📖 Zo pakt D’Ieteren Immo duurzaamheid aan
Het is altijd de bedoeling van D’Ieteren Immo geweest om als vastgoedgroep te anticiperen op de maatschappelijke en milieuveranderingen. Inmiddels produceert het bedrijf al ongeveer de helft van de energie die de onderneming gebruikt zelf. Ze doen aan watermanagement, werken rond biodiversiteit en het gebruikte energiebeheersysteem is zelflerend. Dat het bedrijf daarmee een buitenbeentje in de sector is, stoort Managing Director Paul Monville allerminst. Wel integendeel: “We kijken voortdurend naar mogelijkheden om ons nog meer op duurzaamheid te profileren. Onze deur staat open voor mensen uit binnen- en buitenland die inspiratie willen komen opdoen.”
In 2016 vormde de beursgenoteerde groep D’Ieteren, bekend als invoerder en verdeler van automerken als Volkswagen, Audi, Seat en Porsche, haar afdeling die instaat voor het beheer van haar vastgoed om tot het zelfstandige bedrijf D’Ieteren Immo.
Aan het hoofd staat Paul Monville. “Het is altijd de bedoeling geweest”, zegt hij. “om als vastgoedgroep te anticiperen op de maatschappelijke en milieuveranderingen. Ook toen we nog geen afzonderlijk bedrijf waren, wilden we ons al duidelijk profileren door het langetermijndenken voorop te zetten.
Dat kost ons op korte termijn rendement, maar we vinden dat wij als bedrijf zeker ook de verantwoordelijkheid hebben om ons steentje bij te dragen en aan alle stakeholders te denken. Uiteraard zijn de aandeelhouders belangrijk. Maar hetzelfde geldt voor leveranciers, klanten, omwonenden, en eigenlijk de hele maatschappij.
Als je weet dat de stroom die wordt opgewekt door olie en gas te verbranden jaarlijks nog altijd meer dan 30 miljard ton CO² uitstoot, dan heeft elk bedrijf in mijn ogen de plicht om van rationeel energieverbruik een prioriteit te maken.”
Duurzame Ontwikkelingsdoelen leidraad
D’Ieteren Immo beheert op een dertigtal sites het vastgoed van D’Ieteren Auto, dat voor het grootste stuk wordt verhuurd aan de zelfstandige garagehouders. “Met de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties als leidraad,” zegt Paul Monville, “investeren we met het oog op de opwaardering van die sites in verschillende projecten.
We hebben ook een team dat zich constant bijschoolt om de potentiële bronnen van innovatie en creativiteit te identificeren en te ontwikkelen. Als aanvulling bij het vastgoedbeheer verlenen we ook vastgoedadvies aan de huurders van de sites.”
Bij het beheer van het patrimonium ligt de focus heel sterk op duurzaamheid. “Het spreekt voor zich”, aldus Paul Monville, “dat we daarbij mikken op de integratie van alternatieve energiebronnen. We hebben de jongste jaren dan ook al heel wat geïnvesteerd in de productie van hernieuwbare energie via technieken zoals warmtekrachtkoppeling, fotovoltaïsche panelen, geothermie en de volledige renovatie van gevelbekleding.”
D’Ieteren Immo produceert al ongeveer de helft van de energie die de onderneming gebruikt zelf en doet daarmee een stuk beter dan andere bedrijven die ook op de kar zijn gesprongen van de productie van eigen energie. Maar het is een duidelijke ambitie om dat cijfer nog op te drijven en er zo voor te zorgen dat D’Ieteren Immo en de huurders minder energie moeten inkopen.
Paul: “Rationeel energiegebruik is niet alleen goed voor de planeet, maar levert ook kostenbesparingen op. Door de oude verlichtingssystemen te vervangen door geautomatiseerde ledverlichting of door gebruikers toegang te geven tot tools waarmee ze hun eigen verbruik kunnen beheren, zijn we er bijvoorbeeld al in geslaagd om onze energiekosten flink te doen dalen.”
H20-project onderstreept pioniersrol
Het recente project met de naam H20 dat D’Ieteren Immo in samenwerking met de Vrije Universiteit Brussel en de Universiteit Hasselt lanceerde, illustreert duidelijk dat de uitgesproken duurzaamheidsambities van de groep geen holle slogans zijn.
“Net in de autosector, die toch de naam heeft een grote ecologische voetafdruk te hebben, is het volgens ons zeer belangrijk om te tonen dat we op een creatieve manier op zoek gaan naar duurzame oplossingen”, geeft Paul aan. “Het project H2O op de site van Erps-Kwerps draait om de slimme opslag en verdeling van zelfgeproduceerde elektriciteit, die onder meer ook moet dienen om elektrische wagens op te laden.
De groene energie die D’Ieteren er produceert via zonnepanelen en warmtekrachtkoppeling voorziet de hele site van energie via een slimme wisselwerking tussen veilige, krachtige energiecellen. De energie wordt naast de bestaande installatie ook opgeslagen in een op maat gemaakte batterijcontainer.
Paul: “We hebben samengewerkt met verschillende gespecialiseerde experts van bedrijven en organisaties zoals Energyville, Sunpower, Intilion en AAtechnics en kunnen daardoor nu prat gaan op een energiebeheersysteem dat een voorbeeldfunctie zal hebben op verschillende niveaus.”
Het is de bedoeling om ook op andere sites van de groep gelijkaardige projecten op te zetten. Het commercialiseren ervan om dit soort projecten ook te gaan uitrollen bij andere vastgoedbeheerders of facilitaire managers van andere bedrijven is echter niet aan de orde. Maar onze deur staat open voor mensen uit binnen- en buitenland die inspiratie willen komen opdoen.”
Zelflerend systeem
Het H20-project is bedoeld om niets van de energie die door de zonnepanelen is opgewekt verloren te laten gaan. “De op maat gemaakte batterijcontainer,” legt Paul uit, “maakt het mogelijk die opgeslagen energie optimaal te gebruiken, ook als de zon niet schijnt.
Het gekozen energiebeheersysteem houdt rekening met verschillende variabelen zoals de verwachte zonneschijn en buitentemperatuur, de energieprijzen van aardgas en elektriciteit – inclusief dag- en nachttarief – de verbruiksprofielen van de hele site, de rendementen van de installaties en de slijtage van de batterijen.
Allemaal met de bedoeling om het aandeel van de zelf opgewekte energie in het totale verbruik nog sterk op te drijven. We hebben ook bewust gekozen voor een Europese leverancier van batterijen, omdat we het totaalplaatje in het oog willen houden en de vermindering van de CO²-uitstoot niet teniet willen doen door te hoge transportkosten.
Ook op het vlak van de veiligheid hebben wegeen enkel risico genomen en hebben we gekozen voor een ‘fire protection rack’, een concept waarbij de batterijcellen worden opgedeeld in modules zodat de schade beperkt blijft bij een onverhoopte brand.
Daarnaast worden de rookgassen na uitfiltering van schadelijke stoffen naar buiten geventileerd, om zo de hele buurt te vrijwaren. Ten slotte worden de batterijen geplaatst in een waterdichte inkuiping zodat het geheel onder water gepompt kan worden, mocht een eventuele brand toch niet onder controle te houden zijn.
Als kers op de taart is het systeem zelflerend en past het zich aan aan de evolutie van de activiteiten op de site. Om het geheel nog efficiënter te maken, hebben we eind 2019 bijkomende fotovoltaïsche panelen geplaatst.”
Watermanagement en biodiversiteit
Paul Monville benadrukt dat elk bedrijf in elke sector veel kan doen rond duurzaamheid. “Dat is voor de toekomst geen optie, maar een noodzaak”, verduidelijkt hij. “Daarom werken we niet alleen rond efficiënt energiegebruik, maar ook rond andere aspecten, zoals watermanagement en biodiversiteit.
Zo vangen we regenwater op waarmee we de auto’s op de sites wassen en hebben we een plan uitgewerkt om op onze sites, waar vroeger altijd veel is verhard om meer parkings aan te leggen, toch de doorsijpeling van het regenwater te bevorderen.
Op verschillende sites hebben we ook al enkele parkeerplaatsen opgegeven om er biodiversiteitszones aan te leggen. We zijn er immers van overtuigd dat oog voor duurzaamheid integraal deel moet uitmaken van alle beslissingen die we nemen.
We kijken voortdurend naar mogelijkheden om ons op dat vlak nog meer te profileren. Dat we daarmee een buitenbeentje zijn in de vastgoedsector stoort ons niet. Wel integendeel. Want we zien ook in andere sectoren dat bedrijven die volop inzetten op duurzaamheid en op stakeholderswaarde het voortouw nemen.”
Een van de bedrijven waar Paul Monville in dat verband naar verwijst is de Amerikaanse tapijtfabrikant Interface, dat processen uit de natuur slim integreert in de bedrijfsstrategie. “Maar het hoeft niet altijd zo spectaculair te zijn”, besluit hij.
“Op elk niveau zijn ingrepen mogelijk en het is mijn vaste overtuiging dat het de verantwoordelijkheid is van elke ondernemer om aan duurzaamheid te werken. Persoonlijk ben ik ook van mening dat menselijke interactie daarbij noodzakelijk blijft. De complexiteit van de wereld gaan we niet via schermen kunnen oplossen.”
Een vraag aan jou voordat je hier vertrekt …
Wij meten niet hoeveel mensen dit verhaal lezen, dat is niet zo relevant. Wat ons interesseert is wat de Re-stories die we maken met jou doen!
“Onze deur staat open voor mensen die inspiratie willen komen opdoen”, zegt Paul Monville. Zou jij meegaan als we een bezoek aan D’Ieteren Immo organiseren?