📖 Dajo Hermans: “Een eigen bedrijfsbos is geen doekje voor het bloeden”
Dajo Hermans is een ondernemer in hart en ziel. Nauwelijks had hij zijn succesvolle pr-bureau Bereal van de hand gedaan, of hij ging samen met Frank Missoul en Dirk Coucke van start met Forest Fwd. Die start-up heeft een flink areaal van onderbenutte (landbouw)grond in kaart gebracht en stelt nu aan bedrijven voor om er hun eigen bos aan te planten. De verschillende formules van Forest Fwd leveren de bedrijven die er gebruik van maken op verschillende niveaus heel wat voordelen op en doen een ferme duit in het zakje om de doelstelling van de Vlaamse regering te halen om 4000 hectare bos aan te leggen tegen 2024.
Forest Fwd – lees als Forest Forward - is opgericht vanuit het idee dat almaar meer bedrijven echt wel begaan zijn met het grote milieuvraagstuk en met de klimaatopwarming zonder dadelijk te weten wat ze er zelf concreet aan kunnen doen.
“Hen de kans geven om in de regio een eigen bos aan te leggen, is wat ons drijft”, zegt Dajo Hermans. “Samen met United Experts hebben we gronden in agrarisch gebied in kaart gebracht die landbouwers niet meer optimaal kunnen gebruiken voor normale voedsel- of voederproductie omwille van de ligging, de bemestingsnormen of andere redenen. Niemand staat er bij stil maar er is een potentieel areaal van enkele tienduizenden hectare dat voor herbebossing in aanmerking komt.
De koppeling van dat gegeven aan de zoektocht van bedrijven naar een concrete invulling van de ambities om hun steentje bij te dragen tot de transitie naar een koolstofneutrale economie resulteerde in de oprichting van Forest Fwd.
We zijn de eerste private onderneming die zich richt op de markt van de bedrijfsbossen en we hebben onmiddellijk gemerkt dat de interesse van lokale overheden en ondernemingen bijzonder groot is.”
Maatschappelijke goodwill
De interesse van de ondernemingen in een eigen bos heeft volgens Dajo verschillende oorzaken. “Sommige ondernemingen zijn er zich goed van bewust dat het door de aard van hun activiteiten erg moeilijk is om hun klimaatafdruk ter verminderen. Het aanleggen van een eigen bos kan dan een compensatie in de ‘last mile’ zijn voor de vervuiling die ze moeilijk kunnen vermijden.
Andere organisaties willen met een eigen bos een bijdrage leveren om de biodiversiteit aan te zwengelen. Nog andere zijn echt op zoek naar manieren om maatschappelijke goodwill te creëren.
We moeten er niet flauw over doen. Vanuit mijn vroegere ervaring in mijn pr-bureau weten we ook dat in deze tijden het aanleggen van een eigen bos ook een manier is om de reputatie van een onderneming te versterken.
Als de communicatie goed gevoerd wordt is het instappen in onze formule ook een goede manier om jonge talenten aan te trekken, die zich sowieso beter dan de vorige generaties bewust zijn van de noodzaak op een maatschappelijk verantwoorde manier te ondernemen.
Maar het is natuurlijk veel meer dan louter imagovorming. Wie er enkel in geïnteresseerd is om zich een groen imago aan te meten, moet natuurlijk oppassen om niet door de mand te vallen. Een bos vraagt een zeker engagement.”
Hectare bos
Ondernemingen die zich engageren, zullen hun bos minstens twintig jaar kunnen claimen, maar in feite voor de eeuwigheid. Van heel het voortraject – het zoeken van de gronden, vergunningen en meer moeten ze zich niets aantrekken. Ook het beheer en het onderhoud van hun bos kunnen ze met een gerust hart toevertrouwen aan Forest Fwd.
Dajo: “Voor een all-in bos van een hectare –grond, administratie, vergunningen, aanplant, onderhoud en zelfs communicatie inbegrepen - betalen bedrijven gespreid over zeven jaar een bedrag van 85.000 euro.
Na zeven jaar kunnen ze dan nog dertien jaar gratis van hun bos genieten. Dan hebben ze een full option Rolls Roys-bos, zeg maar. We hebben ook goedkopere formules, waar de tarieven een heel stuk lager liggen.
De prijzen zijn volgens Dajo heel redelijk als je ziet wat daar eigenlijk allemaal tegenover staat: “Ik ben er ook vrij zeker van dat naast die lage instapdrempel ook het feit dat we de bossen hier in eigen land aanleggen een bijkomende reden voor de enthousiaste reacties is.
Dat is toch iets heel anders dan de aanleg van bossen in verre oorden. Door die nabijheid van onze bossen kunnen organisaties hun bos ook gebruiken voor allerlei initiatieven gaande van wandelmeetings en vergaderingen met klanten in een originele setting tot teambuildings.
Op die manier zorgen de bossen ook voor de menselijke verbondenheid waarvan iedereen vandaag de dag de grote noodzaak aanvoelt.”
Ook interessant voor boeren
De innovatie aanpak van Forest Fwd levert niet alleen een pak voordelen op voor het leefmilieu en de bedrijven, maar evenzeer voor de boeren.
Dajo: “Voor de onderbenutte grond die nu feitelijk niets oplevert, krijgen ze na de herbebossing van ons gedurende twintig jaar een mooie huurprijs. Bovendien vragen we voor hen bebossingssubsidies aan, die voor een hectare kunnen oplopen tot 25.000 euro.
En de grond waarop de nieuwe bossen staan, blijft hun eigendom, terwijl ze er gedurende twintig jaar niet naar moeten omkijken.”
Op die manier creëert Forest Fwd tegelijk financiële waarde, maatschappelijke return en ecologische impact.
Dajo: “We hebben al gezien dat de mooie beloftes om tegen 2050 een volledig koolstofneutrale economie te hebben, moeilijk waar te maken zijn zonder extra inspanningen.
Dat kan gaan over het afvangen van broeikasgas en het onder de grond stoppen of het uit de lucht filteren ervan, maar op dit moment lijkt dat nog allemaal iets te weinig concreet. Het concreetste wat we op dit ogenblik kunnen doen is meer bomen planten”.
Holistische benadering nodig
Er is ondertussen wel bezorgdheid gerezen over de vraag of er voldoende land beschikbaar is. Zo is het Italiaanse oliebedrijf Eni van plan dertig megaton CO²-uitstoot per jaar te compenseren met bossen. British Airways komt op hetzelfde getal uit.
Nu heeft het wetenschappelijke klimaatpanel IPCC berekend dat met bosplant in 2050 maximaal tussen de 500 en 3600 megaton per jaar uit de lucht te halen is. Een grove schatting, omdat andere klimaatoplossingen, zoals energie uit biomassa, ook een beroep op land doen.
Uitgaande van de ondergrens van 500 megaton, concludeert een rapport van Greenpeace dat slechts twee ondernemingen al 12 procent van het beschikbare oppervlak claimen voor compensatie. Dat zijn dan alleen nog bedrijven die een concreet getal hebben genoemd.
Shell heeft de suggestie gedaan dat een bos zo groot als Spanje nodig is om haar uitstoot te compenseren. Het olieconcern oogst er veel kritiek mee. Een heleboel andere bedrijven, zoals BP en Toyota, stellen wel CO²-uitstoot te willen gaan wegstrepen in hun 'net zero'-plannen, maar zeggen nog niet precies hoe.
Greenpeace waarschuwt dat dat niet allemaal tegelijk kan. Niet als puur het oppervlak het uitgangspunt is, maar al helemaal niet als ook de biodiversiteit, voedselvoorziening en sociale aspecten belangrijk zijn.
“Ik heb ook van het Greenpeacerapport kennis genomen”, reageert Dajo Hermans. “Maar het mag geen reden zijn om bij de pakken te blijven zitten. Alle beetjes helpen en met de ambitie om zo snel mogelijk 1.000 hectare onderbenutte grond te bebossen, dragen we heel concreet ons steentje bij.
Het is een concreet doe-plan, maar natuurlijk zal het om de doelstelling van volledige klimaatneutraliteit te halen gepaard moeten gaan met plannen op allerlei andere domeinen, zoals het verminderen van de veestapel, het overschakelen op hernieuwbare energie en het terugdringen van het kerosineverbruik in de luchtvaart.
Enkel bomen planten om CO² te reduceren gaat te veel uit van de redenering dat je voor de rest alles mag blijven doen zoals voorheen en dat is het verkeerde uitgangspunt.
Daarom is het belangrijk dat bedrijven die voor een bedrijfsbos intekenen, het ook werkelijk implementeren in hun bedrijfsvoering en er een journey van maken. Iets waarvan we zien dat het bij heel veel ondernemingen ook de insteek is.”
Klimaatspuitcabine
Dat het op alle vlakken nodig is om de krachten te bundelen, blijkt ook uit een recent rapport van de onafhankelijke onderzoeksorganisatie Carbon Disclosure Project.
Die telde alle tot nu toe bekendgemaakte doelstellingen van Europese bedrijven om de uitstoot terug te dringen bij elkaar op en zelfs als die gehaald worden, zou er tegen het einde van de eeuw toch nog sprake zijn van klimaatopwarming met 2,7 graden, een flink stuk boven het maximum van 2 graden dat bij de klimaattop in Parijs is afgesproken.
Om 'Parijs' wel te halen, zouden bedrijven hun inspanningen om emissies te verminderen moeten verachtvoudigen, volgens CDP. Er is dus nog heel wat werk aan de winkel.
In het gesprek dat we met Stefaan Vandist hadden, zei hij dat elke onderneming de komende jaren ‘door de klimaatspuitcabine’ moet. “Met ons bebossingsproject bieden we alle organisaties alvast een mooie kans om hun woorden rond milieu-inspanningen ook concreet gestalte te geven”, geeft Dajo Hermans daarop aan.
“Tegelijk zou de overheid natuurlijk haar inspanningen moeten voortzetten om ervoor te zorgen dat er zo weinig mogelijk mature bossen verloren gaan.
Maar een nieuw pad ontstaat door het te bewandelen. Vandaar dat we ons bij de keuze van de aanplant voor elke specifieke bodem laten bijstaan door kenners en specialisten.”
De Waalse bioloog Nicolas de Brabandère is zo een bosspecialist, die met zijn bedrijf Urban Forests, sinds een vijftal jaar bossen aanplant die in twintig jaar het ecosysteem hebben van een dicht woud. Dat doet hij volgens de Japanse Miyawaki-methode die eigenlijk imiteert hoe een bos spontaan groeit.
“We zitten binnenkort met Nicolas rond de tafel, maar ik kan alleen maar toejuichen dat steeds meer mensen inzien dat de klimaatproblematiek een globale aanpak vergt”, besluit Dajo Hermans, “en dat de aanleg van nieuwe bossen en extra natuur alvast een concrete stap in de goede richting is”.
Een vraag voor je hier vertrekt
Wat ons interesseert is wat de Re-stories die we maken met jou doen!
Welke initiatieven om de natuur en het ecosysteem te versterken ken jij nog? Breng ze onder de aandacht in een comment op dit verhaal.