshitjobs naar vervullende jobs? Levert het op om als bedrijf te investeren in persoonlijke zingeving? In zijn boek Check-In gaat Etion businessfilosoof Jochanan Eynikel op zoek naar zin en betekenis in bedrijven. Onze economie is op zoek naar betekenis, stelt Jochanan en er ligt volgens hem een opportuniteit voor organisaties om daar een rol in te spelen, Niet door de nieuwe kerken te zijn, wel door de spirituele honger van mensen in te vullen. Vanuit onderzoek naar wat leven en werk zinvol maakt, reikt de businessfilosoof bedrijven en organisaties bouwstenen aan om naast hun economisch en sociaal kapitaal ook hun spiritueel kapitaal te versterken. “Bedrijven moeten hun spiritueel kapitaal ontdekken door te kijken waar in de organisatie nu echt het vermogen ligt tot bezielen.”
🎧 Luisteren
Je kan het interview met Jochanan Eynikel ook hieronder beluisteren via Soundcloud of in je favoriete podcastapp zoals Spotify, Apple Podcasts en App Mind.
“De check-in”, zegt Jochanan Eynikel als ik hem vraag wat er op dit moment door zijn hoofd spookt. Spanning en onrust spookt er door het hoofd van de businessfilosoof van Etion, het forum voor geëngageerd ondernemen.
We spreken elkaar vlak voor een moment waarop de overheid nieuwe coronamaatregelen zal aankondigen en hij vraagt zich af wat er straks wel en niet gaat kunnen en de impact daarvan op Etion en op hemzelf.
Natuurlijk had ik Jochanan ook gewoon kunnen vragen hoe het met hem gaat. Hij had dan wellicht iets gezegd in de lijn van ça va. Dat komt volgens hem omdat we niet zo snel geneigd zijn ons bloot te geven.
Jochanan: “Een check-in doet helemaal het andere, We kennen het inchecken van luchthavens, hotels en festivals en dan is het iets oppervlakkigs.
Maar er is één ding essentieel aan een check-in: je moet er zijn. En door aanwezig te zijn wordt je verbonden met een groter geheel: je mag aan boord van het vliegtuig, je maakt deel uit van het festival.
Vandaag zie ik dat heel veel organisaties ook check-ins doen aan het begin van een vergadering. Niet als een administratieve registratie van wie er is, maar wie zit er hier aan tafel? Met welk gevoel? Met welke zaken die door zijn of haar hoofd spoken? Een check-in is dus in essentie een moment van verbinding.
Ik gebruik de check-in niet alleen als methodiek voor vergaderingen, maar als symbool voor zingeving in organisatiecontext of ruimer zelfs zingeving in economie.
Zingeving gaat in essentie over verbinding ervaren. Verbondenheid met de job, met de groep waarin je werkt en verbonden met het doel, de purpose, van de organisatie.
Ik denk dat organisaties meer check-in momenten moeten scheppen voor werknemers om zich verbonden te voelen met de organisatie en het doel van die organisatie.”
Window dressing
“Ik zie een verschuiving, en niet meer alleen in de marge, richting een duurzame betekenisvolle economie waarbij men inspeelt op meerdere behoeften dan alleen maar materiële behoeften”, gaat de businessfilosoof verder.
“Ik zie dat bedrijven zich bewust zijn van de verwevenheid met maatschappelijke evoluties. Verwevenheid zelfs met de natuur. Deze coronacrisis laat in essentie zien hoe afhankelijk we nog zijn van de natuur, van datgene wat we niet kunnen controleren.
Dat bewustzijn is er zeker nog niet voldoende en nog niet bij alle bedrijven, maar het is toch meer dan de evolutie die we eind jaren zeventig hebben gezien met een aantal pionierende bedrijven die het anders willen doen tegenover, ik zal maar zeggen, het gulzige kapitalisme dat toen opgang is gaan maken.
Er is vandaag bijna geen bedrijf meer dat op zijn minst niet zegt duurzaam te ondernemen. Nog te weinig doen het en er is nog teveel window dressing.
Maar zelfs bedrijven die omwille van window dressing allerlei waarden claimen en zich naar buiten toe in ethische zin als een goed bedrijf profileren, normaliseren mee dat dat hetgeen is wat van bedrijven verwacht wordt.
Als bedrijven zich vandaag voordoen als maatschappelijk verantwoord of duurzaam dan moet je de vraag stellen, zelfs als ze dat niet menen, waarom doen ze dat?
Dan wil het toch zeggen dat de consument daar wakker van ligt. Waarom doe je dat anders? Je moet daar kosten voor maken. Zelfs als het window dressing is met allerlei groene initiatieven moet je daar ook in investeren.
En dus moeten bedrijven hun doel op zijn minst gaan verruimen. Ik denk dat je winst niet kan wegnemen als doel. Het is toch een heel belangrijk middel om andere doelstellingen te realiseren. En dan zie je wel dat purpose, die meer maatschappelijke doelstelling van een bedrijf, aan belang wint.”
De onderstroom
Wat vaak aan goed bedoelde waarde-oefeningen en het definiëren van purpose ontbreekt, zo stelt Jochanan in Check-In, is de inbedding ervan in de zingevende onderstroom van de organisatie.
Jochanan: “Laat ons zeggen dat nogal wat waarde-oefeningen vertrekken vanuit de doelstelling: we moeten waarden definiëren. Terwijl ik vind dat dat de kers op de taart moet zijn.
Die waarden ontstaan bijna spontaan als je eerst mensen bij zichzelf brengt. Purpose is personal, als je niet begint bij de mensen in het bedrijf dan gaat die purpose volgens mij altijd zeer abstract zijn: je probeert iets te beschrijven dat zich vooral laat voelen.
Er moet een heel sterke verbondenheid zijn tussen het doel dat je als organisatie in de maatschappij wilt bereiken en de mensen in de organisatie. Als zij er niet intrinsiek in geloven dan gaat het ook nooit als authentiek overkomen.
Ik zou als bedrijf dus beginnen met luisteren naar de mensen in de organisatie. Waarom werk je hier? Wanneer ervaar je energie in je werk en wanneer niet? Uit die individuele verhalen haal je al snel een rode draad: dit is wat ons eigenlijk bezielt.
Het beeld van de onderstroom zijn de golven die je aan de oppervlakte ziet. Dat is het zichtbare. Dat kan je in organisaties vergelijken met het gedrag dat mensen stellen, de keuzes en de producten die gemaakt worden.
Dat wordt beïnvloed door het veel minder zichtbare, maar wel heel invloedrijke zoals de heersende overtuigingen in een organisatie. Die onderliggende overtuigingen, waarden en cultuur is wat ik de onderstroom noem.
En als je als organisatie iets fundamenteel wil veranderen in de bovenstroom dan ga je dat alleen maar kunnen realiseren als je naar die onderstroom durft kijken: hoe komt het dat men vandaag niet enthousiast is? Of waarom denk je dat er weinig enthousiasme is?
Dat vraagt een proces waarin mensen met voldoende psychologische veiligheid, met voldoende ruimte om kwetsbaar te zijn, kunnen vertellen hoe ze hun werk echt beleven.
En dan moet je in de ervaring duiken en niet in het definiëren van waarden en lijstjes opstellen. Die kunnen er daarna wel uitkomen rekening houdend met hoe mensen vandaag de organisatie beleven.
Waarden moeten gevoeld kunnen worden. Dat mensen niet bij alles moeten nadenken over wat zou ik nu moeten doen of wat zijn onze waarden? Het zit in de persoon zelf.”
Spiritueel kapitaal
Al vijftien jaar is Jochanan nu bezig met de spirituele en existentiële onderstroom in organisatiecontext. Na zijn studies ging hij aan de slag bij het SPES-forum dat werkt rond SPiritualiteit, Economie & Samenleving. Eerst als coördinator, later als directeur.
Vandaag is hij dus als businessfilosoof aan het forum voor geëngageerd ondernemen Etion verbonden. Lang heeft hij moeite gehad met de term spiritualiteit, maar meer en meer is hij gaan begrijpen dat het gewoon over ons gaat.
Jochanan: “We zijn als mens een betekenisgericht wezen. We hebben behoefte aan zingeving. En de bronnen van zingeving waren vroeger religieus ingevuld. Eigenlijk koos je daar niet voor, het was er gewoon.
Met het postmodernisme en het verdwijnen van de grote verhalen zijn mensen letterlijk op zoek moeten gaan naar nieuwe bronnen van zingeving. En die spirituele honger wordt vandaag onvoldoende ingevuld.
Ik denk dat er een opportuniteit ligt voor organisaties om daar een rol in te spelen, Niet door de nieuwe kerken te zijn, maar wel door die behoefte aan betekenis in te vullen en tegelijkertijd ook een economische opdracht te vervullen.”
Hij spreekt daarom in Check-In naast het economisch en sociaal kapitaal ook over het spiritueel kapitaal van organisaties: het vermogen van een bedrijf om mensen intrinsiek aan te spreken vanuit een zingevingsdynamiek speelt daar op in.
Jochanan: “Al sinds mijn tijd bij SPES worstel ik tussen mensen misschien afschrikken met die term en toch iets durven veranderen in ons taalgebruik. Door zaken niet uit de weg te gaan omdat ze misschien moeilijk vallen zoals in dit geval dat het als te zweverig wordt beschouwd.
De term zelf komt van Danah Zohar die het boek Spiritual Capital heeft geschreven. Dat vind ik, zeker in een economische context, een goede combinatie. De term ‘kapitaal’ sluit aan bij het economisch discours en is niet te zacht. In combinatie met ‘spiritualiteit’ dat als iets zacht wordt beschouwd, komen zingeving en zakelijkheid zo mooi samen als een soort yin en yang van de betekeniseconomie.
Bedrijven moeten hun spiritueel kapitaal ontdekken door te kijken waar in de organisatie nu echt het vermogen ligt tot bezielen. Maar zoals we net al hebben aangeraakt, dat spiritueel kapitaal vind je niet in je Excel-sheets. Daarvoor moet je eerst bij je mensen naar binnen kijken. En als je daar aan raakt, dan raak je aan een ongelofelijk krachtige bron van motivatie en inspiratie.”
Definities beperken, verhalen trekken iets open
Aan het eind van Check-In benadrukt Jochanan Eynikel het grote belang van verhalen voor dat spiritueel kapitaal.
Jochanan: “Verhalen zijn eigenlijk de kanalen waarin de verbinding tussen de bovenstroom en de onderstroom stroomt. Harari, toch een van de grote denkers van vandaag zegt dat wat ons mens zo uniek en machtig maakt ons vermogen tot het creëren van ficties is. Fictional realities noemt hij dat. Verhalen eigenlijk.
Van de verhalen die de mensen in de grotten in de prehistorie vertelden tot de verhalen die we vandaag delen op platforms zoals Re-story, ze creëren verbinding en betekenis. Een community noemen we dat vandaag.
Nu zoals ik gezegd heb, zijn de grote verhalen een beetje voorbij. We moeten vandaag veel meer naar de kleine verhalen kijken. Als je mensen vraagt naar een verhaal, zoals: wat geef jij je kinderen mee? Of: als je terugkijkt op je leven, wanneer was je het meest trots op wat je deed, op je werk of daarbuiten?
Dan gaan mensen gewoon kijken naar hun eigen leven, naar de ervaringen die ze daarin hadden en beginnen een verhaal te vertellen. Heel vaak loopt dat veel vlotter, dan dat je mensen vraagt naar een definitie. Definities beperken, verhalen trekken iets open, creëren een ervaring.
Ik geef in mijn boek het voorbeeld van de komiek Arnout Van den Bossche die een verhaal vertelt over PowerPoint. Er is een moment in die sketch dat hij aan het publiek vraagt: wat als Martin Luther King vandaag had geleefd en zijn verhaal via PowerPoint had gebracht? En iedereen begint te lachen.
Dat moment, eigenlijk heeft hij zijn grap nog niet verteld en iedereen kan het zich al voorstellen. Dat is wat verhalen doen. Verhalen creëren een mentale voorstelling.
In die zin hebben verhalen veel meer het vermogen om mensen te verbinden, dan wat we vaak in organisaties doen: informatie-overdracht, data en opdrachten geven.
Verhalen zijn een ontzettend belangrijk element in het vormgeven van nieuwe realiteiten. Het zijn verhalen die mensen inspireren. Met verhalen verbind je mensen intrinsiek.”
Check-In: op zoek naar zin en betekenis in bedrijven van Jochanan Eynikel is verschenen bij Lannoo Campus. Meer info & bestellen.
Een vraag voor je hier vertrekt
Wat ons interesseert is wat de Re-stories die we maken met jou doen!
Wat spookt er op dit moment door jouw hoofd?