šš§ āNee, ik weiger de destructiviteit, ik weiger de eco-necrofilie, ik weiger om me zelfs maar aan te passen aan wat verkeerd gaatā, zegt milieu-filosoof Glenn Albrecht
De Australische milieufilosoof Glenn Albrecht ontwikkelde een nieuw perspectief op onze emotionele relatie met de Aarde en schreef er het boek Aarde-emoties over. Van de relatie met zijn totemdier, de relatie tussen onze eigen gezondheid en die van het ons omringende ecosysteem tot de Ghedeist vertelt hij hoe we weer in contact komen met de totaliteit van het leven. Dan zullen we ook een nieuw tijdperk betreden dat hij het Symbioceen noemt.
Tot aan zijn vroegste jeugdherinneringen herinnert milieufilosoof Glenn Albrecht zich, bevestigd door de verhalen van zijn ouders en familie, dat hij een natuurjongen is. Vandaag is de Australische milieufilosoof 71 jaar
āIk ben altijd verliefd geweest op de natuur en in het bijzonder op vogelsā, vertelt hij als ik hem via Zoom spreek.
Bij Glenn in Australiƫ valt de avond en hij heeft zichzelf een glas wijn ingeschonken. Ik zit aan het scherm met een kop koffie, omdat bij mij de dag net is begonnen.
š§ Luisteren
Je kan ook naar Glenn zelf luisteren. Wat je hier kan lezen, kan je hem ook horen vertellen viaSoundcloud (hieronder) of in je favoriete podcastapp, hier op Spotify en hier op Apple Podcasts.
Totemdier
Om hem zich voor te laten stellen, vraag ik naar zijn totemdier - de grijze waaierstaart - waarover hij in zijn boek Aarde-emoties in het hoofdstuk over zijn symbiografie vertelt.
Het is een van de vele nieuwe woorden die de filosoof de laatste jaren heeft geĆÆntroduceerd. De ondertitel van zijn boek Aarde-emoties luidt dan ook niet voor niets: āeen nieuwe taal voor een nieuwe wereldā.
Een symbiografie is een biografische weergave van de gezamenlijke invloeden van samenleven met natuur, mensen en andere levende wezens op je leven, van kindertijd tot volwassenheid, die hebben geleid tot je waardering en je houding ten aanzien van het leven en al wat leeft op Aarde.
Glenn: āOp de boerderij van mijn grootouders zweefde de grijze waaierstaart voortdurend om me heen. Het vogeltje bleef ook altijd dicht bij me als ik door het struikgewas en de varens van het bos liep.
Omdat hij altijd zo dicht bij me kwam, dacht ik dat we een heel speciale band met elkaar hadden, als broers.
Tot ik in mijn vroege volwassen jaren ontdekte dat dit kleine vogeltje een insectivoor is en van je gezelschap geniet omdat je, als je door het struikgewas loopt, de insecten in de varens en de bloemen stoort en doet opvliegen.
Door dicht bij je te blijven, hoeft het vogeltje alleen maar te wachten op het volgende insect dat boven komt.
De grijze waaierstaart is een acrobaat. Het is een van de meest verbazingwekkende vogels om naar te kijken als het met zijn waaierstaart rondjes draait in de lucht.
De vogel intrigeert me ook omdat hij op je hoofd landt en aan je haren plukt. De vrouwtjes bouwen mooie kleine kegelvormige nesten van spinnenwebben en haren.
Als volwassene heb ik de grijze waaierstaart als mijn totemdier gehouden. Waar ik ook woon, ik wil er graag dichtbij zijn.
Als ik een tuin aanleg, zet ik stekelige planten die de grijze waaierstaart ruimte geven om te broeden en katten, vossen en andere roofdieren weg houden.
Ik ben onlangs verhuisd naar de Blue Mountains ten westen van Sydney. Binnen een paar dagen doken een paar waaierstaarten in mijn tuin op. Het maakte me zo blij als een mens maar kan zijn.
Ik hou van alle vogels,omdat ze voor mij een teken zijn dat mijn leven in orde is. Als de waaierstaart in de buurt is, voel ik dat het goed met me gaat.
Als ze om wat voor reden dan ook verdwijnen, maak ik me zorgen en werk ik hard om ervoor te zorgen dat hun wereld weer de mijne kruist.
Ik draag zorg voor hun specifieke behoeften en habitat en communiceer met hen. Het zijn wezens waar je een relatie mee kan hebben.
Dat is wat ik bedoel met een totem in mijn leven, en die blijft bij me tot ik sterf..
De band met de vogels in het algemeen en met de waaierstaart in het bijzonder wat ik van jongs af aan als deel van mijn natuur had en ik dacht dat iedereen dat had.
Ik dacht dat het de norm was. Dat iedereen de mogelijkheid had om een prachtige relatie te hebben met hagedissen, slangen, vogels, kangoeroes en noem maar op.ā
Op een missie van GAIA
Toen de jonge Glenn Albrecht in de jaren zeventig van de vorige eeuw door Europa trok, realiseerde hij zich dat de rest van de wereld qua ontwikkeling ver voorlag op West-Australiƫ.
Glenn: āIn de jaren zeventig trok ik backpackend en in jeugdherbergen verblijvend door Europa.
Ik had een grote bos haar en werd in Nederland uit een trein gehaald en opgepakt op verdenking een Molukse terrorist te zijn. Molukse jongeren hielden in die tijd gijzelingsacties en richtten schade aan aan treininfrastructuur.ā
āIk merkte dat Europa geen AustraliĆ« was. Het was echt moeilijk om een plek te vinden waar geen grote menselijke ontwikkeling plaatsvond.
Vooral in Engeland en Nederland. Het viel me op dat er geen enkel grassprietje was dat niet door mensen was geplant. Al het nieuwe bos was door mensen geplant.ā
Het was een ervaring die zo tegengesteld was aan Australiƫ dat de jonge Glenn Albrecht een weg zocht om ermee om te gaan. Meer nog, omdat ook Australiƫ ten prooi viel aan de ontwikkeling die we vooruitgang zijn gaan noemen.
Glenn: āTerug in AustraliĆ« ben ik me als student aan de universiteit ook gaan verzetten tegen het kappen van het inheemse bos van West-AustraliĆ«.
Ik zag dat ze dit prachtige oerbos kapten om er zakdoeken en wc-rollen van te maken. Ze exporteerden houtsnippers zodat mensen op andere plekken in de wereld hun kont met zacht toiletpapier konden afvegen.
Dat streek zo tegen mijn gevoel en standpunten over plaats en welbevinden. Dat heeft waarschijnlijk mijn vroege verkenningen naar de emoties van plaats en naar de emoties waarmee mensen verbonden zijn met het het ondersteunende ecosysteem gestimuleerd.
Het andere dat mijn denken heeft gestimuleerd, is mijn connectie met de oorspronkelijke bevolking van Australiƫ. Ik zat met Aboriginalkinderen op school. Sommigen van hen erkenden of begrepen niet eens dat ze Aboriginal waren.
En als ze het al wisten, verzwegen ze het zo hard. Toen ik verder opgroeide, realiseerde ik me dat de koloniale invloed op de mensen met wie ik omging en naar school reed vrij diepgaand was.
De confrontatie met de dominante cultuur in West-Australiƫ, de mijnbouw, de landbouw en de bosbouwindustrie zijn allemaal enorm destructief geweest voor wat er vroeger was.
Als je je al deze tegenstrijdigheden realiseert, begint iets te borrelen dat vermoedelijk ook heeft geleid tot het schrijven van Aarde-emoties.
Als ik daarover nadenk, als ik nadenk over de positie van inheemse volkeren en nadenk over mijn eigen positie in dat alles, dan omschrijf ik mezelf als een kind van het Antropoceen.
Naarmate ik ouder werd, was dat precies waaruit ik wilde ontsnappen en dat stimuleerde me om na te gaan denken over de tegenpolen ervan.
Ik wil het tegenovergestelde van hoe ik opgroeide. Voor mijzelf en mijn familie. En nu ik naast vader ook opa ben, voor alle kinderen in de hele wereld.
Wat begon als mijn persoonlijke betrokkenheid bij de natuur als kind is nu een soort wereldwijde missie geworden: ik ben op een missie van GAIA.ā
Bevrijden uit de gevangenschap van taal
Glenn: āIk heb het grootste deel van mijn leven geprobeerd uit te vinden hoe we uit deze gevangenis kunnen komen.
Mijn bijdrage als filosoof bestaat erin dat ik, zonder te beschuldigen, argumenteer dat onze gevangenschap veroorzaakt wordt door onze taal en de manier waarop we taal gebruiken en we de aannames achter taal niet begrijpen of bekritiseren.
Het is mijn taak om ons uit deze gevangenschap van taal te proberen bevrijden. Een gevangenschap die universeel is geworden door de Engelse taal en het economische systeem dat we kapitalisme noemen.
Die twee dingen zijn, zover ik kan zien, onweerlegbaar en bijna onomkeerbaar.
Door sociale media en de manier waarop ons communicatiesysteem vandaag werkt, is het nu erger dan het ooit is geweest.
Ik zie de gevangenis van de taal als onderdeel van de internationale crisis waarin we ons bevinden.
Ik denk dat ik, omdat ik een soort kosmopolitisch persoon ben, mijn afkomst heb kunnen overstijgen en ben verhuisd naar de ruimte die wordt ingenomen door de wereld, de Aarde. Sommige mensen noemen het graag GAIA.
Dat is waar ik besta. Dat is mijn comfortzone: ik zit in een heel geĆÆsoleerd deel van de wereld en probeer mijn gedachten over te brengen op anderen.
En met mijn boek Aarde-emoties heb ik duidelijk iets geraakt waar andere mensen meer over willen weten.
Ik heb het gevoel dat het een uitbreiding van mijn liefde voor de Aarde is om te proberen mijn diagnose van het probleem over te brengen, en hopelijk ook enkele aspecten van mijn oplossing aan te reiken.
Ik ben geen technoloog, ik kan niets uitvinden dat ons leven beter maakt. Ik kan wel helpen met het ontwarren van onze conceptuele verwarring en ons in een andere richting leiden.ā
Antropoceen als kolonialisme
Glenn Albrecht is van mening dat we ons op dit moment emotioneel in een vergelijkbare positie bevinden als die van de Aboriginals in Australiƫ na de Britse kolonisatie van 1788.
Glenn: āIk vergelijk het Antropoceen met de invasie van de inheemse bevolking in AustraliĆ« door de Britten in 1788. Of de kolonisatie van de inheemse bevolking in Latijns- en Noord-Amerika, of de Inuit in de poolcirkel.
De invasie van het Antropoceen in de vorm van industriƫle kapitalisme, de technologieƫn die enorm veel energie verbruiken en enorm vervuilend zijn, is een invasie die je op het eerste gezicht niet direct in het zelfde licht ziet als een koloniale macht die in zeilschepen arriveert en je land overneemt.
Maar ik ben geneigd om de opwarming van het klimaat te zien als een vorm van kolonialisme, waarbij het Antropoceen wordt bestuurd, geregeerd en gedicteerd door een relatief kleine groep mensen in een relatief klein deel van de wereld.
Net zoals ook de koningen en koninginnen van Engeland de kolonisten bevalen om naar het zuidland te trekken om daar de vlag te hijsen en het land in de naam van hun koninkrijk van hen te verklaren.
Op dit moment hebben we een nieuwe vorm van invasie waarbij niet de vlag wordt gehesen, maar de temperatuur stijgt, de zeespiegel stijgt, de vervuiling toeneemt en de druk op onze geestelijke en lichamelijke gezondheid toeneemt.
Dat is een vorm van kolonialisme.
We verbranden zelf in Australiƫ een beetje steenkool. We wonen hier maar met 26 miljoen mensen en richten dus niet enorm veel schade aan op de plek waar we wonen.
Maar omdat we de grootste exporteur van steenkool ter wereld zijn, is onze steenkool enorm belangrijk in het verhaal van de negatieve verandering van ons globale klimaat.
We exporteren steenkool en importeren klimaatverandering. We importeren enorme droogtes, temperatuurstijgingen, bosbranden, buitengewone overstromingen ...
Dat verhaal is voor mij een vorm van invasie, een aspect van de koloniale macht die het Westen en het Europese model van ontwikkeling en vooruitgang met zich meebrengen.
En dus is het verhaal dat ik vertel het verhaal van het pad dat de Aboriginals van Australiƫ in 1788 heeft geconfronteerd met een enorme verwoesting en vernietiging van hun leefomgeving. Met een fysieke en mentale achteruitgang als gevolg.
Ik ben blij te kunnen zeggen dat de Aboriginals er desondanks nog steeds zijn. Ze vechten nog steeds. Ze zijn nog steeds niet echt gekoloniseerd. Ze zijn een voorbeeld van de moed die mensen in het aangezicht van tegenspoed hebben.
Maar ze zijn in de minderheid. Ze zijn kansloos. De krachten waartegen ze botsen, moeten bevochten worden in rechtbanken, maar die rechtbanken zijn natuurlijk opgezet door de koningen en koninginnen van Engeland, dus je vecht tegen de vijand op zijn terrein.
We proberen nu de klimaatverandering te bestrijden door de hulp in te roepen van instellingen die deel uitmaken van het probleem.
Zoals ik in Aarde-emoties schrijf - en dat raakt rechtstreeks aan de koloniale invasie waar we nu mee te maken hebben - kunnen we bij de bestrijding van klimaatverandering niet langer vertrouwen op instellingen zoals onze democratie, omdat die is gekoloniseerd.
We kunnen niet vertrouwen op de Verenigde Naties, omdat het COP-proces is gekoloniseerd door de oliebaronnen van de wereld.
We kunnen zelfs niet vertrouwen op de wet, omdat in Amerika het Hooggerechtshof wordt benoemd door iemand die zo corrupt is dat er eigenlijk geen adequaat woord voor is.
En zo zijn de Aboriginals in de Upper Hunter Valley twee keer overvallen. Eerst door de kolonisten en daarna door de mijnwerkers. De mensen, de afstammelingen van kolonisten, die door de kolenmijnen zijn getroffen, werden voor het eerst overvallen.
Maar sommigen van hen begrepen wel wat er gaande was. Omdat een aantal van hen in de negentiende eeuw Engeland verlieten omdat ze weg wilden van de industriƫle revolutie en haar vervuiling.
Mijn collega en ik interviewden veel mensen in de Upper Hunter en een van hen zei: āMijn voorouders verlieten Engeland en gingen naar AustraliĆ« om een nieuw leven te beginnen en te genieten van schone lucht, vers water en biodiversiteitā.
Zij dachten niet aan de Aboriginals, maar toen de mijnwerkers kwamen begrepen ze ineens wat een invasie betekende.
Hun eigendommen werden overgenomen door de mijnwerkers. Hun lucht werd vervuild. De kwaliteit van hun beken en water werd negatief beĆÆnvloed. Hun kinderen kregen astma.
Opeens begrepen ze wat kolonialisme betekent en waarom de Aboriginals zo beledigd waren door de invasie vanaf 1788.
De mensen in de Upper Valley voelden zich gekoloniseerd. Ze hadden het gevoel dat hun mentale en fysieke wereld werd aangevallen door deze nieuwe invasiemacht: de multinationals van de wereld, de grote mijnbouwbedrijven.
Die bovendien werden ondersteund en verankerd door de staat en de federale regering van Australiƫ, die verslaafd waren aan de royalty's en het geld dat bij mijnbouw hoort.
Dit kolonisatieproces is typerend voor het Antropoceen als tijdperk in onze geschiedenis. Het gebeurt overal ter wereld. Het is niet vertraagd. Het gaat nu helemaal de verkeerde kant op, tenzij we erkennen dat deze vorm van invasie er is, dat dit proces van kolonialisme niet gestopt is.
We zien het zelfs geprojecteerd in de ruimte, waar Elon Musk en anderen asteroĆÆden willen ontginnen om ervoor te zorgen dat onze wereld voor onbepaalde tijd doorgaat in de toekomst, en in de kosmos. (Re-story supporter Dimitri Barbe was daar zeer duidelijk over in een column op Re-story: FUCK living on Mars!)
Ik denk dat dit verhaal over kolonialisme en invasies verteld moet worden op een manier die logisch is voor mensen in de eenentwintigste eeuw.
Het kan niet worden verteld in de taal of beelden van het verleden.
Daarom moest ik een manier vinden om dit dialectische conflict tussen de krachten die onttrekken en vernietigen en de krachten die opbouwen en creƫren uit te leggen.
Dat is natuurlijk het Symbioceen, het tijdperk in de geologische geschiedenis dat volgt op het Antropoceen en dat in het teken staat van de levensgemeenschap en gaat over de samenwerking tussen totaal verschillende soorten organismen en levende wezens die in elkaars nabijheid leven.
Het is een radicale breuk met de darwinistische evolutiemodellen die gebaseerd zijn op strijd tussen verschillende levende wezens in een omgeving van wedijver.
De tweede helft van mijn boek gaat over symbiose als het dominante thema in het leven zoals wij dat kennen en waar wij ooit - en inheemse mensen misschien nog steeds - deel van uitmaakten.
Het is alleen het geĆÆndustrialiseerde, gekapitaliseerde deel van de wereld dat nu in de spiegel kijkt en zich afvraagt wat verkeerd gaat? Wat en wie hier verantwoordelijk voor is?
Het is een schok. Een schok die we, hoop ik, geweldloos doormaken, maar ik zie nu al dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat we zullen ontsnappen aan een vrij hoge mate van sociale onrust in welke vorm dan ook.
Je ziet het al in het Verenigd Koninkrijk en met de Nederlandse boeren die bezwaar maken tegen het milieuactivisme dat hun boerenbedrijven verstoort.
Ik zie dat het Antropoceen en zijn invasieve kolonialisme ons een reeks negatieve emoties heeft gegeven die zo goed ingeburgerd zijn geraakt, zo niet dominant zijn geworden in de waarden en emoties die bepalen hoe we als mensen met elkaar en de ondersteunende omgeving omgaan.
En dat is natuurlijk een recept voor zelfvernietiging of ecocide.
Hun tegenpolen zijn altijd beschikbaar geweest voor ons en als onderdeel van een inheems wereldbeeld zijn ze dat nog steeds.
We moeten als soort de positieve aarde-emoties die we altijd hebben gehad omarmen, ze ondersteunen, ze verdedigen en ze gebruiken om iets te creĆ«ren dat in strijd is met het leven zoals we dat nu kennen. Het is een soort strijd op leven en dood.ā
Zielsvernietigend
Reeds in het begin van zijn universitaire carriĆØre dacht Glenn Albrecht als docent Sociologie van gezondheid en ziekte na over de invloed van de teloorgang van ecosystemen op menselijk gedrag en welzijn.
De Zwitserse psychiater en psycholoog Carl Gustav Jung stelde, zo schrijft Albrecht in Aarde-emoties, dat zodra mensen afgesneden raken van hun wortels āemotionele vervreemdingā optreedt.
Glenn: āEr is een heel nauw verband tussen de gezondheid van ecosystemen en de gezondheid van mensen.
Als je geen gezond ecosysteem hebt om in te leven, zal dat je fysiek beĆÆnvloeden en ik denk dat we dat al heel lang weten.
We staan nog maar aan het begin van de ontwikkeling van een diepgaander begrip van hoe erg dit ons mentale welzijn beĆÆnvloedt.
Ik wil niet echt een cartesiaanse scheiding aanbrengen tussen onze fysieke en mentale toestand, maar ik denk dat het een vergissing is om het als twee aparte gebieden te zien die niet met elkaar interacteren.
Ik weet dat als het microbioom in mijn darmen ongelukkig is, ik ongelukkig ben. Dus het ecosysteem zit in ons, zoals het altijd al had moeten zijn.
Ik denk dat Jung begreep dat het verbreken van de verbinding tussen je identiteit en de plaats waar je leeft catastrofaal kan zijn.
Jung sprak veel over de ziel, het is zo zielsvernietigend, zei hij, dat het een voortdurende en catastrofale ramp is. Het is zo zelfvernietigend dat het je op het pad zet van zelfdoding. (Op Re-story schreef ik onder de titel De grote vlucht een uitgebreid verhaal over zelfdoding waarvoor met vier evrschillende mensen sprak)
Zoals de mensen van de Upper Hunter de plotse klap in het gezicht voelden van het neokolonialisme in de vorm van mijnbouw: zij lijden aan geestelijke gezondheidsproblemen.
Om hen uitdrukking te laten geven aan hun individuele gevoelens heb ik het concept āSolastalgieā (in het Nederlands vertaald als ātroostweeā - MV) gecreĆ«erd.
Solastalgie is pijn of leed veroorzaakt door een ontroostbaar verlangen naar een plek die er niet meer is, terwijl je nog altijd thuis bent en niet uit je vertrouwde omgeving bent weggegaan.
Velen dachten dat zij individueel en alleen ātroostweeā voelden en ervaarden, maar hun buren, de mensen in de omringende dorpen en in de hele regio, voelden precies dezelfde emoties.
Deze negatieve emoties die we voelen, variƫrend van wat ik existentiƫle emoties noem omdat ze voortvloeien uit je gehechtheid aan plaats tot aandoeningen die gediagnosticeerd worden door psychiaters, zoals klinische depressie.
Er is daar een spectrum en ik hoopte dat solastalgie erg genoeg was, maar als we zo doorgaan zullen depressie en andere categorieƫn die psychiaters definiƫren niet sterk genoeg zijn om aan te duiden wat in mensen hun hart, geest en ziel gaande is.
Het is een pandemie van geestelijke nood die wereldwijd plaatsvindt en vooral de jongere generaties treft.
We zien het dus wereldwijd gebeuren en deze verbinding van je persoonlijke identiteit en waar je woont - je thuis - met je fysieke en mentale welzijn is een oeroud verhaal.
Het kan niet anders, zo zijn we geƫvolueerd op deze planeet ... Het leven bestaat hier al 3,5 miljard jaar, homo sapiens bestaan in onze huidige vorm hooguit 300.000 jaar. We moeten ons dus aanpassen aan waar en hoe we geƫvolueerd zijn.
Maar wat we de laatste tweehonderd jaar hebben gedaan, is die blauwdruk verscheuren en zeggen dat we gewoon kunnen creƫren wat we maar willen en waar we maar willen.
Volgens een model dat zegt: ālaten we het zo goedkoop mogelijk doen en er zoveel mogelijk rijkdom uithalenā.
Het is voor mij dus niet moeilijk om in te zien dat we als niet-inheemse mensen niet veel langer zullen overleven met ons huidige dominante antropocentrische model.
Deze diagnose is niet moeilijk en de oplossing is dat ook niet. Ze varieert van een terugkeer in de natuur tot een transformatie van onze economische, politieke en andere systemen.
Dit zijn verhalen die al tienduizenden jaren door mensen worden verteld. In Australiƫ worden ze al minstens zestigduizend jaar en misschien wel tachtigduizend jaar verteld.
Je kan de culturen die al zo lang bestaan en die de verhalen hebben om je te vertellen hoe je het moet doen, niet negeren.
Maar als dominante cultuur zijn we dat begrip volledig kwijtgeraakt en ik doe mijn uiterste best om het ons terug te geven.
We zitten in een klimaatcrisis, dus het verbranden van meer koolstofintensieve materialen is een urgente kwestie waar we hoge prioriteit aan moeten geven, maar onze toekomst hangt niet af van Tesla's, maar van het technologisch opnieuw integreren van ons leven met de rest van het leven.
Dat kan bijvoorbeeld met bioluminescentie, dat kan betekenen dat we elektriciteit opwekken uit algen en bacteriƫn. In plaats van te ontginnen, doen we dus het tegenovergestelde: we laten groeien.
Het hele idee van lithium of een andere stof die je in enorme hoeveelheden uit de aarde haalt, gaat de geschiedenisboeken in. Dat doen we gewoon niet meer.
Als het Antropoceen gelijk staat aan extractie, dan staat het Symbioceen gelijk aan creatie en het gebruik van leven.
Stel dat je een bioluminescent systeem in je huis hebt dat afhankelijk is van stikstof, dan moet je, om de lampen te laten branden, erop gaan pissen omdat er een oneindige voorraad stikstof is.
Je wordt dus onderdeel van de levenscyclus van je bacteriƫn. Je bacteriƫn worden onderdeel van hoe je 's nachts kan zien, als dat nog belangrijk wordt gevonden.
En het hele idee van lithium of een andere stof die je in enorme hoeveelheden uit de aarde haalt, gaat de geschiedenis in. Dat doen we gewoon niet meer.
Het punt dat ik naar voren breng, is dat we op dit moment als overheid en belastingbetalers het voortdurende gebruik van olie subsidiƫren.
In Australiƫ subsidiƫren we in grote mate de winning van lithium. We subsidiƫren batterijen.
We subsidiƫren een heleboel dingen die geen zin hebben voor klimaatverandering, en geen daarvan zie ik als onderdeel van onze toekomst. Onze toekomst moet heel anders zijn dan het model van extractie.
Het is nu een soort existentiƫle keuze: gaan we in de richting van depressie en erger of proberen we ons eruit te vechten. En vechten is waarschijnlijk niet het juiste woord.
Het gaat erom dat je creatief bezig bent met een proces dat zegt: nee, ik weiger de destructiviteit. Ik weiger de eco-necrofilie. Ik weiger om me zelfs maar aan te passen aan wat verkeerd gaat, omdat je eraan aanpassen bijna opgeven is en zeggen dat we niets kunnen doen om de andere kant op te gaan.
Dat is wat ik bij alle mensen en vooral bij jonge mensen probeer aan te moedigen: je energie, je leven, je toekomst hangt af van de andere kant opgaan dan waar we nu zijn.
Ik probeer een gevoel van verzet en revolutie in mensen aan te moedigen. Dit is geen geweld, dit is leven. Dit is de richting die we twee of drie eeuwen geleden op hadden moeten gaan.
Het was de richting die we opgingen vĆ³Ć³r de industriĆ«le revolutie en vĆ³Ć³r de landbouwrevolutie. Het is waar we naartoe kunnen op een compleet nieuwe en radicaal andere manier dan in het verleden.
Ik pleit dus niet voor een terugkeer naar het primitieve, ik pleit zelfs niet voor een universele degrowth, ik pleit voor een massale degrowth in het Antropoceen en een massale nieuwe groei in het Symbioceen.
Het zal misschien niet zo harmonieus verlopen. Het zal een beetje hobbelig zijn, maar dat is tenminste wat we kunnen doen nu we nog genoeg tijd hebben om te herijken waar we willen zijn.
En dat vooral in het belang van onze eigen kinderen. Dat is een no-brainer. Mensen die geen interesse hebben in hun eigen kinderen zijn duidelijk al veranderd in zombies, voor hen is er niet veel hoop meer.ā
Ghedeist
We vergissen ons als we te veel belang hechten aan wat we met onze eigen ogen zien, schrijft Glenn Albrecht in Aarde-emoties.
We hebben volgens hem nieuwe concepten nodig die ons helpen emotioneel in contact te komen met de totaliteit van het leven. Daarom wijdt hij een hoofdstuk aan GAIA en de Aardgeest oftewel ecospiritualiteit.
Het is cruciaal voor hem omdat als zijn verhaal alleen maar symbiotische wetenschap zou zijn en verder niets, het volgens hem niet bijzonder interessant zou zijn.
In die spirituele zoektocht naar de zin van het leven hebben we volgens de milieufilosoof de Kerk of de levensvisie van dĆ© āMensā niet langer nodig.
Glenn: āHet idee van seculiere spiritualiteit is denk ik wat veel mensen wereldwijd hard nodig hebben of nodig vinden. De Ghedeist noem ik het.
Ik heb de formele religie en de instituten verlaten, ik zie niet veel hoop voor ons op dat vlak van spiritualiteit.
Ik ben een soort materialist en realist. Ik vertelde je het verhaal van mijn verbinding met de waaierstaart, mijn totemvogel.
Ik weet dat er verbindingen zijn tussen verschillende soorten en andere wezens waarmee ik deze wereld deel, van de bacteriƫn die in mijn darmen leven tot de vogels die rond mijn hoofd fladderen.
Dit is voor mij een soort spiritualiteit die verder gaat dan de harde materiƫle relaties die te maken hebben met onze fysieke behoeften.
Er zijn verbindingen die we allemaal voelen. We weten allemaal dat ze er zijn en toch hebben we er in de Engelstalige wereld al minstens een paar duizend jaar niet meer over gesproken.
We hebben dat domein toegewezen aan God en instituten. Ik wil dat ook disrupten door te zeggen dat de leefwereld om ons heen zelf spiritueel is.
We moeten onze spiritualiteit terugvorderen van de wereld die wordt opgebouwd door mensen die meestal machtsposities en een zekere mate van invloed en rijkdom over anderen willen.
Ik wil dat de spirituele dimensie er is, maar niet in conventionele termen. Ik wil zelfs dat we nieuwe instellingen en culturele praktijken opbouwen rond de seculiere levensbevestigende spiritualiteit.
Dat maakt een essentieel deel van mijn verhaal. Als het alleen maar symbiotische wetenschap zou zijn en verder niets, denk ik niet dat het bijzonder interessant zou zijn.
Er is in sommige opzichten slechts Ć©Ć©n leven, maar alles wat leeft op de hele planeet is allemaal verbonden. Alles wat leeft, ademt, uitscheidt, zich voedt, is verbonden met een ander levend wezen. Dat op zichzelf is toch al verbazingwekkend genoeg.
Dat is wat de Ghedeist is, 'Ghed' komt van een oud woord dat 'goed' en 'verenigen' betekent en het Duitse 'Geist' heb ik afgekort als een soort geest of vitale levensgeest.
Het bevestigen van de goedheid van het leven is de basis van moraliteit, de basis van hoe we denken over goede relaties tussen onszelf als mensen en tussen onszelf en andere levensvormen.
Er is dus niets nieuws aan, maar ik realiseer me dat de oude taal, de oude manieren om dit over te brengen hebben gefaald.
Dat is waarschijnlijk een van de andere punten die ik wil maken. De oude taal, zelfs tot op het punt van 'duurzaamheid', 'veerkracht' en 'regeneratie' hebben allemaal gefaald.
Ze falen allemaal om dezelfde reden: omdat ze geen inhoud hebben, het zijn lege concepten zoals vrijheid en gelijkheid. Als je ze geen inhoud geeft en niet specificeert waar je het eigenlijk over hebt, worden het gewoon slogans.
Ik probeer de wereld van slogans te vermijden door ons een nieuwe taal te geven.
Door nieuwe betekenissen te geven aan iets dat we nooit hadden mogen verliezen en dat inheemse mensen over de hele wereld nog steeds niet zijn kwijtgeraakt, ondanks het feit dat ze op hun kop zijn geslagen.
De nieuwe taal die ik heb gecreƫerd, is er een waarvan ik hoop dat ze universeel is, maar die in verschillende culturen in hun eigen taal op een andere manier zal worden uitgedrukt.
Ik werk momenteel met kleine groepen mensen in AustraliĆ« om te proberen het idee van het Australische Symbioceen handen en voeten te geven. Jij kan dat doen voor het Belgische Symbioceen.ā
Het boek āAarde-emoties Een nieuwe taal voor een nieuwe wereldā van Glenn A. Albrecht is door Joris Capenberghs in het Nederlands vertaald en uitgegeven door Uitgeverij Noordboek. Paperback met flappen, 336 paginaās.
Koop of bestel het boek in je lokale boekhandel of online bij Uitgeverij Noordboek.
Een vraag aan jou voordat je hier vertrekt ā¦
Wat ons interesseert is wat de Re-stories die we maken met je doen. Het gaat niet alleen om bereiken, maar vooral om beraken.
Heb jij een idee van hoe we het Belgische Symbioceen handen en voeten kunnen geven? Wil je daarvoor samenkomen?
We horen het graag van je in de comments hieronder ā¦