π De kinderen waar niemand over praat
βOnze jongeren geven ons een wake-upcall: hé, waar jullie al jaren en jaren mee bezig zijn klopt niet meer voor onsβ, vertelde Lut Celie eerder dit jaar in een interview over haar boek Zie mij. Deze maand was het weer groot nieuws dat het niveau van de Vlaamse leerlingen opnieuw en sterker dan ooit tevoren daalde. Wat hebben die leerlingen ons te vertellen? Christine Lucia Schauw stond voor de klas en geeft vandaag online les Nederlands en economie voor d-teach en Het Bijleshuis. In deze column vraagt zij zich af wanneer we de wake-upcall gaan horen en dapper genoeg zullen zijn om de kinderen waar niemand naar wil luisteren, te horen?
Deze maand waren de Pisa-resultaten een veelbesproken onderwerp in de media.
Elke onderwijsexpert heeft ondertussen zijn zegje gedaan over de dalende gemiddelde leerprestaties van Vlaamse leerlingen. Dat hoef ik dus niet te doen.
Maar waar ik niets over lees, zijn de ongelijke kansen in het onderwijs.*
Het lijkt wel of er kinderen bestaan waar niemand over praat.
De kinderen die elke dag te laat naar school komen. De kinderen die βs middags fastfood eten of helemaal niet eten.
De kinderen die school zien als een uitlaatklep voor het harde leven thuis.
De kinderen die geen toetsen meer meedoen.
De kinderen die op hun achttiende voor de derde keer het vierde jaar overdoen.
De kinderen die de woorden van Andrew Tate klakkeloos nazeggen.
De kinderen die meer geloven in sociale media dan in leerkrachten.
De kinderen die elke les vragen om naar de wc te gaan, maar waarvan je weet dat ze niet echt naar de wc hoeven.
De kinderen waarvoor verbaal en fysiek geweld genormaliseerd is.
De kinderen die zijn gekwetst en zelf kwetsen.
De kinderen waarvan de schoolfacturen niet betaald worden.
De kinderen die niet op uitstap mogen, omdat ze zich niet zouden gedragen.
De kinderen waarvan niemand zich zorgen maakt over hun Pisa-resultaten als ze maar niet op straat zijn.
De kinderen die zich in niets meer interesseren.
De kinderen waar niemand naar wil luisteren.
Ik hoor ze niet.
En ik hoor ook niemand over hen praten.
Nochtans zijn ze er wel.
In het midden van de stad, allemaal samen in dezelfde scholen. In die scholen waar het lerarentekort extra hard pijn doet, omdat het aantal leerkrachten dat uitvalt door een burn-out of besluit om ontslag te nemen groter is dan elders.
Logisch, want je moet verdorie een harde huid hebben om er te blijven.
Vorig jaar stond ik daar. Met een vat vol idealisme voor een klas gevuld met realisme. Ik hoopte een soort van Freedom writers of Dead Poets Society-moment mee te maken (white saviour?).
Ik als leerkracht zou door mijn begeesterend lesgeven ervoor zorgen dat deze kinderen terug met plezier naar school zouden gaan. Ken je het? Mijn positieve kijk naar elk kind zal voor verandering zorgen!
Tot...
Tot een leerling zei dat hij me haatte.
Tot iemand de bezemsteel van het klaslokaal kapot gooide.
Tot een leerling staalhard in mijn gezicht loog.
Tot een leerling een seksistische opmerking maakte.
Tot een leerling trots een filmpje liet zien van het gevecht waar hij de vorige dag aan meedeed.
Tot de liefste leerling plots een woede-uitbarsting kreeg.
Tot een leerling ideeën verkondigde die lijnrecht ingaan tegen mijn eigen normen en waarden.
Tot er iemand gewond geraakte door iemand uit mijn klas.
Tot we moesten stemmen of die leerling uitgesloten moest worden.
Tot het besluit ja was.
Tot ik voelde dat ik er niet in slaagde die kloof tussen de school en de leerlingen te dichten.
Tot ik niet meer tegen mezelf kon zeggen dat ik het niet persoonlijk hoef te nemen. Mijn hart deed toch pijn.
Daar stond ik dan met mijn idealisme en positivisme. Niets waard.
En de leerplannen? Nog minder waard.
Na een tijdje verloor ik de wil om een fijne les in elkaar te steken voor een klas die toch niet zou luisteren. En dat voor een lager loon dan als ik in een doorstroomrichting zou lesgeven.
Daar voelde ik me natuurlijk schuldig over, want onder die door de tijd gevormde ruwe bolsters schuilen zachte kinderen die degelijk onderwijs verdienen.
Ik hoor enkel een oorverdovende stilte als het over deze sociale onderwijskloof gaat, hoewel we ook op dat vlak beduidend slechter scoren dan andere OESO-landen.
Ik hoor geen oplossing voor deze leerkrachten en leerlingen. Het lijkt alsof niemand wil kijken naar een school waar kansarmoede écht bestaat.
De Warmste Week besteedt er nochtans al haar aandacht aan: iedereen moet kunnen opgroeien zonder zorgen. Dat is oprecht prachtig. Organiseer iets, doneer je geld, draag dat vlammetje met trots!
Maar wat als De Warmste Week straks voorbij is?
Zijn we dan bereid om niet enkel naar de ontroerende verhalen te luisteren, maar ook naar de naargeestige gevolgen van kansarmoede? Naar de woorden die uit de monden van kinderen komen als ze moeten overleven, als ze in de steek gelaten worden? Naar hun gedrag?
Als we bereid zijn om te luisteren, kunnen we veranderen.
Niet enkel door geld in te zamelen voor de vele prachtige initiatieven, maar door een nieuw systeem te bedenken dat wel aansluit bij de noden van deze kinderen.
Zo hoeven we hen niet te dwingen in een systeem dat genadeloos leidt tot een C-attest en hen vatbaar maakt voor radicale en extreme ideeën.
Wanneer gaat de politieke aandacht naar deze kinderen en scholen? Wanneer zijn we dapper genoeg om de kinderen waar niemand naar wil luisteren, te horen?
Christine Lucia Schauw publiceerde dit verhaal op haar blog waar ze schrijft over over de ogenschijnlijk kleine momenten in het leven.
Een vraag aan jou voordat je hier vertrekt β¦
Wat ons interesseert is wat de Re-stories die we maken met je doen. Het gaat niet alleen om bereiken, maar vooral om beraken.
Ben je een leerkracht/docent die zich herkent in het verhaal van Christine? En wil je samen met ons onderzoeken hoe we ervoor zorgen dat jongeren meer gehoord worden?
We horen graag ook jouw verhaal in de comments hieronder β¦