Re-story

View Original

📖 Varshini Prakash: “Zonder planeet is er helemaal geen economie meer mogelijk”

In een gesprek met Re-Story gaf Rudy Aernoudt, die onder meer doceert aan de UGent, onlangs aan het heel hoopgevend te vinden dat de jongeren van vandaag echt begaan zijn met de planeet. De bekendste boegbeelden bij de jongeren die in 2019 de klimaatbeweging een gezicht hebben gegeven zijn bij ons natuurlijk Anuna De Wever en Greta Thunberg. Aan de andere kant van de oceaan maakt een 27-jarige jonge vrouw op dat vlak minstens even veel furore: Varshini Prakash. Ze staat aan het hoofd van de Amerikaanse Sunrise Movement en is één van de grote motoren rond de Amerikaanse ‘Green New Deal’. In 2019 selecteerde Time haar als één van de 100 rijzende sterren die de toekomst vormgeven. Samen met Guido Girgenti coördineerde ze het boek Winning The Green New Deal. In ons Zoomgesprek benadrukt ze vooral de samenhang tussen de grote problemen waarmee de wereld vandaag kampt: “De klimaatproblematiek staat niet los van de toenemende ongelijkheid en het racisme.”

Varshini Prakash

“Mijn liefde voor de natuur en mijn bezorgdheid over het klimaat zijn eigenlijk gestart vanuit bewondering voor de wereld waarin we mogen leven. Elke dag was ik na schooltijd in de tuin bezig met het opgraven van dingen of ging ik in de bossen in New England op avontuur.

In de ongerepte natuur zijn, gaf me altijd een gevoel van tevredenheid en voldoening. En ik denk dat dit gevoel universeel is. Op kaartjes die vanop vakantie worden verstuurd heeft iedereen toch wel eens geschreven dat het op de verre bestemming mooi weer is en dat de natuur er prachtig is.

Toen ik ouder werd, realiseerde ik me dat iets wat voor mij zo waardevol was aan het teloorgaan was. Ik las over wat mensen allemaal met de natuur doen. Over de ontbossing en over het feit dat zoveel afval in de oceanen wordt gedumpt. 

Op televisie zag ik beelden van kinderen in India die even oud waren als ik en die geen eten of water hadden. Ik hoorde over boeren die massaal zelfmoord pleegden omdat ze zoveel schulden hadden en niet in staat waren om te oogsten wat ze hadden gezaaid.

De voornaamste oorzaak: hebzucht van grote bedrijven en hun leiders die altijd maar meer willen.”

Impact van de overheid

Varshini Prakash wilde zich daartegen verzetten, al was voor haar niet meteen duidelijk op welke manier ze dat het beste zou kunnen: “Ik was lang niet geïnteresseerd in politiek, maar toen ik aan de universiteit betrokken raakte bij een groep die pleit om niet langer te investeren in fossiele brandstoffen, besefte ik dat je de kracht van een groep kunt gebruiken om invloed uit te oefenen op politieke beslissingen.

Hoe lovenswaardig het ook is dat consumenten besluiten om geen vlees meer te eten of niet langer het vliegtuig te nemen en hoe bewonderenswaardig ook de oprichting van sociale ondernemingen: het volstaat niet.

Op de universiteitscampus startten we met een recyclagehub en legden we moestuintjes aan. Misschien hebben we zo bij een aantal mensen het bewustzijn vergroot dat er ook een ander landbouwsysteem mogelijk is, maar de grote industriebedrijven lachten wellicht in hun vuistje.

Terwijl wij zo kleinschalig bezig waren, konden zij ongestoord voort doen met hun bijdrage aan de verdere versnelde opwarming van de aarde. Zolang dat het geval blijft, kan er niets veranderen.

Zo kwam ik tot het besef dat het uiteindelijk de overheid is die het meeste impact kan hebben op het gedrag van de burgers. In de Verenigde Staten is het met name in de republikeinse kringen van de grote kapitalen altijd ‘bon ton’ geweest om de overheid in een kwaad daglicht te stellen omdat ze zogenaamd te veel regeltjes oplegt.

Alles moest ten dienste staan van de groei- en winsteconomie, waarvan we nu toch steeds duidelijker zien hoeveel schade die toebrengt aan mens en planeet. Het was voor mij dan ook totaal niet verrassend dat Bernie Sanders bij de democratische voorverkiezingen van 2016 zoveel jongeren achter zich kreeg. Hij sprak over de klimaatcrisis immers hun taal.

Dat deed het besef groeien dat we ook moesten proberen om op politiek vlak onze stem te laten horen. Uiteindelijk leidde dat tot de oprichting van de Sunrise Movement.  Kenmerkend voor ons is denk ik dat we een aantal thema’s verbinden die ook echt niet los van elkaar staan.

Andere klimaatbewegingen zijn zich minder bewust van het feit dat de klimaatstrijd geen thema is dat rechts en links verdeelt, maar wel de elite en de minder kansrijken. Uiteindelijk gaat het niet om de industrie van de fossiele brandstoffen, wel om de elite die de industrie van fossiele brandstoffen in stand houdt om daar haar voordeel mee te doen.”

Klimaatwetenschappers worden niet gehoord

De grote frustratie van de Sunrise Movement is dat de politieke leiders overal ter wereld eigenlijk al meer dan veertig jaar Oost-Indisch doof blijven voor de alarmkreten van de klimaatwetenschappers.

Varshini: “We verkeren echt wel in een noodtoestand. Dat besef begint langzaam door te dringen. Met onze beweging hopen we natuurlijk dat Biden de presidentsverkiezingen wint.

Maar het is zeker onze opdracht om hem bij de les te houden en niet alleen te kijken of hij de klimaatdoelstellingen kan waarmaken maar ook of hij beter kan doen dan het halen van de minimumnorm.

Want de tegenstand om iets aan de klimaatverandering te doen zal bijzonder heftig blijven. Joe Biden is niet de kandidaat die ik zou hebben gewild, maar hij zal in ieder geval meer ruimte laten dan Donald Trump om te proberen een echte Green New Deal af te dwingen.”

Klimaat, ongelijkheid en racisme zijn één strijd

In haar boek Winning the Green New Deal: Why We Must, How We Can bepleit Varshini Prakash overigens duidelijk dat de strijd tegen de opwarming niet los staat van de noodzaak om ook voor jobs te zorgen en racisme en ongelijkheid te blijven bestrijden.

“Het ene hangt met het andere samen”, legt ze uit. “Na de orkaan Katrina hadden we al een Green New Deal kunnen krijgen als toen niet was gebleken dat zwarte levens minder belangrijk werden geacht dan blanke.

Ongelijkheid en discriminatie hebben bijgedragen tot de klimaatcrisis, daar ben ik vast van overtuigd. Het probleem bij het grootste deel van de bevolking blijft het hebben van een job om in de basisbehoeften te kunnen voorzien.

Tegelijk blijkt uit alle enquêtes dat de overgrote meerderheid van de mensen beseft dat over twintig of dertig jaar het milieu en het klimaat de meest verontrustende problemen zullen zijn. We moeten dat probleem echt in de komende tien jaar oplossen.”

Het is overigens opvallend dat niet alleen de Sunrise Movement maar ook PwC, één van de zogenaamde ‘Big Four’ accountantskantoren, en toch de verpersoonlijking van het neoliberale kapitalisme zijn, aangeeft dat er maar tien jaar meer overblijven om de stier eens eindelijk echt bij de hoorns te vatten. PwC-topman Blair Sheppard schreef daar het boek Ten years to midnight over.

Keuze tussen klimaat en economie klopt totaal niet

Vanuit de dubbele vaststelling dat het einde van de wereld echt wel met rasse schreden nadert als we ons gedrag niet veranderen en dat het voor veel mensen elke dag zwoegen is om niet compleet in armoede te verzanden, schreef de Franse topeconoom Christian Gollier onlangs het boek Le climat après la fin du mois.

Daarin maakt de man, die ook algemeen directeur is van de Toulouse School of Economics komaf met de illusie dat de ecologische transformatie iets weg kan hebben van een sprookje dat tegelijk jobs creëert en rijkdom voor allen schept en de natuur in al haar glorie herstelt. Die grot van Ali Baba mogen we volgens hem vergeten.

Hij wijst erop dat alle maatregelen die uiteindelijk zullen worden genomen om de klimaatopwarming tegen te gaan de koopkracht zullen aantasten, zowel in de ontwikkelde industrielanden als in de groeilanden.

Varshini Prakash sluit zich daarbij aan, maar ze blijft er wel op hameren dat er nog altijd hoop is om het tij ten goede te keren. “De lobby van de fossiele brandstoffen heeft een narratief ontwikkeld dat we ofwel voor het klimaat moeten gaan ofwel voor de economie. Maar dat klopt natuurlijk langs geen kanten. Want zonder planeet is er helemaal geen economie meer mogelijk.

Nogal wat mensen hebben Greta Thunberg beschimpt nadat ze in haar speech voor de Verenigde Naties zei dat de generatie van huidige beleidsmakers met holle slogans en lege woorden haar jeugd en haar dromen heeft gestolen.

Maar ik heb de jongste maanden heel vaak met jongeren gesproken die suïcide niet uitsluiten omdat de wereld er op klimaatvlak zo slecht aan toe is. Al zal de coronapandemie en de manier waarop racisme weer de kop opsteekt ook wel meespelen.

Het gevaar bestaat dat jongeren in totale apathie vervallen omdat ze denken dat alles toch al naar de vaantjes is. Ik beschouw het als onze rol om hen met de Sunrise Movement opnieuw hoop te geven. Door te zeggen dat ze echt wel het potentieel en de kracht hebben om dingen in beweging te zetten en tot stand te brengen die voorheen onmogelijk waren.

Ook het kleinste, geringste procentje kans dat we hebben om een klimaatcatastrofe te vermijden moeten we grijpen omdat dit miljoenen levens kan redden. Maar als de nood het hoogst is, zoals in echte oorlogssituaties, zie je soms ook een wonderbaarlijke solidariteit ontstaan die anders niet voor mogelijk was gehouden.”

Positieve boodschap brengen

Precies die positieve boodschap wil de Sunrise Movement ook benadrukken. “Ik denk inderdaad”, zo zegt Varshani, “dat we meer kunnen bereiken door te benadrukken welke positieve gevolgen een gemeenschappelijke actie tegen de opwarming van de aarde voor de gemeenschap kan hebben, dan door mensen angst aan te jagen of hogere taksen te heffen op fossiele brandstoffen, die vooral de minst begoeden in de portemonnee raken.

Een ander systeem met onder meer gezonde voeding op basis van de productie van lokale boeren, een goed functionerend openbaar vervoer, en meer appreciatie voor de beroepen waarvan we tijdens de coronapandemie hebben gezien hoe noodzakelijk ze zijn, is voor mij geen utopie, maar de logische uitkomst van  een beleid dat inzet op samenwerking en co-creatie. Dat begint alvast met ‘anders durven denken’. Ook binnen de Sunrise Movement.

Misschien bereiken we meer met de klimaatbeweging als we niet langer voornamelijk op de hoogdringendheid wijzen om iets aan de opwarming van de aarde te doen, maar eerder focussen op alle lovenswaardige initiatieven op dat vlak die ons dichter bij een rechtvaardigere wereld brengen.

Misschien kunnen we in één beweging ook een positieve impact hebben op de psychologische gezondheid van miljoenen mensen als we hen deel kunnen maken van een gezamenlijk project dat hoop biedt op een toekomst waarin welzijn en welbevinden even belangrijk zijn als materiële welvaart.

Hoe meer mensen – jong en oud – zich aansluiten bij de Sunrise Movement, hoe meer kans we maken om onze dromen waar te maken.”