Re-story

View Original

📖 Helen van collectief trauma: mensen moeten hun verstand verliezen en bij zinnen komen

We leven in een turbulente tijd: corona, klimaatverandering, toenemende ongelijkheid ... En ook wij worden uit elkaar gerukt: onrust en agitatie, maar ook verlamming en verstarring nemen hand over hand toe. Wat gebeurt er toch met ons? Hoe komen we hier uit? Evolutionair kunstenaar Sven Van Echelpoel — de man die een boom wil zijn — is gefascineerd door de polariteit heelheid/trauma en onderzoekt in dit verhaal, geïnspireerd door het boek Helen van collectief trauma van Thomas Hübl, met woord en beeld hoe collectief trauma ervoor zal blijven zorgen dat ons verleden onze toekomst blijft totdat we ons collectief trauma helen. 

Iedereen die aan een andere, betere wereld werkt, botst vroeg of laat op het fenomeen mens. Die lijkt namelijk behoorlijk lak te hebben aan de omwentelingen die zo onomstotelijk noodzakelijk lijken. 

We hoeven niet veel verder te kijken dan de wanhoop die ons stilaan overmant omdat we collectief niet slagen een adequaat antwoord te formuleren op de door onszelf veroorzaakte verhitting van de planeet.

Waarom doen we in hemelsnaam niets?
Waarom is er geen universele paniek?
Waarom stormen we blind op de afgrond af?
Versnellen we zelfs nog?

We zoeken vaak een verklaring in de ‘aard des menschens’. We zouden egoïstisch en hebberig zijn. Vervelende bruten. Of gewoon kortzichtig en dom. En ook onnatuurlijk: een virus, of zelfs een kanker, een plaag voor deze wereld. Zo totaal anders dan alle andere levensvormen, die wel slagen om in harmonie, of toch minstens in evenwicht met elkaar, te leven.

De werkelijkheid is echter schokkender en hoopvoller tegelijk. 

Eerder dan dat het onze verdorven natuur zou zijn, is het ons verleden dat ons weerhoudt om ons anders te gaan gedragen.

We zijn namelijk een collectief getraumatiseerde soort.

Trauma tast gevoel van veiligheid, bedding en gedragenheid aan

De meesten denken bij het woord ‘trauma’  automatisch aan overweldigende ervaringen: verkeersongelukken, overvallen of verkrachtingen. Of nog groter: oorlogen en natuurrampen. Dingen die gebeurd zijn.

Wat weinigen weten is dat de dingen die (aanhoudend) niet gebeurd zijn net zo’n traumatiserende impact kunnen hebben.
Geen veiligheid of geborgenheid gekend hebben.
Geen affectie gekend hebben. Niet of nauwelijks aangeraakt en gekoesterd zijn.
Geen vrije uitdrukking hebben mogen geven aan je emoties of behoeften.
Geen interesse in je innerlijke wereld en bestaan gekend hebben.
Geen grenzen mogen hebben, of niet boos hebben mogen zijn.

De eerste vorm van trauma — dat wat gebeurd is — wordt shocktrauma genoemd. De tweede — dat wat chronisch niet gebeurd is, wat we in onze opvoeding gemist hebben — wordt ontwikkelingstrauma genoemd. 

En trauma heeft verstrekkende gevolgen.

Het is in staat om het zenuwstelsel te veranderen door het gevoeliger en reactiever te maken. Of juist slomer en doffer. Het beïnvloedt hoe we herinneringen opslaan en weer bovenhalen. Het zorgt ervoor dat onze inschatting van gevaar ontwricht raakt: we kunnen roekeloos of net heel schichtig worden. We worden sneller getriggerd en handelen automatisch, vanuit een overlevingsimpuls.

Kortom: ons gevoel van veiligheid, van bedding en gedragenheid, wordt door trauma in mindere of meerdere mate aangetast.

Wanneer je iets overweldigends overkomen is, en het ingrijpende sporen nalaat, dan is het niet moeilijk om de link te leggen tussen je pijn of angst en de oorzaak ervan.

Echter, wanneer je enkel maar dingen gemist hebt, ben je je vaak onbewust van de pijn die je meedraagt. Je hebt de wereld nooit anders ervaren — zo werkt hij nu eenmaal, is de overtuiging die je dan gevormd hebt.

En, net zoals bij shocktrauma kan ontwikkelingstrauma je veilige bedding onderuit halen.

Zonder een vroege veilige bedding kan je capaciteit tot hechting flink beschadigd geraken. Je kan achterblijven met een verminderd vermogen tot het herkennen van eigen emoties, behoeften en grenzen. Wat je dan weer belemmert bij het inleven in de wereld van anderen.

Gebrekkige emotieregulatie, verminderde stresstolerantie en impulscontrole, aandachts- en leermoeilijkheiden, impact op je beoordelingsvermogen, abstract redeneren en het maken van langetermijnplannen, taalachterstand, moeilijkheden met het initiëren en voltooien van opdrachten en doelen, lage eigenwaarde, buitensporige schaamte en een negatief of verstoord lichaamsbeeld — de impact op de ontwikkeling van kinderen die ontwikkelingstrauma hebben meegemaakt is enorm.

En het stopt niet bij deze psychische, emotionele en gedragsproblemen. Een groeiend aantal studies leggen de sterke link bloot tussen vrijwel alle grote aandoeningen — hart- en vaatziekten, kanker en auto-immuunziekten — en ongeadresseerde chronische ‘toxische stress’.

De Adverse Childhood Experience-studie, de grootste volksgezondheidstudie waar niemand ooit over gehoord heeft, bracht eind jaren negentig al aan het licht dat twee op de drie mensen ten minste één chronisch traumatiserende gebeurtenis in de kindertijd hebben meegemaakt. En een op de zes zelfs minstens vier!

Onderzoek naar ontwikkelingstrauma bracht aan het licht dat vrijwel iedereen in mindere of meerdere mate moeite heeft met belichaming en bestaansrecht.

Dit zijn ontwikkelingsdoelen die een boreling in de eerste maanden dient te volbrengen, maar dit enkel kan in een omgeving waar de symbiose tussen moeder en haar pasgeborene veilig kan overgaan in een thuiskomen in de wereld.

En slechts de helft van de mensen is veilig gehecht. Dit wil overigens niet zeggen dat ze verder vrij van trauma zijn. Enkel dat hun verwondingen onbelemmerd hechten niet in de weg staan.

Kortom, trauma heeft een grote impact op hoe we in de wereld staan en hoe we ons, individueel en collectief gedragen.

Als dit gedrag los wordt gezien van de (diepe) oorsprong ervan, spreekt de Amerikaanse traumatherapeut en mensenrechtenactivist Resmaa Menakem van gedecontextualiseerd trauma.

Hij drukt dit als volgt uit: trauma gedecontextualiseerd in een persoon ziet eruit als persoonlijkheid. Trauma in een gezin lijkt het op een familietrekje. Trauma in een volk lijkt op cultuur.

Dat wat we zien als de menselijke aard is heel vaak dus niet meer dan een veruitwendiging van innerlijke wonden. Alle gedrag is communicatie: meer dan dat het iets over de persoon, familie of volk zegt, belicht het de omstandigheden die mensen in hun leven getrotseerd hebben.

Weemoedig - Sven Van Echelpoel (Oost-Indische inkt, bister en hard pastelkrijt op papier, 70 x 100 cm)

Vertrokken - Sven Van Echelpoel (Oost-Indische inkt, Ecoline, bister en hard pastelkrijt op papier, 70 x 100 cm)

Het verleden dat de toekomst blijft

In zijn boek Helen van collectief trauma gaat Thomas Hübl dieper in op het culturele aspect van trauma. Zorgvuldig laat hij zien dat het niet de menselijke aard is waar we zo tegenaan lijken te lopen, maar de matrix van trauma waarin we met z’n allen ingebed zijn.

Collectief trauma is het aggregaat en amalgaam van, en het substraat onder alle individuele shock- en ontwikkelingstrauma’s in een samenleving. Niet geadresseerd wordt het van generatie op generatie doorgegeven tot een generatie aan de heling ervan begint.

Overduidelijke voorbeelden van collectief trauma zijn de holocaust, de slavernij van zwarte Afrikanen in de Amerika’s en de Palestijnse kwestie.

Maar ook wij in Europa, en bij uitbreiding de gehele ontwikkelde en zich ontwikkelende wereld, zijn nog bezig de grote oorlogen, de industrialisering en zowat de gehele opgeschreven geschiedenis uit te zweten.

Interessant is dat Hübl, als mysticus, zowel het mystieke als het modern wetenschappelijke verhaal brengt. 

Mystieke tradities spreken van karma, een verstoring van de goddelijke energie die door ons stroomt die hersteld moet worden.

Wetenschappers hebben het onder andere over epigenetische veranderingen en overlevingsstijlen. In beide gevallen gaat het over informatie over een gebeurtenis uit het verleden die in het heden nog een plek moet krijgen, die nog verwerkt moet worden.

Of, zoals Hübl het uitdrukt: het verleden dat de toekomst blijft.

Intergenerationeel en historisch trauma

Thomas Hübl onderscheidt twee soorten, of lagen, van collectief trauma. De eerste laag is die van het intergenerationeel trauma. Dit is het trauma dat in families van de ene aan de andere generatie wordt doorgegeven via een (gedeeltelijk) disfunctionele familiecultuur en/of epigenetische overerving. 

Families kunnen zo generaties lang dit overgeërfd of voorouderlijk trauma doorgeven. Kinderen erven vaak de armoede, het risico op mishandeling en de kwetsbaarheid voor geestelijke en fysieke aandoeningen van hun ouders. Ze kunnen ook net zoveel hinder ondervinden bij het creëren van een zinvol leven.

Een laag erboven vinden we het historisch trauma. Hübl omschrijft dit als ‘een complex en collectief trauma dat door de tijd en generaties heen ervaren wordt door een groep mensen die een bepaalde identiteit, verwantschap of situatie delen’. Het wordt dus gedeeld door een groot aantal families en leden van een grotere culturele groep.

De geschiedenis kent een schier eindeloze reeks voorbeelden van historisch trauma: de kruistochten, de genocide, gedwongen migratie en culturele uitroeiing van First Nations-volkeren, het tot slaaf maken van Afrikanen in Noord- en Zuid-Amerika, de Holocaust, de moorddadige onderdrukking en uitbuiting van de bevolking in Belgisch Congo, de Armeense, Rwandese en Cambodjaanse genocide en talloze anderen.

Influencer - Sven Van Echelpoel (Oost-Indische inkt, Ecoline en hard pastelkrijt op papier, 100 x 70 cm)

Sociale media maakt trauma zichtbaar

We zijn dus overduidelijk een getraumatiseerde soort. En dit laat sporen na. Sporen die in onze wereld almaar scherper afgetekend worden.

Dit is misschien nergens duidelijker zichtbaar dan op de sociale media. Eerder dan dat ze ons dichter bij elkaar brengt, wat de toevoeging ‘sociale’ doet vermoeden, drijft het ons steeds verder uit elkaar.

De polarisatie neemt toe. Op deze platformen lijken we enkel nog in staat om met gesloten ogen en vingers in de oren naar elkaar te schreeuwen dat de ander fout is, of dwaas en gevaarlijk. 

Tolerantie voor andere meningen is er ondertussen bijna een archaïsche vaardigheid geworden. Iets wat onze grootouders nog konden, zoals sommen maken op een leisteen.

Hübls grote inzicht in zijn boek Helen van collectief trauma is dat sociale media, doordat ze elke gebeurtenis en elk woord, interpretatie en mening meteen de wereld rond sturen, diepe wonden en verschroeiende pijn eindelijk zichtbaar maken.

We lijden. Met z’n allen. Massaal. Al heel lang. En dit voelt pijnlijk ongemakkelijk.

Dus gaan we tegen elkaar roepen. De ander moet het maar oplossen door er niet die mening op na te houden. Door niet dat ongemakkelijke feit aan het licht te brengen. Door niet die gekoesterde visie in twijfel te trekken. Als de ander maar verandert dan wordt alles terug rustig en veilig.

Omdat weinigen geleerd hebben om echt aanwezig te blijven bij pijn en ongemak — de gehele consumptiemaatschappij bestaat enkel bij gratie van dit onvermogen: zonder de nood tot vluchten uit een te pijnlijke werkelijkheid is alle rommel waar we ons mee omringen overbodig — kunnen we deze louterende openbaringen nog niet verhapstukken.

Controle is een traumarepsons

Verandering van de ander willen is een vorm van controle. En elk verlangen naar controle van de buitenwereld en/of iedereen die er in rondloopt is een traumarespons. Wanneer het in jezelf niet veilig aanvoelt, wanneer je bang bent, dan probeer je de wereld zo te organiseren dat het daar ten minste veilig lijkt.

Gesteld zijn op (extreme) orde en netheid, een strak gestructureerde omgeving er op na houden, overdenken, jezelf inhouden en niet durven laten zien, je behoeften en verlangens niet uiten, je gevoelens wegstoppen, niet voor jezelf opkomen, constant bezig zijn met je uiterlijk of hoe je overkomt op mensen, perfectionisme, (ver)oordelend in het leven staan… het zijn allemaal vormen van controle.

Door de reactie van anderen op jouw authentieke zijn te proberen controleren betracht je een veilige omgeving voor jezelf te creëren door je authenticiteit op te offeren.

Op maatschappelijk niveau denken we dan aan fundamentalisme en dogma als culturele controlemechanimen. Maar ook alle bureaucratieën zijn niet veel meer dan geïnstitutionaliseerde angstbeheersingssystemen. 

De gehele aanpak van de pandemie, bijvoorbeeld, vertrok van beheersing. En ongeveer alles moest daarvoor wijken. Controle boven overgave aan wat was en kwam. Beheersing boven het voelen van de pijn en het verlies die overgave met zich mee kan brengen.

Controle is echter een illusie. Je ontwijkt niets, je verplaatst het alleen maar. Naar anderen of gewoon naar de toekomst.

Controle is een trend die trouwens al eeuwen, zo niet millennia merkbaar is, en in golven komt en gaat. Je kan stellen dat onze beschaving — in feite niets meer dan een gestaag groeiende verzameling copingsmechanisme (gedrag en handelingen die ons in staat moeten stellen een overweldigende ervaring te behappen) — zelf een ultieme poging is om de pijn van het verlies van onze verbondenheid met Moeder Aarde te hanteren.

Dit is duidelijk merkbaar in de ongemakkelijke relatie met ons eigen lichaam. Velen voelen zich niet comfortabel in dat onvervreemdbare stuk natuur dat we altijd bij ons hebben.

En hoe met name religie dat ook heeft willen beknotten, we zijn vurige, sensuele wezens. Onze lichamen resoneren voortdurend met de wereld rondom ons. Het is een niet aflatende energetische uitwisseling tussen alle levensvormen onderling, en met Moeder Aarde.

De Anonieme Massa - Sven Van Echelpoel (acrylverf, Oost-Indische inkt en hard pastelkrijt op papier, 70 x 100 cm)

Rationele geest is een verhalenverteller

De laatste paar eeuwen groeide hieruit de verheerlijking van het denken, van de rationele geest, als dé manier om de wereld te navigeren. Als het enige betrouwbare oriëntatiepunt in een woeste, chaotische en vooral bedreigende wereld.

Dit vertrouwen is echter volkomen misplaatst. Onze rationele geest is namelijk niets meer dan een verhalenverteller. Of hij nu ons gedrag (ad-hoc) probeert te duiden of verklaren, of verhalen over de toekomst (plannen) of de aard van de werkelijkheid (theorieën) verzint, hij is constant bezig de wereld voor ons veiliger te doen lijken.

Science-fictionauteur Robert Heinlein liet in de jaren-vijftig één van z’n personages in zijn boek Assignment in Eternity al opmerken: de mens is geen rationeel dier, hij is een rationaliserend dier.

Onze dierlijke (dus natuurlijke) aard stuurt alles. We zijn constant bezig allerlei behoeften bewust en onbewust te vervullen — behoeften die zich via sensaties en emoties aan ons kenbaar maken. 

En een van de meest primaire behoeften is veiligheid en het is zoals ik eerder beschreef nu juist net dat gevoel van veiligheid dat sterk gehavend wordt door de trauma’s die we meedragen.

Het is binnen dit (vaak grotendeels onbewuste) kader dat onze rationele geest opereert. Hij kan geen verhalen bedenken die onze perceptie van onze veiligheid ondermijnt, en is op die manier sterk gebonden door die trauma’s — onze persoonlijke mythologie door heel individuele trauma’s, en de verhalen die we als maatschappij belangrijk achten door collectief trauma.

Dus zijn we ondertussen verworden tot een cultuur die het primaat van de rationele geest ongenaakbaar acht. We zijn de verbinding met de natuur verloren, omdat we niet aanwezig durven zijn in ons lijf. Daar waar alles voelbaar is.

Dit is trouwens een heel natuurlijke traumarespons. Wanneer de pijn steeds meer voelbaar wordt, groeit ook de neiging om deze te beheersen. En wat voor het individu geldt, is ook voor het collectief waar. En omdat ons collectief verhaal — sterk beinvloedt door de collectieve trauma’s, weet je nog? — van beheersing uitgaat, blijven we grijpen naar controle. 

Helen van collectief trauma

De pijn voelen die gevoeld wil worden. Enkel wanneer we deze voelen kunnen we hem loslaten en geven we hem niet meer door.

Individueel en collectief vluchten we dus nog steeds weg van het ondraaglijke. Niet iedereen, natuurlijk. Steeds meer vinden de weg naar bewustwording en gaan in therapie of kiezen resoluut voor een ander, meer verbonden leven. Vanuit die verbondenheid ontstaat vanzelf heling. In de ruimte die zo ontstaat mag de pijn aan de oppervlakte komen en kan deze door het collectief gedragen worden.

Dit laatste is ook de insteek van de methode die Hübl ontwikkelde

Met enkele tientallen tot honderden mensen zonderen hij en zijn team zich meerdere dagen af (soms tot wel een week), om zo een ruimte te scheppen waarin collectief trauma los kan komen en beginnen helen.

De individuele verhalen die de deelnemers vertellen weken, eerst langzaam en dan steeds sneller en intenser, de onderhuidse pijn los. De ongevoelde emoties van vele generaties worden voelbaar en, gedragen door het collectief, zo afgevoerd. Energie die al heel lang vast zit mag eindelijk in beweging komen.

Deelnemers voelen zich achteraf lichter, een teken dat een stuk trauma opgelost is.

Met z’n allen zijn we met iets gelijkaardigs bezig. Het voelt misschien niet zo, de wereld lijkt verstrikt in een spiraal naar de hel, maar we zijn collectief aan het helen. Voorlopig zijn we nog maar begonnen aan de eerste individuele verhalen en het voelen van de eerste golf pijn. Maar we zijn begonnen.

Traumaheling is intens, chaotisch, woelig, verwarrend, ontredderend, niet-lineair, ongemakkelijk, en, natuurlijk, vaak pijnlijk. Het vereist dat we boven onszelf uitstijgen en steeds meer ruimte leren scheppen om te voelen wat gevoeld wil worden.

Fritz Perls, de psychiater en psychotherapeut die, samen met zijn vrouw Laura, vorm gaf aan Gestalttherapie, een van de eerste lichaamsgerichte therapievormen, drukte het als volgt uit: mensen moeten hun verstand verliezen en tot hun zinnen komen. 

Weg uit het hoofd (het verstand), naar het lijf (de zinnen).

De pijn voelen die gevoeld wil worden is een diep spiritueel proces. In wezen is trauma niets meer dan het verlies van de ervaring van onze heelheid. Een heelheid die, aldus Philip Shepherd, de primaire aard van de werkelijkheid is. Door terug te keren naar die heelheid, keren we terug naar het goddelijke.

God is hier is niet die bebaarde oude man in de hemel, maar gewoon alles wat er is en alle relaties ertussen. Het grote mysterie. Het alles. Trauma verhindert ons dat we de heelheid, het goddelijke, ervaren. Heling (een woord etymologisch nauw verwant aan heelheid) kan ons een herstel van die ervaring brengen.

Opnieuw ingebed zijn in de wereld, er niet van afgezonderd, zal ons een pad uit onze penibele situatie geven. Eentje waarin controle niet meer dominant is. We hebben hiervoor niet enkel een paradigmaverschuiving nodig, een roep die je vaak hoort, al kan het in eerste instantie wel helpen. Een paradigma is namelijk een cognitief raamwerk dat de basisveronderstellingen, manieren van denken en methodologieën van een discipline of groep omvat.

Een paradigmaverschuiving — gewoon anders gaan denken — lost niets wezenlijks op. We blijven zo, paradoxaal genoeg, steken in het paradigma van het primaat van de rationele geest. We verliezen zo ons verstand niet en komen niet tot onze zinnen.

We zitten niet vast in ons denken, maar in ons voelen. We moeten niet anders gaan denken, maar anders gaan voelen. Door diep te gaan voelen ontstaat vanzelf een andere manier van denken.

Niet omdenken, maar omvoelen dus. Jij. Ik. Wij allemaal. Enkel door de pijn te gaan voelen kunnen we hem loslaten en geven we hem niet meer door en helen we collectief trauma.

Over de kunstwerken in dit verhaal

Weemoedig en Vertrokken zijn twee tekeningen uit een project waarin ik onderzoek hoe goed we mensen kunnen lezen, ons inleven in hun wereld. Wat staat er in de weg? Aan onze kant onze wonden die ons inlevingsvermogen verminderen. Aan de kant van de ander de uit wonden ontstane maskers die een deel van de persoon aan het zicht onttrekken. Ik onderzoek dit gegeven door in portretten de grens van de leesbaarheid op te zoeken om zo mensen te doen stilstaan bij de ambiguïteit inherent aan contact. We oordelen zonder te weten. En dat wil ik met mijn werk ook oproepen. De titels zijn mijn oordeel van de werken. Influencer en De anonieme massa maakte ik voor dit verhaal over het helen van collectief trauma.

Helen van collectief trauma van Thomas Hübl is verschenen bij Ankh-Hermes,
Het is door Geraldine Damstra naar het Nederlands vertaald.
ISBN: 9789020217858
296 pagina's.
25 euro


Een vraag aan jou voordat je hier vertrekt …

Wat ons interesseert is wat de Re-stories die we maken met je doen. Het gaat niet alleen om bereiken, maar vooral om beraken.

Hoe voelt dit voor jou?

We horen het graag van je in de comments hieronder …