Re-story

View Original

📖 Zelfdoding 
 De grote vlucht

Vandaag - 10 september - is het Werelddag Suïcidepreventie. Die vraagt aandacht voor zelfdoding en geestelijke gezondheidsproblemen. En dat is hoognodig!

Wereldwijd stapt elke dertig seconden iemand uit het leven. Elke dertig seconden een zelfdoding ...

Vanochtend om 08:15 zijn er al 1009 suicides meldt Worldometer dat in real time statistieken bijhoudt. Dit jaar al 741.162.

Schrik je daarvan?

Jaarlijks sterven meer mensen door zelfmoord dan door oorlog, terrorisme of moord.

In België is zelfdoding de nummer 1 doodsoorzaak bij jongeren en volwassenen. En toch is het nauwelijks een onderwerp van gesprek in de media. Ook in onze directe omgeving mijden we het onderwerp.

In dit verhaal zijn foto’s opgenomen uit het boek (Un)expected van fotograaf Peter Dekens (2016, The Eriskay Connection) met een voorwoord van Dirk De Wachter. In het boek veel foto’s van woningen in West-Vlaanderen met gesloten rolluiken. Voor mij symboliseren die gesloten rolluiken de taboesfeer rond zelfmoord en het verborgen houden van (psychische) problemen. 
Peter, zo vertelt hij me aan de telefoon, geven die gesloten rolluiken een triest gevoel. Hij vindt ze koud en ze stralen voor hem uit dat het leven hier stopt. Ook esthetisch gruwt hij ervan, hij vergelijkt de witte vlakken met het dode zwarte vlak van een televisie. 
De zelfmoord van zijn moeder en later een vriend waren voor hem de aanleiding om dit boek te maken. “Dat was emotioneel zwaar en ik ben iemand die snel weent. Maar het maken van het boek voelde ook louterend, toen het er was voelde ik me lichter”, vertelde hij me over die periode.

Laat ik beginnen met je vertellen waarom ik dit verhaal breng.

Het was zelfmoord.
Zelfmoord, dat was het.
Mama is voor de trein gesprongen.
Ik kan het bijna niet geloven.
Dag.

Dat zegt documentairemaakster Milou Gevers bij de start van Waarom bleef je niet voor mij? waarin ze met vier kinderen praat over alles waar niemand over durft te beginnen. 

“Deze film had ik willen zien nadat mijn moeder uit het leven stapte”, zegt ze er zelf over. De vragen van Milou zijn direct, de antwoorden van  Rebekka, Stef, Hessel en Annabel eerlijk, pijnlijk en kwetsbaar. Ze zijn niet zielig, Milou toont vooral hun veerkracht.

Ze grijpen me direct naar de strot, die beginwoorden, omdat het ook de mijne zouden kunnen zijn. Het is veel langer geleden. Het was 1 april 1980 toen mijn moeder, Tiny, door een trein werd meegenomen. zij was 32 jaar, ik 9.

Ze had na mijn geboorte een postnatale depressie gekregen en was in een psychiatrisch ziekenhuis opgenomen. Dat wist ik niet. Mijn vader vertelde het me toen ze was overleden. 

De vraag waar ik mee zat, was niet ‘Waarom bleef je niet voor mij?’. Ik vroeg en vraag me soms nog af: had je het ook gedaan als je me wel had gekend? Wat, bedenk ik me nu ik het schrijf, misschien toch dezelfde vraag is. En ik dacht: je gaf me het leven, maar mijn geboorte nam uiteindelijk het jouwe. 

Docu ‘Waarom bleef je niet voor mij?’van Milou Gevers - Human

Zelfmoordgolf onder economieprofessoren

Het was bij het nagesprek na dit interview met economieprofessor Rudy Aernoudt dat hij me attendeerde op een zelfmoordgolf onder zijn collega’s. Daar is (te) weinig ruchtbaarheid aan gegeven, vindt Rudy. 

Wat ik kan terugvinden als het om die zelfmoordgolf gaat, is een kort bericht van 26 juli 2020 op de website Future of Capitalism waar onder de titel ‘Sombere wetenschap’ is te lezen dat economiejournalist David Warsh (op zich een betrouwbare bron) meldt dat de 41-jarige Emmanuel Farhi van Harvard University zichzelf van het leven heeft beroofd. 

In een artikel op Econospeak Is the latest apparent economist suicide a sign: ‘Economics is a disaster’? wordt echter aangegeven dat er geen bronnen zijn die bevestigen dat Fahri’s dood zelfmoord is.

De dood van Fahri is na de bevestigde suicides van Alan Krueger (59) van Princeton University, Martin Weitzman (77) net als Farhi van Harvard, en William ‘Bill’ Sandholm (50) van de University of Wisconsin wel de vierde dood van een prominente econoom in een jaar tijd. 

En ook over de dood van de nog jonge antropoloog David Graeber, die met zijn werk over bullshit jobs ook een grote naam in de economiewereld werd, hangt een waas. Tot zijn dood was hij hoogleraar aan de London School of Economics.

“Allemaal grote namen in de economiewereld en stuk voor stuk mensen die baanbrekend werk hebben verricht”, schrijft Rudy Aernoudt me later  in een e-mail. 

Allen deden elk op hun eigen manier aan kwantitatief onderzoek en modellering om met een economische crisis om te gaan. Kreuger via inkomens, Sandholm met game theory, Fahri door regelgeving en Weitzman met het vermijden van stagflatie (een situatie waarin de inflatie hoog is, de economische groei vertraagt, en de werkloosheid steeds hoog blijft).

Alle vier waren ze politiek adviseur, Krueger van Barack Obama, Weitzman van het IMF, Sandholm van het Amerikaanse leger en Fahri van de Franse president en naamgenoot Emmanuel Macron. Allemaal zijn ze overladen met prestigieuze prijzen en gaven les aan prestigieuze universiteiten.  

Ze voldoen daarmee aan het ideaalbeeld van de selfmade man zoals psychiater Dirk De Wachter dat ziet: succesvol, ambitieus, gezond, sterk, onafhankelijk, hard, en altijd meteen wetend wat hij wil. Met dat ideaalbeeld, zo zegt hij, kwam ook meteen het idee dat je beter geen onzekerheid toont. 

Wat werd deze succesvolle mannen dan fataal? “Frustreerde het hen dat een noodlottig virus nooit een parameter was voor onderzoek rond economische crises?”, vraagt Rudy Aernoudt zich af.

Falen

Maar dat falen ziet psychiater Dirk De Wachter elke dag in zijn praktijk: “Succesvolle mensen die voor hun realisaties overal worden geprezen, komen bij mij uithuilen over hun verdrietige leven”, vertelt hij in een interview met Trends Knack

Het ideaalbeeld van succes en het achterwege laten van het tonen van onzekerheid zorgt ook voor een taboe op het bespreekbaar maken van mentale gezondheid en psychische klachten. En al helemaal van suïcidale gedachten. 

Ook als het over suïcidepreventie gaat is het motto nog altijd zoveel mogelijk over zelfdoding te zwijgen uit angst mensen op ideeën te brengen en copycatgedrag aan te wakkeren. 

Wellicht is het daarom ook zo lastig om meer informatie en duidelijkheid te krijgen over de overlijdens van de genoemde economieprofessoren. Er wordt vooral over gezwegen.

Op zich is dat niet verwonderlijk, omdat zelfmoord samenhangt met de neiging om weinig te praten over psychische moeilijkheden. Het taboe rond psychisch lijden is groot. En juist daar schuilt een gevaar met al drie lockdowns achter de rug en een verwachte vierde coronagolf half oktober in het vooruitzicht.

Zelfdoding is dus nog altijd een onderwerp waarover niet echt gepraat mag worden. En daarom ga ik dat met dit verhaal wel doen. Eerder trok ik ook al eens aan de bel en kreeg veel reacties op een opiniestuk bij de VRT dat in 2019 eveneens op Werelddag Suïcidepreventie verscheen: Als de Zelfmoordlijn het aantal oproepen niet meer aankan, spreekt dat boekdelen, overal lopen mensen vast

In 2020 zal het aantal zelfdodingen tot 1,5 miljoen mensen per jaar zijn gestegen, was toen de verwachting. Ik besluit, aangemoedigd door Rudy, om er ruchtbaarheid aan te geven. 

Dat doen was een heel proces, ik verzamelde veel informatie en las veel. Ik moest dit verhaal lange tijd laten liggen vooraleer ik me klaar voelde om het te schrijven en ben dan met verschillende mensen gaan praten.

Jean-Louis Coppers en Marc Vande Gucht, twee vaders die elk een kind verloren door zelfdoding en daarna een initiatief zijn gestart om suïcide te voorkomen, theatermaakster Jozefien Mombaerts en fotograaf Peter Dekens die met hun werk het taboe op zelfmoord willen doorbreken en integraal evolutiepsycholoog Egidius Musiek over de spiegel die zelfdoding ons als maatschappij voorhoudt.

Uit (Un)expected van Peter Dekens (2016, The Eriskay Connection)
Peter over deze foto: “Hannah (links) en Mira. Hannah heeft net als haar moeder enkele maanden geleden zelfmoord gepleegd.

Jean-Louis Coppers - Hey hoe gaat het?

Rudy Aernoudt brengt me in contact met Jean-Louis Coppers die na de zelfdoding van zijn zoon Benoit (22) in 2016 de vzw Tout bien is gestart en waaruit onder andere het bewustwordingsinitiatief ‘Hey hoe gaat het?’ is voortgekomen. 

Jean-Louis beaamt dat er een taboe rust op zelfdoding. Dat wil hij doorbeken door suïcidale gedachten bespreekbaar te maken, aan suïcidepreventie te doen om zo te voorkomen dat nog meer jongeren suïcide als enige uitweg voor hun problemen zien en ervoor te zorgen dat de omgeving signalen opmerkt.

Jean-Louis die me ontvangt in de lounge van kredietverzekeraar Crion, het bedrijf waarvan hij de CEO is, wil in de eerste plaats weten waarom ik het woord ‘zelfmoord’ gebruik.
Zelfmoord, zelfdoding, suïcide het zijn allemaal synoniemen, zeg ik. Zelfmoord wordt het vaakst gebruikt.

Hij heeft het liever over zelfdoding. Hij vindt zelfmoord heel hard. Zelfmoord is volgens hem “meer de jongens die in Zaventem aan het koord van hun vest trekken”. Zelfdoding is een zachtere term voor mensen, zoals zijn zoon, die bewust of onbewust ervoor kiezen om uit het leven te stappen.

Peter Dekens: “Toen ik Kris zag in deze periode was het slechts enkele maanden geleden dat haar zoon Ward gestorven was. Ze was heel fragiel en emotioneel kon ze het heel moeilijk aan.”

De statistieken
Voordat ik Jean-Louis ontmoet, had ik hem al eens telefonisch gesproken op zoek naar recente zelfmoordcijfers voor België. Die zijn er niet, zei hij toen. En nog altijd niet, zegt hij als ik tegenover hem zit.

Jean-Louis: “We hebben nu corona en krijgen dagelijks de cijfers up-to-date, maar voor zelfdodingen kan men dat zogezegd niet. De laatste statistieken dateren van 2017 en zijn achterhaald.

In Europa is een procedure waarbij artsen die een zelfdoding vaststellen daar melding van moeten maken in een Europese database, waardoor de cijfers voor Europa behoorlijk juist zijn. Je moet mij dus niet zeggen dat het zo lang duurt om statistieken te maken.” 

Wat hij weet is het volgende: “In Vlaanderen zit je met 21 zelfdodingen per week, waarvan drie tot vier op het spoor. Dat is heel veel. Van het totaal aantal zelfdodingen ligt het percentage bij zestigplussers rond de 25%.

Bij jongeren tussen de 15 en 25 jaar ligt dat percentage rond 20-22% en daarmee haalt België de twaalfde plaats op de wereldranglijst en zelfs de zevende plaats bij meisjes. De zwaarst getroffen beroepen zijn de politie en artsen, met name anesthesisten.

Het doel dat minister Jo Vandeurzen voor het VLESP in 2012 stelde was om in twee legislaturen tegen 2020 het aantal zelfdodingen met 20% te verminderen. In een rapport van het VLESP van eind 2018 zag ik cijfers die tonen dat er op dat moment door het gevoerde beleid al 21% vermindering zou zijn gerealiseerd.

Maar zoals Churchill zei: ‘ik geloof alleen in de statistieken die ik zelf heb gemanipuleerd’. We zijn met die statistieken aan de slag gegaan en wat blijkt? 

Ze hebben in 2014 de cijfers voor jongeren van 18 tot en met 25 jaar gemeten en in 2017 het aantal van 15 tot 25 jaar. Je verbreedt dus je basis en uiteraard waren de statistieken beter. 

Maar iedereen die vandaag bij zelfdoding betrokken is, voelt in zijn kleine en zijn dikke teen dat die cijfers anders zijn en hoger liggen dan dan dat ze daarvoor waren. Dat is duidelijk.”

Luis in de pels
In die statistieken van 2017 zit ook zijn zoon Benoit, die in 2015 op 22-jarige leeftijd uit het leven stapte. Zijn dood kwam voor zijn ouders als een donderslag bij heldere hemel.

Jean-Louis: “Het was een leuke jongen, op zijn begrafenis waren 1200 mensen, dus je kan niet zeggen dat hij een eenzaat was. We zagen dat niet aankomen. Niks gezien, niks gevoeld en poef het was daar.”

Het initiatief ‘Hey hoe gaat het?’ en de vzw Tout Bien is zijn manier om het verlies van zijn zoon een plaats te geven en te proberen een steen te verleggen in het verhaal van zelfdoding. 

In de Raad van Bestuur zetelen naast hemzelf ook Child Focus CEO Heidi De Pauw en psychiater Dirk De Wachter. Daarnaast heeft de vzw een jongerenraad en de bestuurders luisteren vooral naar wat de jongeren daarin naar voor brengen over wat hun leeftijdsgenoten zien en voelen.

De vzw zet heel concrete hands-on initiatieven op en wil daarnaast een luis in de pels van de politiek zijn: “We willen de pijnpunten aankaarten en de druk op de politiek houden zodat het beleid wordt verbeterd, anders gaat het niet vooruit. We zijn echt wel ambetante jongens op dat vlak”, bekent hij.

Zo heeft Jean-Louis een duidelijke mening over de Zelfmoordlijn, een telefonische hulplijn van de Vlaamse overheid voor al wie met zelfmoordgedachten worstelt: “De vrijwilligers doen hun best maar de daadkracht en efficiëntie is ver zoek. Mensen zeggen mij: ‘Die Zelfmoordlijn is die dood?’ Er zijn mensen die daar vijftien keer naartoe bellen en geen antwoord krijgen.

En als je met jongeren praat, is het eerste wat ze zeggen: als ik problemen heb, ga ik niet bellen. Dat is een andere cultuur, jongeren willen chatten. 

Dan zegt de Zelfmoordlijn: bij ons kan je chatten. 

Ja, je kan chatten, maar weet je wanneer? Van maandag tot donderdag van 18:30 tot 22:00 uur en op vrijdag, zaterdag en zondag van 17:00 uur tot middernacht. Dus als je van plan bent uit het leven te stappen, wacht dan tot dat moment, dan kan je chatten. Zo werkt het natuurlijk niet.”

Memorandum
Met het ingediende memorandum ‘Preventie van Zelfdoding 2019-2024’ wil de vzw Tout Bien beleidsmakers inspireren en motiveren met concrete aanbevelingen die de suïcidepreventie op korte en lange termijn kan verhogen. Alle politieke partijen, behalve het Vlaams Belang, hebben hen uitgenodigd om erover te komen praten. 

Jean-Louis: “In het memorandum hebben we een tienpuntenplan neergelegd, onder andere met een permanente chatfunctie voor de Zelfmoordlijn. Ook de bereikbaarheid via telefoon en e-mail moet beter. 

We stellen voor studenten psychopedagogie, artsen in opleiding, verpleegkundigen, maatschappelijk werkers en studenten in te schakelen in die chatfunctie. Zo kan je de chat 24 uur per dag, 7 dagen per week, 365 dagen per jaar bemannen. 

Dat voorstel komt dan via de minister uiteindelijk bij het Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie (VLESP), de beleidscel van de minister en dan duurt het een maand of vier voordat je antwoord krijgt. Het voorstel werd afgebrand, want wat ga je doen als studenten examens of verlof hebben? Allemaal uitvluchten om het niet te doen.

Volgens psychiaters Dirk De Wachter en Peter Adriaenssens leiden we in België studenten teveel op in een labosituatie. Die chatfunctie is een schitterend idee om ze daaruit te halen. In Nederland bestaat die chatfunctie wel en hebben ze genoeg vrijwilligers gevonden door er voor studenten studiepunten aan te verbinden.

In Vlaanderen was de reactie dat ze de collega's van Nederland een keer zouden uitnodigen en er een studie over zouden lanceren. Ik zei: ‘heel deze ruimte zit vol met studies. Stop ermee, dat kost stukken van mensen en die studies worden toch onder het stof geklasseerd. Er gebeurt niks mee. Het punt dat ik wil maken, is dat je ziet hoe laks het beleid is.” 

Kopiëren van de Chinezen
Een ander initiatief van ‘Hey hoe gaat het?’ pikte Jean-Louis Coppers op in China en werd vertaald naar een Belgische context.

Jean-Louis: “Je hebt over de Yangtze-rivier een brug die heel suïcidegevoelig is. Daar zijn 7 dagen per week, 24 uur per dag vrijwilligers actief die op brommertjes over de brug rijden en mensen aanspreken, er een koffie mee gaan drinken en over hun problemen praten.

Ik vroeg me af wat we bij ons met dat idee konden doen. We zijn ons dan gaan toeleggen op de cijfers van Infrabel. de beheerder van het spoornetwerk. Die heeft perfecte statistieken en kent de hotspots, bruggen en stations, waar in België veel zelfdodingen gebeuren. Ze weten hoe lang een persoon die suïcidaal is gemiddeld rondloopt in een station, hoe zijn gedrag is ... Ze weten alles. 

We hebben dan een hackathon georganiseerd met een groep enthousiaste jongeren. Die kwamen met het voorstel om twee meter van de reling van de brug een zachte blauwe streep op de grond te trekken, ‘reclameboodschappen’ op de grond te plaatsen en een bankje met wat planten om tot rust te komen. 

We stellen dat voor aan Infrabel en dan komt er een ‘ja, maar’. Voor die blauwe lijn op de brug moesten we toestemming vragen aan de NMBS omdat die brug hun eigendom is. En als je die bank daar wil zetten, moet je toestemming vragen aan de stad of de gemeente. Wij zijn eigenlijk maar bevoegd vanaf het niet verharde gedeelte. 

Ook aan het VLESP hebben we advies gevraagd en die hebben dat weer afgebrand. Het was statistisch niet relevant, omdat er maar vier zelfdodingen per jaar zijn op dat spoor. Voor mij is elke zelfdoding statistisch relevant.”

Uit (Un)expected van Peter Dekens (2016, The Eriskay Connection)
Peter schrijft in het fotoboek bij de reeks over José, die haar geadopteerde zoon Steven verloor dat ze altijd als ze de trein neem de plek passeert waar Steven uit het leven stapte. Dit emotioneert haar iedere keer weer.

Jozefien Mombaerts - Een pleidooi voor zelfmoord

Een pleidooi voor zelfmoord is de voorstelling van theatermaker Jozefien Mombaerts. Jozefien studeerde in 2018 af als regisseur/docent aan de Toneelacademie in Maastricht. Ze is gefascineerd door wat verstopt zit, verborgen wordt, wat niet gezegd wordt of waar niet naar (om)gekeken wordt. Een pleidooi voor zelfmoord is haar theaterdebuut. 

We zitten samen aan de tuintafel op het terras van haar huis aan de Schelde in Destelbergen en ze vertelt dat ze als kind al vroeg de gedachte had dat ze dood wou. 

Tegenover me zit een goedlachse jonge vrouw in de bloei van haar leven die, zo zegt ze, gaandeweg strategieën heeft gecreëerd om met het leven om te gaan.

Jozefien: “Ik vroeg me als kind al af waarom de dingen zijn zoals ze zijn. Ik zou ze graag anders doen, maar dat ging precies niet. Het gevoel dat het systeem zo dwingend is en ik daarin niet functioneerde, terwijl ik dat wel graag wou, maakte dat ik vaak op een muur botste. Mijn oplossing was dan altijd: dan moet ik dood.

Op den duur was dat zo een gewone gedachte dat ik het heb kunnen omschakelen naar iets dat mij troostte. Ik dacht: als ik het anders doe, het niet werkt of ik het niet kan, dan kan ik altijd nog dood. Het werd een soort puzzel in mijn hoofd waarbij ik een constante flirt had met de dood. De doodsgedachte werd een vriend van me.

Pas later ontdekte ik dat mensen het niet ok vonden dat ik dat soort dialogen in mijn hoofd had. En werd ik bang dat ze me zouden opsluiten in de psychiatrie. Ik ben daar dan stage gaan lopen om te kijken hoe het daar is ... Het is een vreselijke plek waar je niet terecht wil komen. Het is niet helend, het is niet wat ik nodig zou hebben als ik crash.” 

Provocatie
Omdat de doodsgedachte zo normaal voor haar was, zag de actrice  aanvankelijk ook de provocatie van de titel van haar voorstelling niet.

Jozefien: “Ik had echt een blinde vlek, omdat ik al zo lang met die gedachte leef. Ik bedoelde eigenlijk ‘een pleidooi voor het toelaten van de zelfmoordgedachte’, maar dat is geen goede titel. 

Voor mij klonk het geweldig. Het is pas door gesprekken aan te gaan met theaters en de mensen die ik vroeg me te helpen dat ik merkte dat ze dat niet wilden door die titel. Mensen vonden het een slechte titel en wilden er niets mee te maken hebben. 

Toen ben ik er pas over gaan nadenken. Ik had zonder het te beseffen het taboe aangeraakt. Maar hoe meer ik erover nadacht, hoe meer ik ervan overtuigd was: dit is echt de titel. Ik vind dat de maatschappij heel erg worstelt met de vraag hoe ze mensen die afhaken of met vragen zitten kan opvangen of helpen. In die zin houdt ze dus een pleidooi voor zelfmoord.

We hebben geen goed werkend opvangsysteem als je faalt. Ik vind de psychiatrie geen goed alternatief. We hebben echt nog een lange weg te gaan in hoe we zorg dragen voor mensen die uit de boot vallen zowel in armoede als bij psychisch lijden en op veel andere vlakken. Dus vind ik gevoelsmatig dat er een pleidooi voor zelfmoord wordt gevoerd.

Ik denk dat de voorstelling zelf allesbehalve provocerend is. Het gaat voor mij over echt met elkaar in verbinding gaan en kwetsbaar zijn. Echt kwetsbaar. Op de theaterschool zeggen ze: ‘hier kan je falen’, totdat je het doet en dan ben je gebuisd. Je kan in de maatschappij van vandaag niet echt kwetsbaar zijn. Dat is waar ik naar wil zoeken.”

Taalkunde
Net als Jean-Louis Coppers het mij vroeg, vraag ik Jozefien waarom ze het woord zelfmoord gebruikt. En niet zelfdoding of suïcide?

Jozefien: “Ik heb taalkunde gestudeerd en begrijp wat een woord doet. Net daarom. Het is heel heftig, je vermoordt jezelf en je wordt daarnaartoe geduwd. 

Het is niet ‘ik ga op mijn gemak doodgaan’. Nee je doet iets heftigs tegenover jezelf en dat doe je niet zomaar. De daad zelf kan impulsief zijn, maar de weg ernaartoe is dat niet. Je denkt niet op een dag: ik ga mezelf vermoorden. 

Heel veel mensen die iemand hebben verloren aan zelfmoord kiezen ervoor het zelfdoding te noemen, omdat dat het behapbaarder maakt en de feiten verzacht en zo makkelijker aanvaardbaar maakt. En dat begrijp ik.

Bij zelfdoding wordt die heel heftige emotie verzacht, terwijl ik juist wil dat we met die heel heftige emotie leren omgaan. De feiten zijn niet zachtaardig, misschien moeten we net die wreedheid aangaan, omarmen en ernaar kijken om er iets aan te doen. Waarom kunnen we het leven niet aangaan met al die heftigheid daarbij? Kiezen voor het woord ‘zelfdoding’ is opnieuw kiezen voor de taboesfeer.”

Triggers
Jozefien moet het voor haar voorstelling ook met de cijfers van 2017 doen. ‘In Vlaanderen overleden 1.051 mensen ten gevolge van suïcide. Televisie en kranten rapporteren bewust niet over zelfmoord, omdat dat een trigger zou kunnen zijn’ vertelt ze in de voorstelling. 

Net als de voorstelling van Jozefien kan dit verhaal dat je nu leest een trigger zijn. Het VLESP ontwikkelde dan ook richtlijnen voor journalisten om over zelfmoord te communiceren. 

Jozefien kreeg daags voor de première van Een pleidooi voor zelfmoord een e-mail van het VLESP met zaken die ze niet mocht zeggen of werden afgeraden. 

“De dag voor de première. Ik heb geen aanpassingen gedaan. Ik ben meermaals met ze in gesprek gegaan en heb hen uitgenodigd op try-outs”, zegt ze. 

Volgens Jozefien maken die richtlijnen het ook heel moeilijk om op een alternatieve manier iets rond de thematiek van zelfmoord te doen. Ze vindt het VLESP op een bepaalde manier taboebevestigend.

Jozefien: “Het laatavondjournaal is bij me geweest om een reportage te maken over zelfdoding. Er was een meisje van 14 dat zelfmoord had gepleegd de dag voor de première en ze wilden iets doen rond die thematiek. 

Ik heb interviews gedaan, maar 's avonds kreeg ik een berichtje dat de reportage niet doorging, omdat het niet mag van het VLESP. We mogen dat niet op televisie brengen. Als de VRT een hele reportage maakt en ze zenden die niet uit omdat het VLESP adviseert om het niet te doen, dan zijn ze machtig. 

Zij kunnen blijkbaar bepalen wat wel of niet op televisie komt. Ik was echt gechoqueerd. Ze zorgen ervoor dat zelfmoord in de taboesfeer blijft, want er kan kennelijk niet openlijk op alternatieve manieren over worden gesproken. 

Allemaal vanuit de angst dat het iemand zou triggeren en je dan verantwoordelijk wordt gesteld. Die verantwoordelijkheid moet je opnemen als suïcidepreventiedienst.

Ik ben ervan overtuigd dat aantal hele simpele keuzes de cijfers echt kunnen doen dalen. Ik begrijp niet dat die keuzes niet worden gemaakt. Ik begrijp bijvoorbeeld niet dat de suïcidepreventiedienst ervoor kiest om op scholen workshops niet over zelfdoding te laten gaan, maar over draagkracht. 

Als je het over draagkracht hebt en ik ben een kind met zelfmoordgedachten dan heb ik die draagkracht niet. Dat versterkt het gevoel dat je het niet kan. We zijn vaak al bezig met de oplossing zonder het probleem concreet op tafel te leggen, deftig te bespreken en bij wijze van spreken te normaliseren. 

Waarom hebben we het niet gewoon over zelfmoord? Wat is zelfmoord? Hoe komt het dat je die gedachten hebt? Hoe voelt dat en wat wil je daarmee doen? Hoe zie je dat voor je? Wat denk je dat impact ervan zou zijn voor je omgeving? Denk je dat er nog mensen zijn die zelfmoordgedachten hebben? Dat zijn de vragen die volgens mij echt aan bod moeten komen.”

De gedachten die bij Jozefien als kind door haar hoofd spookten, doen me denken aan deze foto uit (Un)expected van Peter Dekens (2016, The Eriskay Connection). Over deze foto, die persoonlijk dicht bij hem komt, zegt Peter: “Deze haak werd door mijn vader in het tuinhuis bevestigd. Als de ruzies tussen mijn ouders uit de hand zouden lopen was dit voor hem een manier om te kunnen vluchten. Het is andersom uitgedraaid. Toen mijn vader op 15 november tijdens een hevige ruzie de helft van de living kapot sloeg en vertrok, vertelde hij mijn moeder dat hij zelfmoord ging plegen. Mijn moeder geloofde hem en raakte in paniek. Ze wilde niet alleen achterblijven en verhing zich in huis.”

Marc Vande Gucht - GavoorGeluk

Preventie bij jongeren staat hoog op de agenda. Marc Vande Gucht die in 2003 na de zelfdoding van zijn dochter Joke (20) samen met Jan Toye, wiens zoon Christoph op 21-jarige leeftijd uit het leven stapte, het fonds GavoorGeluk oprichtte, zet ook in op het mentaal welbevinden van heel jonge kinderen.

Vanuit het idee ‘erover praten helpt’ introduceerde GavoorGeluk Warme William. Warme William is een blauwe beer op een bank met een open arm. Als je met iets zit, kan je bij hem gaan zitten en erover praten. 

“Expressie voorkomt depressie. Meer praten is minder prozac”, vat Marc het idee achter Warme William kernachtig samen.

En die zachte beer met zijn open arm werkt heel goed bij kleuters. Maar de beer staat ook symbool voor iemand van vlees en bloed die écht naar je luistert. Iemand die je uitnodigt om te vertellen wat er scheelt. 

“Het is tweeërlei,” zegt Marc, “Een Warme William biedt een luisterend oor, maar het geeft ook aan dat je durft zeggen: ‘ik heb nood aan een babbel’.

Sinds 2007 is in de Verenigde Staten in een decennium tijd het zelfmoordcijfer onder jongeren tussen 10 en 17 jaar meer dan verdubbeld. Wall Street Journal maakte een reportage over Herriman High School in Utah waar in een jaar tijd zes studenten uit het leven stapten. Het belangrijkste punt dat ouders, jongeren en hulpverleners in deze negen minuten durende reportage benadrukken is het gemis van een Warme William, iemand die luistert, iemand om je gevoelens bij te uiten.

Warme scholen
Naast Warme William zijn er de Warme scholen. Scholen waar welbevinden en betrokkenheid centraal staan en die de basisbehoefte van kinderen aan erkenning, affectie, veiligheid en duidelijkheid vervullen. Omdat naast de nadruk die in het onderwijs op cognitieve kennis ligt het op school en daarbuiten goed in je vel zitten van gigantisch belang is voor de toekomst van kinderen. ‘Jong geleerd is oud gedaan’ leerde Marc Vande Gucht van jeugdpsychiater Peter Adriaenssens.

Marc: “Al op jonge leeftijd je gevoelens kunnen toelaten en een veilige en geborgen plek hebben om die te uiten zijn van cruciaal belang om respectloos gedrag te herkennen en er tegenin te gaan.” 

Alles blijft nazinderen
Vijftien jaar na de dood van zijn dochter Joke schreef Marc Vande Gucht Alles blijft nazinderen. Een hartverscheurend boek om te lezen kan ik je vertellen. 

Dat emoties, ook in het omgaan met iemand die een kind verliest door zelfdoding, moeilijk bespreekbaar zijn, merkte Marc ook toen hij na een maand afwezigheid weer terugkwam op het werk. Hij was toen directeur.

Marc: ““Slechts drie van de 500 medewerkers durfden het aan om in mijn kantoor eens spontaan te komen zeggen: ‘Marc, ik kom je condoleren’. Dat zegt iets. Dat zegt veel. 

En ik zeg niet dat ze daar in de wachtrij moesten staan, maar het ontwijkgedrag is zo groot omdat we niet vertrouwd zijn met het praten over emoties. We weten niet wat te zeggen en wat dan gezegd wordt is er meestal naast. 

Het zal wel overgaan. Ik kan u garanderen dat dat nooit overgaat, ook nu niet. Ik heb mijn dochter verloren, een hele tijd geleden, maar het is precies gisteren. Dat zit nu op mijn netvlies. En ‘Gaat het?’ is nog zo’n dooddoener: hoe kan het ooit nog gaan zoals voorheen?” 

Praat over emoties, is het devies van Marc. “Het is niet erg om eens stil te staan, het is niet erg om te zeggen: ‘het gaat niet vandaag’. Ik vind dat de kiem van een cultuur.” 

Collega in hoofd en hart
In zijn nieuwe boek Collega in hoofd en hart dat Marc samen met Geert Serneels schreef wordt het principe van Warme William en Warme school doorgetrokken naar de werkvloer.

Ook voor veel bedrijven is en blijft het mentale welzijn van werknemers een heikel punt, stelt Marc, die er trots op is dat hij dankzij het boek nu ook aan tafel zit bij het schrijven van het Vlaams Actieplan Suïcidepreventie 2021-2028.

Collega in hoofd en hart reikt leidinggevenden praktische handvatten aan om de verantwoordelijkheid op te nemen en bij te dragen tot een warme en dynamische werkomgeving.

Marc: “Een goede relatie tussen leidinggevende en werknemers is de basis voor een veilige, waarderende en ondersteunende werkomgeving. Het gaat over de mindset van de baas: is die open en transparant? Kan de leidinggevende met zijn mensen over mentaal welzijn praten? Is hij of zij een coach, een mentor in plaats van een old-school-top-down-ik-ben-de-baas baas.

De top van een bedrijf zou een stichtend voorbeeld moeten zijn. Daar ontstaat de cultuur van een onderneming. De cultuur van een organisatie zit in de missie, visie en strategie en wie draagt die het meest uit? Dat zijn zij aan de top, hun impact is gigantisch. 

We starten binnenkort samen met Voka, VBO, IDEWE en het VLESP met een pilootproject om aan suïcidepreventie op de werkvloer te doen. Ik heb vijftien jaar geleden al aan de Raad van Bestuur van Mensura gezegd dat het 5 voor 12 is en gevraagd of het niet eens tijd werd dat de arbeidsgeneeskunde zich naast arbeidsongevallen ook ging bezighouden met het emotioneel welbevinden. Ze durfden niet. Nu komt dat in orde.”

Het is twaalf uur
En dat is hoognodig vindt Marc want het is geen vijf voor twaalf meer. Geen twee voor twaalf. Het is twaalf uur. We staan er met z’n allen naar te kijken en wachten 
 Waarom eigenlijk?

Marc: “De perverse blanco cheque die de stilzwijgende meerderheid soms geeft aan een bullebak is destructief. Iedereen weet dat als er een bullebak of een narcist is, de zwakke van de groep - althans dat wordt zo gezien - weer de volle laag gaat krijgen.

En de meerderheid stopt zich weg achter zijn scherm. Bukt zich als de bullebak doorkomt. Maar dan is er ook wel degelijk iemand stuk aan het gaan.

En ik ben niet van het type om er niks over te zeggen. Bij een wantoestand kan ik niet zwijgen. Ik kan het niet meer. Ik zou het vroeger misschien gedaan hebben, want dan ben je er vanaf, maar ik vind dat een beetje laf. 

Wij hebben een missie, maar dat is wel duidelijk, vermoed ik. We weten waarom we het doen en als we alle dagen een beetje winst maken - warme winst, geen geld - dan is dat een bijdrage aan de samenleving. 

Iedereen heeft potentieel. Iedereen heeft recht op een portie geestelijk welzijn en een portie geluk. Er zijn er velen die door omstandigheden waar ze geen schuld aan hebben niet eens dat doosje met die portie te zien krijgen. 

Degene die hier zijn doosje, zijn portie geluk niet te zien krijgt een strohalm aanreiken zodat hij of zij een stapje kan zetten en er misschien een lichtje gaat branden, dat noem ik warme winst.

Dat is een virus installeren: ons bekommeren om de anderen. Er is nog een weg te gaan, maar ik ga eraan timmeren.”

Uit (Un)expected van Peter Dekens (2016, The Eriskay Connection)
Peter vertelt over deze foto: “Ward werd obsessief verliefd op een heteroseksuele jongen. Een periode van ziekelijke aanbidding volgde en Ward raakte verstrikt in zijn eigen wereld. Hij praatte niet meer met de mensen om hem heen. Uiteindelijk stortte hij in waarna hij wekelijks een psycholoog en een psychiater bezocht.
Toen Ward die ochtend naar school vertrok, vertelde hij aan zijn moeder Kris (foto) dat hij zelfmoordgedachten had. Kris wil diezelfde dag nog met hem naar de dokter. Ward zou echter nooit op school aankomen.”

Egidius Musiek - Evolutiepsychologie

In de evolutiepsychologie wordt naar suïcidaal gedrag en zelfmoord gekeken vanuit de universele wetmatigheden die inzicht geven in de levensmechanismen van de mens. Het doorgronden van het universele plan geeft je duidelijkheid over jouw evolutieproces. Dit individuele levensplan maakt een selectie welke informatie voor jouw leven het belangrijkste zal worden om de evolutie verder te zetten. 

“Eerst en vooral vind ik”, zegt Egidius Musiek die aan de Ignoramus Academie in Hasselt integrale evolutiepsychologie doceert - een opleiding die ik zelf ook volg-  “zelfmoord een compleet misplaatst woord. Het heeft niks met moord te maken, het is een 'vlucht uit het leven'. Zelfdoding vind ik een gepaster woord.  

Iemand met suïcidale gedachten wil iets laten sterven in zijn leven. Maar wat wil je dan laten sterven? Zelfdoding is niet zomaar een beslissing van ‘vijf minuten geleden had ik het nog niet en nu, een minuut voor twaalf, heb ik het wel’.  

Signalen
Het belangrijkste uitgangspunt in de evolutiepsychologie is dan ook dat zelfdoding een onderdeel is van een heel proces dat al lang van tevoren aan de gang is.  

Dat proces wordt heel langzaam opgebouwd en daarbij is zelfdoding een van de eindstadia waarvoor je kan kiezen. Als je met suïcidale gedachten kampt, heeft dat volgens de evolutiepsychologie een boodschap voor jou. Moet je voor een volgend leven gaan? Nee, je kan nu een ‘nieuw’ leven beginnen.  

Nu in de coronatijd is er een angstpsychose en mensen weten niet meer waar naartoe. Ik zie veel mensen van tussen de dertig en veertig jaar die zeggen: ‘ik wil weg’. Zelfdoding is hetzelfde: ik wil weg. Ze willen naar de Pyreneeën, de Dordogne, de Ardennen ... Dat is een signaal waar je op moet letten: waarvan wil jij weg? Wat wil je laten sterven? 

Er is veel te weinig aandacht voor de signalen onderweg naar zelfdoding. Iedereen draaft maar door en blijft zijn masker ophouden tot het absoluut niet meer kan. Het is pas wanneer het aan de orde is dat men gaat zoeken naar signalen.  

En dan terugkijkend zie je misschien de eerste signalen. Dat kan dan benoemd worden als een depressie, een dip, een slechte dag of nu heel actueel een burn-out. Maar je volvreten als compensatie of je te pletter sporten tot je er haast bij neervalt zijn ook signalen.  

Alle extremiteiten zijn compensatiegedrag: te veel sporten, te veel eten, te veel drinken, te veel roken, te veel seks ... Het kan allemaal niet op en het moet allemaal heel veel zijn. Altijd. Het zijn signalen die duidelijk maken dat het op zijn minst gezegd vierkant draait. 

Wat ik nu veel zie bij jonge mensen is 'freeze'. Dat is de kleine dood. Ze schakelen zich helemaal af en zijn er helemaal niet meer bij. Dat is de yinne versie. De yange versie, de andere route, is extreme woede. Maar het zijn allebei voorstadia van een vraag: ik wil iets niet meer hebben in mijn leven. 

Wat is de betekenis van die signalen? Niemand is meer met de betekenis van de dingen bezig. Dan moet je aan de pillen en kom je nooit aan het proces toe waarvoor de signalen zijn.  

En onze hele wereld barst van de signalen. Alles wat je tegenkomt is informatie. Het is geen klein bosbrandje en overstrominkje meer, het is serieus. De natuur geeft ook vluchtsignalen en dan krijg je dat mooie liedje van Jenny Arean en Frans Halsema:  'Vluchten kan niet meer'...

Vluchten kan niet meer, heeft geen enkele zin
Vluchten kan niet meer, 'k zou niet weten waarin
Hoe ver moet je gaan
In zaken of werk, of in discipline
In Yin of in Yang of in heroïne
In status en auto en geld verdienen
Hoever moet je gaan
Vluchten kan niet meer

En dus neem je de grote vlucht.  

Voelwereld
Zelfdoding gebeurt het meest bij yinne mensen (feminien, hart, voelen en zijn) omdat zij veel prikkelgevoeliger zijn. En prikkels vliegen je vandaag om de oren en als je geen innerlijke kern hebt die dat een beetje kan opvangen of wegfilteren, dan heb je niks om op te steunen, omdat je de leegte van die voelwereld hebt. 

Dat is de grote spiegel. Het is de voelwereld. Men praat over doen of niet doen, slagen of niet slagen. Maar het is net de voelinteractie die weg is, omdat mensen niet meer weten hoe hun voelwereld uit te drukken.  

Kijk naar de cijfers, het gaat over een heel groot maatschappelijk en mondiaal gegeven. Wat nu allemaal speelt, kunnen we gewoon niet meer hanteren en toch draait alles maar verder. Iedereen moet mee, het keurslijf is heel dwingend.  

Als je geen sterke mentale kracht hebt om te zien en begrijpen wat in de wereld gebeurt - en wie heeft dat wel met zo'n extremiteiten - is dat een bedreiging. Bedreiging geeft angst en angst zet alle onderdelen van je psyche op losse schroeven. 

Maar als je een beetje gezond verstand gebruikt, dan denk je: waar is de wereld naartoe aan het gaan? België heeft een van de hoogste zelfmoordcijfers. Spanning, druk en angsten zijn hier het hoogst en veel van die processen zijn al heel lang aan de gang.  

Zelfdoding staat voor de meest gestelde vraag van wat mensen vanuit hun binnenwereld willen vragen: hoor mij, kijk naar mij, geef mij waarde, geef mij een waardevol leven ... 

Er kan niet geteld worden wat echt telt. Meten is weten, zegt men, maar je kan niet meten wat echt telt. Dat is de meest fundamentele vraag die in zelfdoding zit voor de hele mensheid.  

Het is een vraag naar gezondheid, naar een fijne opvoeding, naar een fijn leven met alles wat nodig is - niet met zo'n grote overvloed die ons eigenlijk vernietigt -, naar fijn wonen, naar een fijne gemeenschap, naar hartsverbinding. Dat zijn de titels van de grote vragen die gekoppeld zijn aan zelfdoding.”

Uit (Un)expected van Peter Dekens (2016, The Eriskay Connection)
Dit is wat Peter me over deze foto vertelde: “Hanne zit naast de boom die ze maandenlang heeft bezocht om dichtbij Ime te zijn. Ime heeft zich op een koude winternacht aan deze boom verhangen nadat hij in paniek raakte over hun relatie.”

Depressiegolf en zelfmoordklimaat

En nu met corona neemt de graad van verstoring enkel maar toe. De kans is groot dat de coronacrisis tot meer suïcidale gedachten en pogingen leidt, zo verwacht Derek de Beurs, deskundige suïcidepreventie van het Nederlandse Trimbos-instituut. 

"Het is eigenlijk onvermijdelijk. We zien het elke crisis, of het nu de financiële crisis is van 2008, of de SARS uitbraak in 2002. Na de start van de financiële crisis steeg het aantal suïcides in Nederland met vijf procent per jaar, een trend die pas in 2013 gestopt is. De stijging was voornamelijk toe te schrijven aan suïcides onder mannen van middelbare leeftijd.", zei hij in een interview met Omroep Zeeland.

In tijden van crisis stijgt het aantal suïcides in welvarende landen het hardst. "We zijn in shock en niet gewend om ons zo enorm aan te passen. Ook zijn westerse landen vaker individualistisch ingesteld, waardoor mensen zich sneller alleen voelen."

Het instituut onderzoekt en deelt kennis rond mentale gezondheid en ziet vooral in de leeftijdscategorie van 20 tot 35 jaar een toename van het aantal psychische klachten: slaapproblemen, angsten, depressies en eenzaamheid. 

Ook psychiater Dirk De Wachter heeft al van in het begin van de coronacrisis gezegd dat hij en zijn collega’s door het gebrek aan verbinding straks veel overwerk gaan hebben. Zo is toch zijn aanvoelen vertelde hij in dit interview op Re-story

Dirk: “Daar is ook veel kritiek op geweest, maar dat is mijn aanvoelen. Uit de Verenigde Staten, China en stilletjes aan ook uit Europa komen wetenschappelijke analyses die aantonen dat stress, angst, depressie en middelengebruik significant toenemen.

Dan denk ik: daar moeten we toch op bedacht zijn. Het is een gegeven, dus dan hoop ik dat we kunnen nadenken over de geestelijke gezondheidszorg die toch de afgelopen decennia altijd een klein beetje het stiefkindje van de gezondheidszorg is geweest.”

En in april van dit jaar trokken kinder- en jeugdpsychiaters aan de alarmbel omdat ze over kop dreigen te gaan. Uit een bevraging van de Vlaamse Vereniging voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie (VVK) bij 607 Vlaamse artsen gaf 85% van hen aan dat ze minderjarigen op een wachtlijst moesten plaatsen. 

Door de coronacrisis zijn hun wachtlijsten enkel nog maar langer geworden en 23.749 Vlaamse minderjarigen zouden van hulp verstoken blijven.

Ook Franse psychiaters zeggen dat ze geconfronteerd worden met een ‘depressiegolf’ die ongekend groot is, meldt Le Figaro. Het angstcijfer onder de Fransen is verdubbeld sinds de eerste coronalockdown. 

Een enquête van de Jean Jaurès-stichting, die tegen de Socialistische Partij aanleunt,  wijst op een krachtig zelfmoordklimaat. Volgens die studie loopt 20% van de Fransen, 13 miljoen mensen, met zelfmoordgedachten rond.

En de kritiek sluit aan bij de woorden van Dirk De Wachter: zoals altijd, is suïcidepreventie het stiefkindje van de gezondheidszorg.

“Als het over het coronavirus gaat, is het leven van onschatbare waarde en moet er alles aan worden gedaan om levens te redden. Medische logica geneest lichamen, maar negeert zielen. De beademingsmaskers worden geteld, terwijl de psychisch verstikten in stilte moeten lijden”, zegt filosoof Damien Le Guay in Le Figaro.

Het kan wél anders

In ‘Geschiedenis van de mentale doorbraak: een terugblik vanuit 2050’, schetst Kees Kraaijeveld op LinkedIn een beeld van hoe de mentale vooruitgang eruit kan zien in 2050 en tegen dan tot stand is gekomen.

Waar de Vlaamse kinder- en jeugdpsychiaters minister Frank Vandenbroucke om een Marshallplan vragen om de historische achterstand goed te maken en aangeven  minstens 2,5%, nu 0,36%, van het federale gezondheidszorgbudget nodig te hebben, pleit Kees Kraaijeveld voor een Deltaplan Mentale Vooruitgang.

Zoals Jozefien Mombaerts en Marc Vande Gucht aangeven hebben we daar echt nog een lange weg te gaan, maar we kunnen allemaal ons steentje bijdragen door te beginnen met aandacht te hebben en een luisterend oor te bieden. “We moeten terug naar een samenleving met aandacht voor elkaar”, zegt actrice Barbara Sarafian, de meter van ‘Hey hoe gaat het?’. Iedereen Warme William.

Wie vragen heeft rond zelfdoding, kan terecht op de zelfmoordlijn via het gratis nummer 1813 of op www.zelfmoord1813.be

Meer informatie

Het initiatief ‘Hey hoe gaat het?’ van Jean-Louis Coppers.

Meer info over en speellijst van de voorstelling Een pleidooi voor zelfmoord van Jozefien Mombaerts vind je bij Kopergietery.

Het initiatief Fonds GavoorGeluk van Marc Vande Gucht.

Meer over Egidius Musiek en Ignoramus Academie

Het kunstboek (Un)expected van Peter Dekens is uitverkocht. Maar hij werkt nu aan een ander complex maatschappelijk thema: ‘Tics’. Bij mensen met het syndroom van Gilles de la Tourette bijvoorbeeld resulteren sociale angst en prestatiedruk tot veel onrust en een verheviging van hun tics. Naast een boek waarvoor Peter binnenkort bij Voor de kunst een crowdfunding start komt er een docu, video-installatie en expositie. Hier kan je een trailer kijken en je aanmelden om op de hoogte te blijven.  
Meer over (het werk van) Peter Dekens op zijn website.