📖 🎧 Met twee verzen van een liedje uit haar jeugd drukte Klimaatzaak-advocate Linli Pan-Van de Meulebroeke de rechters op het hart dat de overheid in actie moet schieten voor het klimaat
Het was een Facebookpost van David Van Reybrouck die mijn aandacht vestigde op Linli Pan-Van de Meulebroeke. De 28-jarige Belgische met roots in China is een van de advocaten van vzw Klimaatzaak die samen met meer dan 58.000 burgers, onder wie Elke en ik, een rechtszaak heeft aangespannen tegen de drie gewesten en de federale overheid, die bevoegd zijn voor het klimaatbeleid in ons land. Voor de vzw Klimaatzaak is het uiteindelijke doel dat ons land in lijn met het klimaatakkoord van Parijs in 2050 een netto nuluitstoot heeft. Een gesprek, te lezen of te beluisteren, met een jonge bevlogen advocate die met recht de wereld wil veranderen. Eerst dacht ze dat rechtspraak saai en conservatief was. Toen ze rechten ging studeren, ontdekte ze publiekrecht: “Er is wel een soort van wit blad. Er is ruimte voor creatie, voor reflectie over het bestuur, de democratie, de mensenrechten en al die onderwerpen die me echt interesseren. Maar ik besef nu pas goed dat je het recht kon gebruiken om deze onderwerpen ter discussie te stellen en ze te verbeteren.”
🎧 Luisteren
Je kan het interview met Linli Pan-Van de Meulebroeke ook in het Engels beluisteren via Soundcloud (hieronder) of in je favoriete podcastapp zoals Spotify, Apple Podcasts en App Mind.
We raden je aan om te luisteren, omdat je haar dan hoort zingen. En omdat ze in de podcast ook met trots het bijzondere verhaal van haar vader vertelt. Hij kwam op zijn zesentwintigste als professioneel schermer naar België om de Franse taal te leren. Hier werd hij geadopteerd door mevrouw Van de Meulebroeke.
David Van Reybrouck is een van de BV’s die zijn schouders onder de Klimaatzaak heeft gezet en het hele proces bijwoonde. Op Facebook deed hij daar verslag van en over de derde dag van het proces schreef hij dit:
‘Vandaag heb ik iets ongelooflijks gezien op de derde dag van de Klimaatzaak.
Een jonge juriste trad naar voren. Zij was de voorbije dagen nog niet aan het woord geweest. Linli Pan-Van de Meulebroeke bleek ze te heten, een Belgische van Chinese origine, 28 jaar oud.
Ze legde haar papieren op de tafel voor haar neer en begon met grote ernst over het artikel 2 en 8 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) te spreken en over artikel 6 en 24 van het VN-Kinderrechtenverdrag.
Het was adembenemend om haar bezig te zien. De grote rust en maturiteit waarmee ze sprak, de manier waarop ze een fijne juridische argumentatie ontwikkelde en tegelijk heel subtiel onverholen morele verontwaardiging liet blijken. Het was groots.’
En dit is maar een fragment van de loftrompet die hij over Linli Pan-Van de Meulebroeke afsteekt. Het was voor mij de reden om contact met haar te zoeken en zo zaten Elke Leyman en ik op een ochtend in mei op gepaste corona-afstand in een vergaderruimte van het advocatenkantoor EQUAL aan het Eugène Flageyplein in Brussel voor een gesprek met een zeer bevlogen en maatschappelijk betrokken advocate.
Met hart en ziel
“Ja ik heb het gelezen”, zegt ze over de lofzang van David Van Reybrouck. “Ik heb hem ontmoet op de dag dat ik mijn pleidooi hield. Hij kwam naar me toe en had enorm vriendelijke woorden voor me.
Ik had nooit gedacht dat mijn pleidooi zo’n impact op hem zou hebben. Ik was heel erg geraakt door zijn woorden, omdat ik voelde dat David Van Reybrouck echt begreep wat ik probeerde te doen. Dat betekende veel voor me, omdat ik mijn pleidooi met hart en ziel heb voorbereid.
Natuurlijk probeerde ik mijn pleidooi feitelijk en wettelijk accuraat te maken. Tegelijkertijd moest ik er ook menselijkheid in steken om mensen eraan te herinneren dat we het over mensenrechten hebben, en hoe we mensen beschermen.
Het was heel belangrijk voor me en ik wou echt dat de rechtbank zou begrijpen dat we met rechtspraak bezig zijn. Er zijn immers critici die zeggen dat wat wij doen politiek is.
Ik was op een bepaald moment zo gechoqueerd. De tegenpartij zei dat wij, omdat wij het over de Conventie van de Mensenrechten hebben, niet aan rechtspraak doen en zij wel. Zij hebben het recht aan hun kant en wij zijn gewoon sentimentele mensen die heel idealistisch zijn. Dat was hun redenering.
Totaal onterecht. Wij doen aan recht, niet aan politiek. We stellen de instituties verantwoordelijk omdat ze dat vanuit wettelijk opzicht ook zijn. We zijn ons terdege bewust van de scheiding der machten. Dat staat niet ter discussie.
Ik heb het over de essentie, het fundamentele recht op leven en het recht om beschermd te worden tegen schadelijke gebeurtenissen.
We stellen dat de overheid een doelstelling heeft om de uitstoot van broeikasgassen te reduceren en gebruiken de wet om tegen de instituties te zeggen dat ze hun job niet doen.
Ik voelde een enorme kloof en dat is volgens mij ook de uitdaging voor de rechters om het recht af te wegen. Maar ik denk ook dat de rechtbank zich ontwikkelt en voelt dat ze een rol te spelen heeft.”
Met recht de wereld veranderen
Rechten studeren was eigenlijk niet het eerste waar Linli aan dacht. Ze wou acupuncturist worden. Rechten was niet echt iets voor haar, dacht ze. De rechtszaken waarover een vriend van haar vertelde klonken wel interessant, maar toen ze aan haar studie rechten begon, was ze nog altijd niet helemaal overtuigd.
Linli: “Ik was niet echt overtuigd omdat ik dacht dat het recht in zekere zin conservatief is. Het reageert op veranderingen die al aan het gebeuren zijn en loopt daardoor dikwijls achter de feiten aan. Het probeert niet echt dingen te veranderen, terwijl ik altijd al grote ideeën had om de wereld te veranderen.
Toen ik recht begon te studeren, ontdekte ik publiekrecht en realiseerde ik me dat het recht zoveel flexibeler is, dan ik dacht.
Er is wel een soort van wit blad. Er is ruimte voor creatie, voor reflectie over het bestuur, de democratie, de mensenrechten en al die onderwerpen die me echt interesseren.
Maar ik wist niet dat je het recht kan gebruiken om deze onderwerpen ter discussie te stellen en ze te verbeteren.
Ik voel gewoon dat we als juristen zoveel meer kunnen doen maar dan moeten gelijkgestemde juristen zich verenigen. We zien de maatschappij veranderen en natuurlijk zijn wij een deel van deze maatschappij.
In de eerste plaats als burgers, dan als jurist.
Maar we kunnen niet gewoon onze waarden en overtuigingen loslaten op het moment dat we ons kantoor binnenstappen en dan iets doen wat totaal losstaat van wat we geloven en wat we willen bereiken in ons persoonlijk leven.
Hoger doel
Het advocatenkantoor waar Linli nu werkt, draagt de naam EQUAL en heeft als baseline ‘law for better living’. Een moedig en visionair project, noemt Linli het. Ze is zelf nog stagiair en niet officieel partner van het advocatenkantoor.
“Ik was niet bij de oprichting betrokken, maar wat ik heb begrepen is dat het initiële idee was om een advocatenkantoor te starten waar we onze kennis inzetten voor een hoger doel: law for better living.
We leven in een samenleving die razendsnel aan het veranderen is met zoveel uitdagingen. Wij denken dat de traditionele manier waarop de advocatuur te werk gaat niet aansluit bij het tackelen van die uitdagingen.
Die uitdagingen tackelen moeten we samen doen. Ook bij Klimaatzaak hebben we geprobeerd de rechters te laten begrijpen dat we niet de burgers tegenover de publieke instanties wilden zetten.
Nee, wij hebben hen nodig en zij ons. Maar gericht op dezelfde doelen, omdat er een toekomst is die we samen moeten bouwen.
Voor mij was EQUAL een soort re-story. Ik vond er een verhaal dat me aansprak en dat me hoop gaf. Het deed me beseffen dat ik zelf ook nog steeds op de ouderwetse manier aan het denken was over recht en daarom mijn weg er niet in kon vinden.
Ik voelde dat er potentie zit in de advocatuur, maar ik wist niet hoe te handelen en dat potentieel te benutten. Het perspectief en de benadering die EQUAL vooropstellen klopt voor mij. Voorheen dacht ik dat dit niet mogelijk was.
EQUAL verwijst ook naar de interne structuur. Het gaat niet alleen over wat we doen, maar ook over wie we zijn. We moeten onszelf als groep herdenken: hoe gaan we samenwerken, elkaar en elkaars grenzen respecteren en ervoor zorgen dat iedereen zijn plek heeft in het geheel.
Het is een work in progress. En het is fantastisch om deel uit te maken van een coöperatie advocaten die grootse dingen proberen te realiseren en tegelijkertijd bezig zijn zichzelf beter te leren kennen.”
Mensenrechten
In haar pleidooi focuste Linli dus op de mensenrechten en de kinderrechten. Ze vertelt er gepassioneerd over.
“De mensenrechten worden als vanzelfsprekend beschouwd, maar het is zo belangrijk dat we blijven vechten voor het respect en de toepassing van de mensenrechten in onze maatschappij. Ze worden zo makkelijk geschonden.
Natuurlijk praten we over geweld, maar er zijn nog zoveel meer schendingen die zo subtiel zijn, dat je je het niet eens realiseert. Je beseft het pas op het moment dat je ze kwijt bent.
Mensenrechten en kinderrechten in de context van milieuvraagstukken is vrij nieuw. De mensenrechten waren voornamelijk procedureel wat betekent dat we niet praten over de intrinsieke rechten van mensen.
We praten over procedures die natuurlijk belangrijk zijn: het recht om gehoord te worden, het recht om bijvoorbeeld in de publieke opinie hun mening kunnen uiten. Dat is nodig, dat is publieke participatie.
Als je handelt als een publieke autoriteit heb je de taak om je mensen te beschermen. En wij gebruiken de wet en meer specifiek de mensenrechten omdat we het over publieke gezondheid hebben.
Ik denk dat de mensenrechten centraal staan in deze discussie, omdat we het over mensen hebben die zullen sterven en eronder zullen lijden. Kinderen die hun hele leven met die angst moeten leven.
Ik heb met zoveel jonge mensen gesproken en ik ben steeds weer verbaasd hoe volwassen ze zijn rond dit issue. Ze zijn zich bewust van wat er aan de hand is en ze zijn gechoqueerd dat er niets verandert.
We zullen in de komende jaren de mensenrechten gebruiken om publieke instituties te doen begrijpen dat ze actie moeten ondernemen. Door niet te handelen schenden ze de mensenrechten.”
Respire
Om haar punt te maken, citeerde Linli in haar pleidooi twee verzen uit het liedje 'Respire' van Mickey 3D.
De song kwam uit in 2003, Linli was toen 11 jaar. Honderden keren heb ik dat liedje zorgeloos meegezongen, vertelde ze in de rechtbank.
“Ja, natuurlijk”, zegt ze als ik haar vraag of ze het lied kan zingen (beluister de podcast en je hoort Linli zingen). “ Het is een rap en de eerste twee coupletten zijn wat tricky om te zingen, maar het refrein klinkt zo:
Il faut que tu respires, et ça c'est rien de le dire
Tu vas pas mourir de rire, et c'est pas rien de le dire
Il faut que tu respires
“Zal ik de lyrics even opzoeken. Het was een liedje dat ik helemaal uit mijn hoofd kende, maar het is lang geleden”, vertelt ze terwijl ze op haar telefoon naar de tekst zoekt.
“Ik hield echt van dat liedje”, zegt ze als ze de tekst heeft gevonden en weer begint te zingen.
Approche-toi petit, écoute-moi gamin
Je vais te raconter l'histoire de l'être humain
Au début y avait rien, au début c'était bien
La nature avançait, y avait pas de chemin
Puis l'homme a débarqué avec ses gros souliers
Des coups de pieds dans la gueule pour se faire respecter
Des routes à sens unique il s'est mis à tracer
Les flèches dans la plaine se sont multipliées
Et tous les éléments se sont vus maîtrisés
En deux temps trois mouvements l'histoire était pliée
C'est pas demain la veille qu'on fera marche arrière
On a même commencé à polluer les désertsIl faut que tu respires, et ça c'est rien de le dire
Tu vas pas mourir de rire, et c'est pas rien de le dire
“En zo gaat het verder. Het liedje bestaat uit drie delen. In het eerste stuk wordt er aan een kind een verhaal verteld dat zegt hoe we langzaamaan natuurlijk en dierlijk leven begonnen te vernietigen.
De persoon die het lied zingt probeert uit te leggen waarom. Het kind vraagt: ‘waarom liet je toe dat dit gebeurde? Hoe kon je dit laten gebeuren?’
In die tijd dacht ik er natuurlijk niet zo over na. Het leek te ver weg van wat ik van de wereld begreep.
En toen ik mijn pleidooi voor de rechtbank aan het voorbereiden was, kwam die song als een bliksemschicht bij me terug.
Dit lied heeft me diep geraakt toen ik het weer hoorde. Ik las de tekst en wat ik nu pleit is dat er toen, in 2003, al werd gesproken over het terugdringen van emissies en de autoriteiten al wisten dat er iets gedaan moest worden.
Toen al. Het was toen al urgent. Dat wilde ik aanhalen in de rechtbank. Ik wilde dat ze zich realiseerden dat ze mij toen ik een kind was al hadden moeten beschermen. Dat hebben ze niet gedaan en ze doen dat voor kinderen die nu de leeftijd hebben die ik toen had nog altijd niet. Hoe lang gaan we nog wachten?
Het is de plicht naar toekomstige generaties en het is echt een hiaat in ons rechtssysteem dat het geen rekening houdt met toekomstige generaties. Toekomstige generaties gaan de meeste impact ondervinden van de ontkenningen en het uitblijven van actie.”
Komt een boom bij de rechter
In het kader van de klimaatwet heeft het Franse parlement ecocide - natuurvernietiging - als strafbaar feit goedgekeurd. En ook elders in de wereld krijgen bomen en rivieren rechten. Of wordt ervoor gepleit om hen rechten te geven.
Dat is absoluut nodig meent ook Linli Pan-Van de Meulebroeke. De tijd is volgens haar rijp om de rechten van de natuur te erkennen. Een gezonde leefomgeving heeft immers een direct verband met het recht op leven. Maar is het realistisch om bomen en rivieren rechten te geven?
“Fijn dat je het me vraagt”, zegt ze, “Ik ben echt gepassioneerd over deze vraag. Het is iets waar ik op dit moment aan werk, omdat hierover in Frankrijk enkele rechtszaken lopen.
Er wordt nog maar recent in het Franse rechtssysteem gesproken over het strafbaar stellen van ecocide. We hebben dat nog niet in het Belgische rechtssysteem.
Het zou fantastisch zijn als in de grondwet of wetgeving wordt opgenomen dat rechten niet alleen worden toegekend aan mensen, maar ook aan de natuur.
Dat is fundamenteel. We zijn verbonden met de natuur en dus zijn alle rechten en de mensenrechten gelinkt aan de manier waarop we met de natuur omgaan.
Natuurrechten zijn moeilijk: kan je naar de rechtbank gaan als niet-menselijk persoon? Kunnen bomen naar de rechtbank gaan? Die vraag is al gesteld door filosofen en advocaten.
Natuurlijk kan een boom niet voor de rechter verschijnen en dus bestaan ze niet en zijn ze het niet waard om verdedigd te worden. Zo staan we er vandaag voor.
Ik zou willen dat we de rechten van de natuur erkennen en dat elk mens in de gelegenheid is om naar het gerecht te stappen. We moeten het belang van een individu om te strijden voor het publieke belang erkennen en voor de een of andere reden vinden sommige mensen dat heel beangstigend.”
Je kan lobbyen om de wet te wijzigen, maar het gaat niet over een wet, het gaat over een heel nieuwe manier van juridisch denken. Het systeem moet echt op de schop. Ik geloof in het bouwen van strategische procesvoering rond natuurrechten en dat probeer ik nu ook te doen.”
Uitspraak Klimaatzaak
Op 17 juni 2021 heeft de rechtbank van eerste aanleg van Brussel de Belgische overheden collectief veroordeeld voor hun nalatige klimaatbeleid. De rechters oordelen dat het Belgische klimaatbeleid zo ondermaats is dat het de wettelijke zorgplicht en de mensenrechten schendt.
Het vonnis stelt vast dat, zoals Linli Pan-Van de Meulebroeke pleitte, onze overheden met het huidige ondermaatse klimaatbeleid de artikels 2 en 8 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens schenden. Die artikels gaan over het ‘recht op leven’ en het ‘recht op eerbiediging van privé-, familie- en gezinsleven’.
De rechtbank ging niet mee in de eis om concrete reductiedoelstellingen op te leggen. Daarom tekent de vzw Klimaatzaak beroep aan tegen het vonnis. Tegelijkertijd spant ze ook een zaak aan bij het mensenrechtenhof in Straatsburg.
Een vraag voordat je hier vertrekt …
Wat ons interesseert is wat de Re-stories die we maken met jou doen!
Wat vind jij van het idee om de rechten van de natuur te erkennen?