📖 Kees Klomp: “Wat ik hartstochtelijk geloof is dat onze systemen alleen kunnen veranderen door veranderingen op de existentiële verhaallaag”

Zonder dat we ons daarvan bewust zijn, is onze economie eigenlijk existentieel stelt betekeniseconoom Kees Klomp. Onze economie draait om pseudo-oplossingen voor echte existentiële spanningen. Wat ik hartstochtelijk geloof is dat onze systemen alleen kunnen veranderen door veranderingen op de existentiële verhaallaag. Die verhaallaag kan alleen veranderen in mensen: een betere wereld begint niet bij jezelf, maar in jezelf.

Dit verhaal is de longread van een verhaal dat ingekort als column van Nathalie Arteel bij #ZigZagHR verscheen. Vanuit Re-story schrijf ik deze columns voor Nathalie op basis van interviews die we samen met een brede waaier aan mensen hebben over waardering, bedrijfscultuur, werkgeluk en dankbaarheid.


“Symptomen rusten op systemen en systemen rusten op verhalen”, steekt Kees Klomp van wal in het online interview dat Nathalie Arteel en ik met hem hebben.

Kees: “Die uitspraak komt van de Amerikaanse denker Charles Eisenstein en wil zeggen dat de werkelijkheid zich altijd in drie lagen aan ons ontvouwt. 

Het is eigen aan de mens om zich het grootste deel van de tijd te focussen op de symptomen. Omdat we ze zien: klimaatverandering, biodiversiteitsverlies, polarisering, ongelijkheid, depressie en burn-out. 

Die symptomen ontstaan vanuit een systeem. Elk systeem is een conditionering van de maatschappelijke afspraken die we met elkaar hebben gemaakt. 

De wezenlijke laag die Eisenstein toevoegt, is dat systemen ontstaan vanuit de onderliggende verhalen. Wij zijn verhalende wezens. De verhalen die we vertellen vormen ons wereld- en mensbeeld. En zo ook ons zelfbeeld. Het is een proces van projectie en perceptie: zo binnen, zo buiten. 

Wat zich binnen onszelf en buiten onszelf afspeelt, komt op hetzelfde neer. En andersom. Omdat de buitenwereld niet meer overeenkomt met onze binnenwereld zijn we in een diepe existentiële crisis terechtgekomen.”

Existentiële onzekerheid

Kees: “We zijn geconditioneerd met het verhaal dat het altijd beter moet, de economie altijd moet groeien en dat we als mens in staat zijn alle gevaren te controleren en beheersen.

Maar we zien voor onze ogen dat dit niet klopt en dat legt een diepe laag van existentiële onzekerheid bloot. (Het Stockholmsyndroom, zegt Leo van de Voort hierover in het interview met hem: we zijn gaan houden van het systeem dat ons gegijzeld houdt -MV).

Bij die existentiële onzekerheid zit ook de crux van hoe ik naar economie kijk en dus ook naar bedrijven en HR. Daar is een groot onvermogen om die existentiële onzekerheid bij zichzelf aan te gaan. 

Binnen leiding en management van organisaties en bedrijven, en dus ook in het HR-beleid, blijft men in de veilige symptoomlaag zitten waar mensen rollen vervullen en waarin de realiteit zich voor een belangrijk deel afspeelt in een spreadsheet. We hebben mensen gematerialiseerd. Dat is veilig en beheersbaar omdat je met cijfers kan schuiven. 

Mijn theorie van economie is dat die materiële laag een soort pseudo-vervulling is van de existentiële laag die daaronder zit. 

Op die existentiële laag hebben we een emotionele laag gelegd die over plezierige en onplezierige emoties gaat. Daarop hebben we nog een morele laag gelegd die over goed en slecht gaat. Daarbovenop - en dat is ontzettend belangrijk - ligt dus de materiële laag die over bezitten en niet-bezitten gaat.

Mijn theorie is dat onze economie, zonder dat we ons daarvan bewust zijn, eigenlijk niet materieel maar existentieel is.”

De vijf V’s

Kees: “Onbewust worden we gedreven door de uitdagingen en spanningen die zich op die existentiële laag afspelen. Het zijn vijf V’s die voor een diepe existentiële pijn zorgen. 

De eerste en grootste spanning is onze Vergankelijkheid: het besef dat we geboren worden om te sterven. Het besef dat alles wat we doen er niet toe doet omdat we uiteindelijk zullen sterven, maakt een diep existentiële spanning los. 

De tweede spanning is Verwerkelijking: wij kunnen niet leven zonder zin. Wij zijn ons bewust van ons leven en daar moeten we iets mee, we kunnen niet leven zonder zin. 

In dat opzicht ben ik een echte existentialist, zoals ook psychiater Dirk De Wachter is: we moeten iets van dit leven maken. Als het leven geen zin heeft, waarom leven we dan? Ons zinloos voelen zorgt voor een diepe existentiële pijn. 

De derde is Veiligheid, maar we leven in volstrekte bestaansonzekerheid. De enige zekerheid is onzekerheid. Die onzekerheid proberen we te controleren door schijnveiligheid te creëren. 

Dan is er als vierde en vijfde nog Vrijheid en Verbinding. We hebben een diepgewortelde existentiële behoefte aan zelfbeschikking. Tegelijk weten we dat we niet overleven zonder verbinding met andere mensen. Inclusie, gezien, geliefd en gewaardeerd worden, is existentieel.  

In de economie en in onze samenleving zijn we deze existentiële spanningen en uitdagingen aan het uitspelen. De enorme bewondering van jonge mensen voor miljardairs bijvoorbeeld. Dat gaat niet zozeer over het feit dat deze mensen heel veel geld hebben, het gaat erom dat jonge mensen ze associëren met geslaagd zijn. 

Geslaagd zijn is een existentiële uiting van ingesloten, gezien, geliefd en gewaardeerd willen worden. Het appelleert ook aan veiligheid, omdat het idee bestaat dat je onaantastbaar bent als je geld hebt. 

Mensen die rijk zijn associëren we met gelukkige mensen. Hoewel dat onzin is, is het een diepgeworteld geloofssysteem dat in onze samenleving nauwelijks wordt bevraagd. 

Het is een gegeven: ik bezit dus ik ben. Ik heb succes dus mijn leven heeft zin. Ik heb veel likes op sociale media dus ik word geliefd. Dat soort associaties is de motor van onze economie.” 

De fix

Kees: “Onze economie draait allang niet meer om het bevredigen van reële behoeften. Onze economie draait om begeerte en begeertes zijn de pseudo-oplossingen voor echte existentiële spanningen. 

Het mooie van begeerte, en dat is ook het kwaadaardige ervan, is dat je ze eindeloos kan najagen omdat ze net als heroïne of alcohol een fix geven. 

Nu zijn fatbikes een statussymbool onder jongeren. Als je die fatbike hebt, voel je je gezien, geliefd, gewaardeerd en succesvol. Alleen ebt dat  gevoel snel weg en dan ben je weer die persoon met dezelfde existentiële spanningen. 

Het kenmerk van een existentiële uitdaging is dat het een gemis is, een diepgewortelde behoefte die nooit echt te bevredigen is. Wat je ook doet, je kan je dood niet voorkomen. 

We zullen dus met die existentiële spanningen moeten leren leven. Alleen kan je begeertes, de illusie dat je onsterfelijk kan worden als je steenrijk bent, eindeloos achterna jagen. Het is nooit echt, maar net echt genoeg om het de moeite waard te maken er achteraan te lopen. 

Dat is wat in een verslaving de fix wordt genoemd. Dat korte moment van vervulling en voldoening als je een shot heroïne zet, is voor heel veel mensen de motor om ons huidige economische systeem in gang te houden. 

We moeten erkennen dat we een aan heroïne verslaafde samenleving zijn geworden om de pijn van wat het is om mens te zijn te ontlopen. 

Dat is mijn diepste analyse van de verhaallaag waar Charles Eisenstein het over heeft. Ik denk dat de bron van alle huidige crises het geconditioneerde en gecultiveerde misverstand is dat we individuele wezens zijn.

Charles Eisenstein noemt dit het verhaal van afscheiding. De illusie dat wij een autonoom individueel bestaan leiden, afgescheiden van andere wezens, creëert een diep gevoel van eenzaamheid en onvermogen.

Wat als je kan erkennen dat je niet leeft in afgescheidenheid, maar in verbinding?

Dat is ook de ecologische werkelijkheid. Elke ecoloog kan je uitleggen dat het leven op aarde bestaat uit wederzijds afhankelijke relaties. Dat is een empirisch feit: we zijn geen individualisten. We hoeven ons niet alleen te voelen. We zijn verbonden met alles en iedereen.”.

Bevrijde markt

Kees: “Een tweede verhaalelement is het idee, de illusie, dat wij onvolkomen zijn. Dat er iets mis met ons is, omdat wat we ook doen, die existentiële spanningen en zorgen niet weg gaan. 

Die onvolkomenheid hebben we gecultiveerd in een soort ratrace om altijd iets te bewerkstelligen: het gemis dat gevuld moet worden en gecompenseerd kan worden door bepaalde dingen te bereiken.

Dat is niet nodig. We kunnen leven met het idee dat we zullen sterven. We kunnen leven met het feit dat we niets controleren. We kunnen leven met het feit dat een zinvol bestaan ook een zinloos bestaan is. Dat kunnen we allemaal.

En dan kunnen we het gaan hebben over een bevrijde markt in plaats van een vrije markt, die helemaal niet vrij is, omdat de vrije markt ons nu allerlei illusies dicteert waar we achteraan lopen in de hoop op verlossing van existentiële pijn. Dat gaat niet gebeuren. 

Dat kan alleen als we het beest in de bek kijken. We moeten onszelf bevrijden om ook de markt te bevrijden.

Wat ik hartstochtelijk geloof is dat onze systemen alleen kunnen veranderen door veranderingen op de existentiële verhaallaag. En die verhaallaag kan alleen veranderen in mensen: een betere wereld begint niet bij jezelf, maar in jezelf. 

Ook de verandering in hoe we HR bedrijven en binnen organisaties met mensen omgaan, begint met de intrinsieke motivatie van de mensen die het beleid maken: als je aan HR doet met een materialistisch wereldbeeld kan je mensen niet existentieel benaderen.”  

Morele kanteling

Kees: “Het probleem is dat HR na een paar honderd jaar kapitalisme en een paar decennia neoliberalisme een technocratische aangelegenheid geworden is. Mensen zijn nummers. Mensen zijn salarissen. Mensen zijn rollen. Mensen zijn resources. 

De mensen op HR-afdelingen kunnen vaak niet veel anders dan met die realiteit werken. Ik ontmoet heel veel frustratie bij HR-managers omdat zij dit ook zien. Ze lopen vast in een systeem waarin ze niet de tools en de middelen hebben om met de behoeften van jonge mensen om te gaan. 

Ik hoop dat HR inziet dat deze nieuwe jonge instromers - ik heb ze als studenten en dus aspirant-werknemers ook dagelijks voor mijn snufferd - aan het veranderen zijn en anders kijken naar bedrijven en werken.  

Echt anders dan ik. Ik ben een X-er, ik ben 55. Ik kan me nog herinneren dat toen ik na mijn studie politicologie en communicatiewetenschappen aan een linkse universiteit uitstroomde zelfs in mijn omgeving het hebben van een goede baan met een salarisperspectief een onvoorstelbaar dominante factor was bij het nemen van beslissingen. 

Dat was het dominante verhaal in de jaren negentig toen ik begon met werken. En ik vind het een ontzettend positief en hoopgevend signaal dat ik nu studenten voor me heb die aangeven dat ze dat echt niet gaan doen. 

Er zijn studenten die heel bewust weigeren te solliciteren bij bedrijven als Shell, Vopak, Unilever of ABN AMRO omdat dat een smet op hun CV is. (In Frankrijk tekenden de studenten van Pour un réveil écologique zelfs een verbintenis om niet voor bedrijven uit de fossiele industrie te gaan werken, red.)

Terwijl deze bedrijven in mijn tijd het keurkorps waren: als je bij Unilever of ABN AMRO kon gaan werken, was je pad gezegend voor de rest van je carrière. Dan had je het gemaakt. Nu wordt het gezien als een vloek. 

Sterker nog, de banen waar je heel veel geld verdient zijn vaak de jobs die David Graeber de bullshit jobs noemde: de meest zinloze banen waaraan mensen kapot gaan van zinloosheid. 

Het goede nieuws is dat studenten dat beginnen in te zien. De wal gaat het schip keren. In plaats van te onderhandelen op salaris zeggen jonge mensen nu dat ze drie of vier dagen in de week willen werken, omdat ze andere dingen ook belangrijk vinden.

Dat is een morele kanteling. Dat is heel erg wezenlijk. Daar heeft HR mee te dealen en moet daar een andere manier van denken en doen voor ontwikkelen. 

Ik merk ook dat dit inzicht komt. De HR-opleiding binnen de hogeschool Rotterdam omarmde als eerste de betekeniseconomie, omdat de docenten herkenden dat steeds meer jongeren niet voor een inkomenscarrière, maar voor een impactcarrière kiezen.” 

Waarde creëren

Een bekend onderdeel van de Betekeniseconomie-benadering van Kees Klomp is zijn 3W-model. Op het moment van dit interview op 23 november 2023 was dat ook zo. Inmiddels heeft Kees een iverde W geintroduceerd Wel-leven. Verderop meer daarover.

Kees: “Er zijn drie universele manieren waarop we waarde creëren, de 3 W’s: Welvaart, Welzijn en Welbevinden. 

Dat zijn drie indicatoren waarmee we werken op macro-economisch niveau. Diezelfde drie zie je ook terug in bedrijven en organisaties op micro-economisch niveau. 

De zakelijke realiteit van een bedrijf, de Welvaart, bestaat uit drie indicatoren: omzet, winst en assets. Soms als vierde ook nog beurswaarde. Dat is de realiteit van elke bestuurskamer, omdat dit de indicatoren zijn waarop een bedrijf bestuurd wordt. 

Daar kan je twee grotere ringen omheen tekenen. Een bedrijf heeft ook het persoonlijke domein van Welbevinden, omdat het werk een plek is waar mensen zich ontplooien en waar ze andere mensen ontmoeten. 

In het huidige reductionistische denken gaat werkgeluk echter vaker over het feit dat gelukkige medewerkers meer produceren en grotere financiële resultaten realiseren. 

Als laatste heb je de maatschappelijke laag van Welzijn. Er is geen bedrijf in de wereld dat in isolement kan functioneren. Geen enkele onderneming staat op zichzelf. 

Dat betekent dat elk bedrijf per definitie een rol speelt in maatschappelijke issues als wereldvrede, biodiversiteit en sociale inclusie.

In het huidige dominante verhaal zijn welzijn en welbevinden een uitvloeisel van welvaart. HR werkt in dienst van het zakelijk resultaat. 

Het probleem is niet dat er geen welvaart mag zijn. Welvaart is een groot goed dat we moeten koesteren. Alleen moet je welvaart, welzijn en welbevinden als communicerende vaten zien. 

Het probleem nu is dat de eenzijdige focus op Welvaart ten koste gaat van Welzijn en Welbevinden. We zijn steeds rijker geworden, terwijl het niveau van Welzijn en Welbevinden is gelijk gebleven of zelfs aan het afnemen is. 

Welzijn en Welbevinden belangrijker maken kan daarom volgens mij niet anders dan ten koste gaan van Welvaart: als je persoonlijk welbevinden echt belangrijk vindt, gaat dat ten koste van je financiële resultaten. 

Dat geldt ook voor de buitenlaag: impactondernemers nemen genoegen met een lager financieel resultaat omdat ze beseffen dat bijdragen aan een betere wereld geld kost. 

Een mooi voorbeeld is de Greystone Bakery in New York die in 1982 is opgericht door zenboeddhist Bernie Glassman. Dit bedrijf voegt de daad bij het woord. Het heeft tot op vandaag als slogan:  we don't hire people to bake brownies, we bake brownies to hire people

Het wil zoveel mogelijk mensen empoweren. Jaar na jaar toont het financiële jaarverslag hoe ze gecreëerde financiële waarde hebben benut om mensen zich te laten ontwikkelen. 

Ze hebben ook een filosofie van open hiring, je kan bij hen komen werken zonder sollicitatie. Omdat solliciteren voor veel mensen met een sociale problematiek een dealbreaker is: ze hebben vaak geen cv of er staan dingen op die het daglicht niet verdragen.

Om nog meer te kunnen betekenen, reiken de initiatieven steeds verder. Zelfs tot woningbouw- en scholingsprojecten. Die projecten ontstaan allemaal vanuit de financiële waarde, die in plaats van naar aandeelhouders continu wordt ingezet om nog meer te betekenen voor mensen.

Dan bedrijf je HR die echt is gericht op het laten groeien van mensen in plaats van mensen harder te laten werken om financiële resultaten te vergroten voor aandeelhouders. 

Degrowth en post-growth vinden mensen met een materialistische mindset een moeilijke discussie. Ik denk dat we via die weg uiteindelijk bij het economische gedachtegoed van Herman Daly over de steady state economy uitkomen: een economie in balans. 

(Of ‘omgroei’ zoals Re-story coöperant Dirk Holemans het noemt, hier op Re-story lees je een voorpublicatie uit het boek dat hij daarover met Lara Ferrante en Elze Vermaas schreef.

Winst is een essentieel onderdeel van een gezonde bedrijfsvoering, je hebt een surplus nodig om vet op de botten te kweken. Geld is ok. Maar niet als je het uit het bedrijf haalt voor investeerders die er niets voor doen en het ten koste gaat van het welzijn en welbevinden van andere mensen.”

Een vierde W: Welleven

Dit interview met Kees Klomp vond plaats op 23 november 2023. Op 26 februari 2024 meldde Kees op LinkedIn dat het tijd was voor een terugroepactie van zijn 3W-model.

“Ik ben de belangrijkste W vergeten” appte hij me een paar dagen voor de terugroep-actie, waarop ik reageerde dat het eerder voortschrijdend inzicht is, dan vergeten.

Dit voortschrijdend inzicht van Kees was gekomen met het schrijven en samenstellen van een nieuw ecologie-boek.

Kees: “Ik ben op een blinde vlek in mijn denken gestuit. Ecologie - systeembiologie - is een essentieel uitgangspunt voor het inrichten van een toekomstbestendig economisch systeem.

Op de een of andere manier heb ik dit nog vertaald in een waardebeginsel en dat kan natuurlijk helemaal niet. Het creëren van zowel welvaart, welzijn als welbevinden is 100% afhankelijk van ons vermogen om de natuur te beschermen en versterken.

Daarom moét ik mijn 3W-model openlijk als achterhaald bestempelen en vervangen door het 4W-model. Er ontbrak een essentiële, existentiële waardebron die ik Wel-leven heb genoemd:

Mensen kunnen namelijk ook ecologische waarde creëren. Welleven is gericht op het versterken van de levenskwaliteit in de letterlijke zin van het woord; het versterken van het natuurlijke leven!

Welleven is dat wat actief bijdraagt aan het laten gedijen van het leven op aarde. Welleven draait dus om het regenereren van de aardse ecosystemen waarvan wij mensen een onderdeel vormen.

Welleven kunnen we maken en meten door middel van het monitoren van een hele concrete ecologische indicator: biodiversiteit.”


Een vraag aan jou voordat je hier vertrekt …

Wat ons interesseert is wat de Re-stories die we maken met je doen. Het gaat niet alleen om bereiken, maar vooral om beraken.

Hoe klinkt dat voor jou om deel te zijn van een economie die draait om pseudo-oplossingen voor echte existentiële spanningen?

We horen het graag van je in de comments hieronder …