đ đ§ Sir David Attenborough: âWe moeten een nieuwe duurzame leefwijze ontdekken, die ons weer in balans brengt met de natuurâ
âWe zijn gekomen waar we nu zijn omdat we de slimste wezens zijn die ooit op aarde hebben geleefd. Maar om ons bestaan te kunnen voortzetten, is meer nodig dan intelligentie. We hebben wijsheid nodigâ, schrijft David Attenborough op de voorlaatste pagina van zijn boek Een leven op onze planeet. Ook in de gelijknamige Netflix-documentaire zegt hij dat aan het slot van de film. Wat hij duidelijk maakt, is hoe wij mensen het wilde door het tamme hebben vervangen. Hoe wij de aarde als onze planeet beschouwen. Bestuurd door de mens voor de mens. En hij presenteert zijn toekomstvisie om de wereld weer wild te maken: âWe moeten een nieuwe duurzame leefwijze ontdekken, die ons weer in balans brengt met de natuur.â
đ§ Luisteren
Je kunt dit verhaal over het boek Een leven op onze planeet van Sir David Attenborough ook beluisteren op Soundcloud of Spotify âŠ
Met zijn boek en documentaire Een leven op onze planeet brengt de inmiddels 94-jarige natuurkenner en presentator van massaal veel bekeken en bekroonde natuurdocumentaires Sir David Attenborough een getuigenis over de impact van de mens op de natuur.
Het boek is een testament bij leven, waarin Sir David terugblikt op de veranderingen die de wereld in de afgelopen eeuw heeft ondergaan. Hij deelt zijn levenswijsheid en zijn hoopvolle visie op de toekomst. En dat levert schitterende verhalen op, verhalen die beklijven.
Ik moest terugdenken aan de woorden van de 92-jarige Juliette âBobonneâ Versele die onze crowdfunding steunde en Re-story-coöperant werd: âBlijf luisteren naar de levenswijsheid van ouderen, zij hebben de wereld en onder andere het klimaat het meest zien veranderen.
Luister naar hun ontevredenheid en bezorgdheid over de neerwaartse evolutie. Dit in het belang van de komende generaties. Aan jullie om er NU iets mee te doen en een betere, gezondere, gelukkigere wereld te creëren voor iedereen.â
Door de coronamaatregelen is de afspraak met Bobonne al twee keer verplaatst en het ziet er niet direct naar uit dat we elkaar binnenkort ontmoeten. Maar ik kijk uit naar de dag dat we bij haar op de koffie gaan en kunnen luisteren naar haar levensverhaal en -wijsheid.
Hoewel vaak impliciet tussen de regels door herbergt ook het boek van Sir David Attenborough, meer nog dan de documentaire, veel levenswijsheid. En er is een groot verschil tussen weten(schap) en wijsheid.
We leven in een tijd waarin wetenschap en materie heilig zijn, en waarin wat niet zichtbaar en tastbaar is - innerlijk weten, astrologie en spiritualiteit - als zweverig wordt weggehoond.
Kortom, we leven naar buiten, niet van binnenuit. We leven vanuit het hoofd, niet vanuit het hart. We denken veel, maar voelen weinig.
De grote versnelling
In het eerste deel van zijn boek Een leven op onze planeet blikt Sir David terug op zijn leven en vertelt hij verhalen over verschillende sleuteljaren in zijn leven.
Van 1937 tot 2020 is hij getuige van de grote versnelling: de dramatische gelijktijdige toename van de groeisnelheid op tal van terreinen van menselijke activiteit. Een groei die tot op vandaag aanhoudt. De vraag naar grondstoffen en de vervuiling die dat voortbrengt, is de directe oorzaak van veel (milieu)problemen waar we vandaag mee kampen.
1937
Uiteraard heeft hij dat in het begin zelf nog niet door. Al lijkt het erop dat hij dat intuïtief wel al aanvoelde. Hij schrijft: âVanaf jonge leeftijd was ik ervan overtuigd dat de belangrijkste vorm van kennis begrip oplevert van de manier waarop de natuur functioneert.
Ik was niet geïnteresseerd in de wetten die de mens had opgesteld, maar in de beginselen die de levens van planten en dieren leiden.
Niet in de geschiedenis van koningen en koninginnen of in de verschillende talen die in diverse menselijke samenlevingen waren ontstaan, maar wel in de waarheden die de wereld hadden geregeerd lang voor het ontstaan van de mensheid.â
1971
In 1971, mijn geboortejaar, gaat Attenborough op ontdekkingsreis in Nieuw-Guinea en komt hij tot een inzicht over duurzaamheid.
Er was een mijnbouwbedrijf dat de Australische regering toestemming had gevraagd om in een bepaald gebied van Nieuw-Guinea op zoek te gaan naar mineralen. De regering bepaalde dat eerst moest worden onderzocht of er in het gebied mensen leefden.
Het is vandaag nauwelijks nog voor te stellen dat er vijftig jaar geleden gebieden waren waarvan men niet wist of er mensen leefden. Via luchtfotoâs waren er een of twee speldenprikjes in het bostapijt ontdekt die zouden kunnen duiden op door de mens gemaakte open plekken.
Die plekken waren echter te klein om er te kunnen landen met een helikopter. Sir David grijpt zijn kans en krijgt het voor elkaar om met medewerking van regeringsfunctionaris Laurie Bragge een expeditie op te zetten. Wat volgt, is een voettocht van weken met maar liefst honderd dragers om het rantsoen voor de expeditie te transporteren.
Een tocht, zo vertelt hij, door het dichtste woud dat hij ooit in zijn leven heeft gezien. Na drieëneenhalve week klimmen, ploeteren en glibberen ontdekken ze voetafdrukken. Ze volgen de sporen en op een ochtend wordt hij wakker en ziet van onder zijn zeil een groepje kleine mannen staan. Via gebarentaal lukt het met hen te communiceren.
Als ze een dag later vragen om ook met hun vrouwen en kinderen te mogen kennismaken, nemen de mannen hen mee op een tocht door het dichte woud waar ze hen uiteindelijk uit het oog verliezen en kwijtraken. Ze roepen en roepen, maar vinden hen niet meer terug.
Sir David schrijft er het volgende over: âIk had een glimp opgevangen van de manier waarop alle mensen ooit hebben geleefd - in kleine groepen die al wat ze nodig hadden aantroffen in de natuur om hen heen.
De hulpbronnen waarvan ze afhankelijk waren, hernieuwden zichzelf. Ze produceerden weinig of geen afval. Ze leefden duurzaam: in evenwicht met hun omgeving op zoân manier dat het voor altijd zo zou kunnen doorgaan.
1978
Als hij in 1978 de vijftig is gepasseerd stelt Sir David vast dat we steeds meer afgescheiden zijn geraakt van het leven op aarde. We hebben ons bevrijd van de natuurlijke selectiedruk en alles wat ons daarin kan bedreigen. Ons lichaam is in 200.000 jaar nauwelijks veranderd, maar ons gedrag en onze samenlevingen zijn in toenemende mate losgeraakt van onze natuurlijke omgeving.
1997
De eerste onmiskenbare indicatie dat de aarde volledig uit balans raakt, komt voor hem in 1997.
Hij werkt dan mee aan de natuurdocumentaires The Blue Planet en wordt geconfronteerd met verbleekt koraalrif. Dat kan als een waarschuwing van een naderende catastrofe worden gezien: de verzuring van de oceanen.
Hij beschrijft er ook hoe het vangen van vis een kat-en-muisspel is en hoe wij mensen daar steeds beter in werden. Een grote versnelling zelfs in die mate dat we te goed zijn geworden in vissen. Niet geleidelijk, maar exponentieel.
Eind twintigste eeuw was door ons toedoen 90 procent van de grote vissen uit de oceaan verdwenen.
Dat terwijl het vermogen van vissen om zich voort te planten bovendien ook nog eens beperkt is. Een walvis is pas na negen jaar vruchtbaar, de meesten werden voor die leeftijd al gevangen.
Terwijl we weten dat walvissen het klimaat koelen. Uit onderzoek recent blijkt dat de walvispopulatie terugbrengen naar het oorspronkelijke aantal van voor de commerciële walvisvangst de meest effectieve oplossing is om de opwarming van de aarde tegen te gaan.
Hoe dat werkt wordt mooi verteld door klimaatjournalist George Monbiot van The Guardian ...
Veerkracht van de planeet
Nu in 2020 is het voor David Attenborough duidelijk dat wij mensen het wilde door het tamme hebben vervangen. Wij beschouwen de aarde als onze planeet, bestuurd door de mens voor de mens. Voor andere levensvormen is nog maar weinig ruimte. De wilde niet-menselijke wereld is niet meer. We hebben de aarde onder de voet gelopen.
Die grote versnelling heeft ook ons ook âvooruitgangâ gebracht in veel domeinen. Van gezondheidszorg tot een hogere levensverwachting. Van mensenrechten tot democratie. Van onderwijs tot telecommunicatie.
Maar, zo schrijft Attenborough: aan al die voordelen van de vooruitgang hangt ook een prijskaartje: âWe kunnen niet voor eeuwig doorgaan met het omhakken van regenwouden - en alles waarmee we niet eeuwig kunnen doorgaan is per definitie onduurzaam. Als we dingen doen die niet duurzaam zijn, neemt de schade steeds verder toe, tot het punt waarop het systeem ineenstortâ.
Over dat punt, het chaospunt, schreef ik eerder hier op Re-story het verhaal De wereld op een tweesprong. Wordt het de apocalyps of een doorbraak? Als we niet van richting veranderen is de kans groot dat we aankomen waar we heen gaan. Ja, dat klinkt Cruijffiaans, maar het is een Chinees spreekwoord.
Het is volgens Sir David daarom âvan groot belang te weten hoeveel onze planeet nog aankanâ. Om die veerkracht van onze planeet te kennen, hebben toonaangevende aardwetenschappers van het Stockholm Resilience Centre na het wereldwijd bestuderen van de veerkracht van ecosystemen negen planetaire grenzen vastgesteld.
De onderzoekers, onder leiding van Johan Rockström en Will Steffen, hebben aldus Attenborough âzorgvuldig gekeken naar de factoren die elk ecosysteem gedurende het holoceen in staat hebben gesteld stabiel te functioneren.
In simulatiemodellen hebben ze vervolgens getest wanneer elk van deze ecosystemen uit balans zou raken. In feite, zo concludeert Sir David hebben ze âde details en ingebouwde zwakten van de hele machinerie van het leven in kaart gebrachtâ.
De negen wetenschappelijk vastgestelde planetaire grenzen zijn: klimaatverandering, verzuring van de oceanen, chemische vervuiling, kunstmestgebruik, zoetwaterverbruik, landbeslag, verlies aan biodiversiteit, luchtvervuiling en afbraak van de ozonlaag.
Voor vier van die negen planetaire grenzen zijn we het tipping point voorbij, zo maakten Pablo Servigne en Raphaël Stevens duidelijk in hun boek Comment tout peut s'effondrer: klimaatverandering, verlies aan biodiversiteit, landbeslag en de stikstof- en fosforkringloop.
Het tweetal, een Fransman en een Belg, noemt zich collapsologen en ze vrezen voor de ineenstorting van de hedendaagse geglobaliseerde samenleving.
Yves Cochet, voormalig Frans minister van Leefmilieu, verwoordt die collaps als volgt: het proces waarbij door de overheid gecontroleerde diensten uiteindelijk niet meer in staat zijn om voor de meerderheid van de bevolking in de basisbehoeften - water, voedsel, onderdak, kleding, energie, mobiliteit en veiligheid - te voorzien.
Dat zal toch niet gebeuren, denk je misschien.
Denk, geloof en hoop ik ook, maar âŠ
Wat komen gaat
Waar kan dat toe leiden als we die planetaire grenzen blijvend niet respecteren?
Sir David houdt zijn hart vast voor zij die de komende negentig jaar zullen meemaken.
âWetenschappers voorspellen dat de schade die de periode van mijn leven heeft gekenmerkt in het niet zal vallen bij de schade die de komende honderd jaar gaat komenâ.
En niet onbelangrijk: âeen grote verandering in de hoeveelheid atmosferische koolstof kenmerkte alle vijf massale uitsterfgolven in de geschiedenis van de aarde en speelde een belangrijke rol bij de grootste vernietiging van soortenâ.
Het zijn slechts twaalf paginaâs, het tweede deel van Een leven op onze planeet met als titel Wat komen gaat en op amper zes van die twaalf paginaâs beschrijft Sir David wat zij die nu geboren worden deze eeuw zouden kunnen gaan meemaken.
Ik vat het even samen ...
Jaren 30
Dramatisch verlies aan biodiversiteit in de Amazone. Versnelling van de klimaatverandering door een toename van de atmosferische kooldioxide en een afname van de mogelijkheid van het Noordpoolgebied om de aarde af te koelen. Eerste ijsvrije zomer in de Arctische Oceaan.
Jaren 40
Permafrost ontdooit onder de toendraâs en wouden in grote delen van Alaska, Noord-Canada en Rusland, waardoor een kwart van het landoppervlak op het noordelijk halfrond in een modderbad kan veranderen.
Met aardverschuivingen en overstromingen tot gevolg. En er zou in de loop der jaren in de permafrost vastgehouden koolstof vrijkomen: 1400 gigaton koolstof, vier keer meer dan de mensheid de afgelopen 200 jaar heeft uitgestoten en twee keer zoveel als de hoeveelheid die zich nu in de atmosfeer bevindt.
Jaren 50
De koolstofconcentratie in de atmosfeer groeit sneller en sneller, waarbij de oppervlaktewateren van de oceanen - zoals ze altijd al doen - een bovengemiddeld percentage van deze koolstof absorberen. Die koolstof wordt omgezet in koolzuur en door die verzuring komen de oceanen in een rampzalig verval. Dat kan het einde van de commerciële visserij betekenen.
Jaren 80
In dit decennium kan de wereldwijde voedselproductie op land in een crisis raken. En naarmate wij de wilde natuur steeds verder opdelen door ontbossing, de uitbreiding van landbouwgrond en de illegale handel in wilde dieren, wordt de uitbraak van een volgende pandemie steeds waarschijnlijker.
2100 en verder
Het nieuwe millennium vormt het begin van een wereldwijde humanitaire crisis met de grootste gedwongen migratiegolf in de geschiedenis van de mensheid. Door de stijgende zeespiegel worden havensteden onleefbaar en de kans op conflicten neemt toe. Ondertussen zou de zesde massa-extinctie ongemerkt maar onstuitbaar doorgaan.
Dat zou kunnen gebeuren, tenzij we van koers veranderen!
Het liet me niet onberoerd die zes paginaâs. Ze hebben me uit het lood geslagen. Machteloos doen voelen. Boos gemaakt. En drive gegeven dat we met Re-story een heel belangrijke opdracht hebben: de nood aan een nieuw verhaal is van levensbelang. Voor onszelf, en bovenal voor onze kinderen en de komende generaties.
Winnen-verliezen
Wat we vandaag meemaken met de coronacrisis is een goede graadmeter om te kijken of onze huidige leiders het tij zullen kunnen keren zodat kinderen die vandaag worden geboren niet moeten meemaken wat David Attenborough voor de komende decennia schetst.
En de manier waarop onze leiders reageren op het coronavirus, de maatregelen die ze nemen en de woorden die ze gebruiken, stemmen me daar allerminst gerust in.
Vlaams minister-president Jan Jambon vergelijkt de strijd tegen het coronavirus met een wielerronde: âHet is, dames en heren, alsof we bezig zijn met een zeer moeilijke ronde. Een wielerronde tegen dat vreselijke en kennelijk zeer krachtige virus.
[...]
We moeten in de spirit van de flandriens nooit opgeven. In de overtuiging dat we de curve omlaag krijgen. Dat we straks de strijd tegen dat verdomde en hardnekkige virus een stevige tik geven en liefst een forse nederlaag bezorgen.â
Tja, wat moet je daar op zeggen.
Ik grijp nog eens terug naar deze woorden van Sir David: âWij beschouwen de aarde als onze planeet, bestuurd door de mens voor de mens.â
Op woensdag 28 oktober 2020, organiseerde Upgrade Academy een keynote van innovatiebioloog Leen Gorissen over natuurlijke intelligentie en wat we van de natuur kunnen leren om aan innovatie te doen.
Bij de vragenronde van dit webinar, dat kaderde in de beloning voor Upgrade Academy voor hun steun aan onze crowdfunding, vroeg ik Leen naar hoe zij vanuit natuurlijke intelligentie naar dat winnaars-verliezersdenken van de Vlaamse minister-president kijkt.
Ze zei dat de metafoor niet zo gelukkig gekozen is: âAls het op innovatie aankomt zijn virussen de straaljagers en wij de slakken. We maken dus geen schijn van kans om van een virus te winnen. Je kan daar niet mee in competitie treden.
Wat we wel kunnen doen, is ofwel leren samenwerken met het virus en heel veel dieren zijn daar ook in geslaagd. Of we kunnen condities creëren die gewoon niet vriendelijk zijn voor virussen, bijvoorbeeld door bomen te planten in onze tuinen.â
Volwassen worden
Ooit, zo schrijft Sir David over zijn toekomstvisie om het land weer wild te maken, was een groot deel van Europa bedekt door diep, donker bos. Ontbossen is iets wat wij mensen doen, het kenmerkt onze dominantie.
Het is onwaarschijnlijk wat wij mensen op korte termijn kapot hebben gemaakt, terwijl de leefgemeenschap van het Amazonewoud al tientallen miljoenen jaren kon gedijen door permanent aanpassen, reageren en verfijnen zonder een beroep te doen op de ruwe hulpbronnen van de aarde.
Het Amazonewoud is de meest biodiverse plek op aarde, de succesvolste van de huidige levensondernemingen, maar het kent geen groeibehoefte. Het is volwassen genoeg om zo te blijven.
Als je je volk wilt laten geloven dat de strijd tegen het coronavirus als een wielerkoers is, is er voor de mens nog een lange weg te gaan in het volwassen worden. Sir David concludeert hierover dat âde mensheid momenteel kennelijk geen behoefte heeft om dergelijke mate van volwassenheid te bereikenâ.
Terwijl die wijsheid en volwassenheid wel dringend gevraagd worden nu een nieuw rapport van het Europese Milieuagentschap EAA toont dat de biodiversiteit in Europa sterk achteruit gaat door intensieve landbouw, snel groeiende steden en de niet-duurzame bosbouw. Daarbij stelt het EAA ook vast dat de Europese lidstaten niet genoeg doen om het tij te keren.
Palau
Gelukkig zijn er ook al volwassen leiders die met wijsheid lef en moed tonen. Uiteraard noemt Sir David de net met overmacht herkozen Nieuw-Zeelandse premier Jacinda Ardern. Met haar aan het roer liet Nieuw-Zeeland in 2019 het bruto nationaal product als de officiële maatstaf voor het meten van economisch succes vallen.
Een ander mooi voorbeeld van een sterke en moedige leider met toekomstbewustzijn is president Tommy Remengesau Jr van Palau, een tropisch eilandstaatje in de Stille Oceaan. De wens te nemen wat je nodig hebt, niet wat je kunt pakken is verankerd in de tradities van Palau.
De drie keer herkozen president zag de bevolking van zijn land toenemen, toerisme groeien en zag met lede ogen aan hoe vissersvloten van Japan, de Filipijnen en Indonesië vis vingen in de wateren van Palau.
Toen de druk op de oceaan te groot werd, greep de president terug naar de oude regels en verbood vissen in vier vijfde van de territoriale wateren van Palau, een gebied zo groot als Frankrijk.
Meer nog, hij besloot dat Palau geen vis meer hoefde te exporteren en dat alleen nog maar de hoeveelheid vis mocht worden gevangen die nodig is als voedsel voor bewoners en toeristen.
Het is een voorbeeld van hoe David Attenborough in het laatste deel van zijn boek een toekomstvisie presenteert om de wereld weer wild te maken. Een toekomstvisie die begint met âde groei voorbijâ, waarbij hij pleit voor het donutmodel van econome Kate Raworth (hier een interview met haar op Re-story).
Misschien dat Amsterdam en Brussel die met het donutmodel gaan werken, bijdragen tot het punt waarop steden in de toekomst wellicht kunnen geven in plaats van nemen, zoals Attenborough graag zou zien.
Voor het âomschakelen naar schone energieâ hoopt hij dat alle landen hernieuwbare energie gaan omarmen zoals Marokko dat doet. Dat alle landen âminder ruimte innemenâ en innovatief gewassen gaan verbouwen zoals sommige Nederlandse boeren doen. Dat we de terugkeer van de wildernis bevorderen zoals Costa Rica doet. En we als mensheid weer âevenwichtiger gaan levenâ in harmonie met de natuur.
Pripyat
Pripyat is een plaats van pure wanhoop in Oekraïne, vertelt Sir David in de openingszinnen van Een leven op onze planeet. De stad - gebouwd in de jaren zeventig van de vorige eeuw - heeft alles wat wij mensen hebben voortgebracht om ons leven te veraangenamen. Het is het toonbeeld van de grote versnelling, de vooruitgang.
Totdat op 26 april 1986 kernreactor 4 van Tsjernobyl explodeerde, waardoor Pripyat vandaag een verlaten stad is en dat naar alle waarschijnlijkheid nog duizenden jaren zal blijven. Tsjernobyl wordt de duurste milieuramp uit de geschiedenis genoemd.
Fotoâs door Jorge Fernández Salas via Unsplash
Maar vandaag zijn we allemaal inwoners van Pripyat, zo stelt Sir David Attenborough: we leiden onze aangename levens in de schaduw van een ramp die we zelf veroorzaken. Een ramp die juist tot stand komt door de dingen die ons in staat stellen een aangenaam leven te leiden.
En het is logisch dat we hiermee zullen doorgaan tot we een doorslaggevende reden hebben om er mee op te houden. Tot er een aansprekend alternatief is.
Het is om die reden dat Sir David Attenborough Een leven op onze planeet heeft geschreven. Het is ook om die reden dat Geert Degrande en ik met Re-story zijn begonnen. Om te tonen dat het wel anders kan, dat er wel een aansprekend alternatief is.
En Pripyat vandaag laat ook zien dat we ons daarbij in de hele discussie over klimaatverandering en duurzaamheid niet zo druk hoeven te maken over onze planeet. Moeder Aarde redt het wel, de grote vraag is of wij mensen daar straks nog bij zijn.
Fotoâs door Yves Alarie via Unsplash
Maar Pripyat laat ook zien dat hoe ernstig onze fouten ook zijn, de natuur ze ongedaan lijkt te kunnen maken. Mits ze de kans krijgt. En zo besluit Sir David dat âwat we moeten doen om de wereld weer wild te maken, in het algemeen blijkt te zijn wat we hoe dan ook moeten doenâ.
Natuurlijke intelligentie
Na afloop van de al eerder aangehaalde keynote van Leen Gorissen bij Upgrade Academy werd haar ook gevraagd of de mens wel de intelligentste soort is op aarde?
âDat is een vraag die ik met plezier beantwoordtâ, zegt Leen, âAls ik kijk naar de ellende die wij op sociaal en ecologisch gebied veroorzaken, zou ik zeggen dat wij mensen wellicht niet de meest intelligente wezentjes zijn op aarde. Wat we zeker wel zijn, is de meest hoogmoedige wezens, want we noemen onszelf Sapiens of wijs, terwijl we de enige planeet waarvan we weten dat ze leven kan herbergen aan het vernietigen zijn.â
De natuur kent geen hokjes, geen vierkanten, geen hoeken van 90 graden. Gewoonweg omdat dat niks toevoegt. Kijk naar de nerven van een blad: waarom is er nog geen loodgieter op dat idee gekomen?
De natuur ontwerpt, produceert en innoveert al 3,8 miljard jaar zonder uitputting, vervuiling en degeneratie. Wat een intelligentie! Hoe doet ze dat? Wat we nodig hebben, is natuurlijke intelligentie, leren van de logica die de tand des tijds heeft doorstaan.