📖 Wat we van inheemse culturen kunnen leren over het opvoeden van kinderen

Michaeleen Doucleff voelde zich een mislukte moeder, wanhopig op zoek naar antwoorden. Die vond ze uiteindelijk bij de Maya's in Mexico en Inuit in het noorden van Canada. Ze schreef er een boek over: Jagen, verzamelen, opvoeden: wat we van oude culturen kunnen leren over het opvoeden van blije, behulpzame kinderen.

Michaeleen en Rosy Doucleff

Ze had zich het moederschap anders voorgesteld. Zeker niet als een voortdurend gevecht. “Als ze niet eet of slaapt, huilt ze”, had haar man in lichte paniek tegen de kinderarts gezegd.

Die haalde haar schouders op: “Ze is nog een baby.” Even later gingen de huilbuien over in driftbuien. 

Micheleen weet nog precies hoe dat ene nachtelijke moment van radeloosheid voelde. Het was op een koude decemberochtend om vijf uur. Klaarwakker was ze – zich geestelijk voorbereidend op een volgende uitputtingsslag en een nieuwe reeks clashes met haar op dat moment driejarig dochtertje. 

Ze bedacht hoe ze het vandaag zou aanpakken. Wat ze zou doen als Rosy weer zou uithalen, zou slaan, schoppen, bijten.

Zelfs het minste of geringste was de afgelopen paar jaar een strijd geworden. Het ritueel bijvoorbeeld om Rosy klaar te maken voor school.

“Kan je alsjeblieft je schoenen aantrekken?” smeekte Michaeleen dan voor de vijfde keer. 

“Nee!” schreeuwde Rosy, ondertussen verdergaand met het uittrekken van haar jurk én ondergoed.

“Als ik haar in zo’n driftbui oppakte,’ vertelt Michaeleen, ‘sloeg ze me in mijn gezicht. Hoe ik daarop reageerde? Op de manier waarop mijn ouders mij hadden opgevoed: een mengeling van boosheid, strengheid en soms harde woorden.”

Alleen pakte die aanpak, moest Michaeleen Doucleff toegeven, averechts uit. Rosy begon als een mager speenvarken te gillen, terwijl ze zich ondertussen op de grond liet vallen. 

“Ik voelde me verloren. Ik was moe. Ik voelde me hopeloos. Ik wist niet hoe ik haar driftbuien moest stoppen. Laat staan hoe ik haar moest leren om een goed iemand te zijn die om anderen geeft.”

Raket naar Mars

Als wetenschapscorrespondent voor de Amerikaanse radiozender NPR wist Michaeleen Doucleff haar weg te vinden in de literatuur. 

Al voor Rosy’s geboorte had ze zich zo goed mogelijk op het moederschap voorbereid. 

Daar hoorde ook de aanschaf van een fikse stapel opvoedboeken bij, die haar als moeder door de moeilijkste fasen heen zouden kunnen helpen. 

Een peuter die zich hysterisch op de stoep laat vallen en spartelt als een vis op het droge? Ongetwijfeld zouden psychologen weten hoe je dergelijke driftbuien zou kunnen stoppen. 

Net zoals er deskundigen zullen zijn die haar zouden kunnen vertellen hoe je een baby makkelijk in slaap krijgt. Hoe je ervoor zorgt dat een dreumes aan tafel niet met eten gooit. Of wat je moet doen als je tweejarige in haar blootje over straat rent.

Met deze en andere vragen klopte Michaeleen Doucleff aan bij een haar bekende psycholoog van de Universiteit van Virginia aan.

Die leunde grinnikend achterover na het horen van de eerste vragen, en zei toen dat hij helaas met een teleurstellend antwoord moest komen: “Opvoedvragen behoren tot de moeilijkste problemen in de wetenschap.

Het is makkelijker een raket naar Mars te sturen dan hier sluitende antwoorden op te vinden. Ik zou eerlijk gezegd niet weten hoe je driftbuien het best kan aanpakken of hoe je kinderen hulpvaardig zou kunnen krijgen.”

Maya familie (foto door Citlalli Rico)

Rustig tempo

Als Michaeleen Doucleff even daarna voor haar werk naar Mexico wordt gestuurd en in een Maya-dorp belandt, doet ze daar een verbijsterende ontdekking.

Jonge kinderen die zonder morren een huishoudelijk klusje ter hand nemen en helemaal uit zichzelf hun ouders te hulp schieten. Geen gedoe met driftige peuters. Geen stemverheffingen. Nauwelijks gezeur en weinig drama.

Michaeleen staat versteld.

Zo versteld dat ze haar baan opzegt en haar koffers pakt. Samen met haar dochter Rosy neemt ze haar intrek bij een Maya-gezin in Mexico. Later bij een Inuit-familie op Groenland. En nog weer later bij een Hadzabe-familie in Tanzania. 

Drie totaal verschillende, heel oude niet-westerse culturen. Ze schrijft er een boek over.

Michaeleen: “Ik was stomverbaasd door wat ik in Mexico meemaakte. Als ik mijn eigen ‘oude’ manier van opvoeden zou moeten omschrijven, zou ik het beeld gebruiken van een wildwatertocht over woeste golven met drama, geschreeuw en een stortvloed aan tranen, en niet te vergeten een eindeloze reeks onderhandelingsrondes en veel gemopper aan beide kanten. 

Bij de Maya-moeders had ik het gevoel alsof ik me op een brede, kalme rivier bevond waarop ik soepeltjes in een constant rustig tempo met de stroom mee kon glijden. Rustig, gemakkelijk, weinig drama, geen gecommandeer en weinig gezeur.”

Controle

In onze westerse cultuur draait opvoeden volgens Michaeleen Doucleff vaak om controle. Iemand heeft de leiding en de ander doet wat hem gezegd wordt. Omdat het moet. “Doe je schoenen aan!” of “Eet je boterham op!”

Dat controleperspectief ontbreekt totaal in de Maya-cultuur.

Michaeleen gaat te rade bij Barbara Rogoff, psychologe aan de Universiteit van Californië, die de Maya-cultuur al dertig jaar bestudeert. De psychologe bevestigt haar observaties.

“In plaats van te proberen kinderen te controleren,” zegt Barbara, “streven Maya-ouders ernaar om met hen samen te werken.”

“Sommige Maya-talen hebben niet eens een woord voor ‘controle’ als het om kinderen gaat”, gaat de psychologe verder. 

“Omgekeerd heeft geen westerse taal een eigen woord om de Maya-term acomedida te vertalen.’ Oppervlakkig gezien betekent acomedida het ‘doen van een klusje'. 

En ja, een klusje kan je Maya-kinderen toevertrouwen, oordeelt Michaeleen Doucleff. Van de vaat doen tot kleren wassen.

Het bijzondere is volgens haar echter niet dát Maya-kinderen die dingen kunnen, maar dat ze weten welk klusje op welk moment nodig is.

Acomedida is het kunnen inschatten van een situatie en begrijpen wat je op een bepaald moment moet doen.

Machtsstrijd

Terugkijkend op de eerste levensjaren van haar dochter Rosy concludeert Michaeleen Doucleff dat ze Rosy met slechts één stuk gereedschap heeft opgevoed: een harde hamer. 

Terwijl veel ouders over de hele wereld een hele set precisie-instrumenten bleken te bezitten, zoals schroevendraaiers, katrollen en waterpassen.

Kijkend naar haar eigen cultuur constateert ze dat zij en haar Amerikaanse mede-ouders gewend zijn overal bovenop te zitten. 

Michaeleen: “We bemoeien ons werkelijk aan de lopende band met onze kinderen. We hebben niet genoeg vertrouwen in ze. 

We vertrouwen niet op hun aangeboren gave dat ze weten wat ze nodig hebben om te groeien. Bovendien spreken we in veel gevallen hun taal niet.

Onze cultuur richt zich bijna geheel op slechts één aspect van de relatie tussen ouder en kind: macht. 

Een eenzijdige kijk op opvoeden waar één groot probleem aankleeft: het leidt tot een voortdurende machtsstrijd, tot ruzies, schreeuwen en tranen. Niemand houdt ervan om te worden overheerst.”

Gillen met bedtijd

De tweede halte op Michaeleen Doucleffs verkenningstocht is een Inuit-nederzetting aan de Noordelijke IJszee. In het Poolgebied interviewt ze, van Alaska tot Oost-Canada,  meer dan honderd Inuit-ouders. 

Eén advies kreeg ze het vaakst te horen: dwing je kind nooit ergens toe!

Dat advies komt hard aan!

“Ik dwing Rosy voortdurend om dingen te doen,’ zegt Michaeleen eerlijk. “Ik dwing haar om haar bord naar de keuken te brengen. Om op te houden met gillen als het bedtijd is.

Om boontjes te eten. Om haar tanden te poetsen. Om mijn hand vast te houden als we de straat oversteken. Om te stoppen met de hond te slaan. Ik dwing haar zelfs om bepaalde dingen te zeggen: zeg dankjewel!”

Inuit dwingen hun kinderen nooit! Volwassenen houden er niet van om gedwongen te worden om iets te doen of zich op een bepaalde manier te gedragen., Dat geldt ook voor kinderen. 

Als je kinderen dwingt om iets te doen, groeien ze driftig en boos op, zonder respect voor hun ouders of ouderen. 

Het omgekeerde is ook waar: Als je kalm en op respectvolle toon tegen kinderen praat, zullen ze zich uiteindelijk ook zo tegen jou gedragen.

Steeds opnieuw benadrukken Inuit-ouders dat schreeuwen en gillen het opvoeden alleen maar moeilijker maakt.

Kinderen houden dan op om naar je te luisteren. Als je als ouder je stem moet verheffen om hen te laten luisteren, zal je altijd je stem moeten blijven verheffen.

Poppenserviesje

“Waarom heb ik toch altijd de behoefte gehad om Rosy te voorzien van ABC-puzzels, een poppenserviesje en houten fruit dat ze kan ‘snijden’ met een nep houten mes”, vraagt Michaeleen Doucleff zich af na haar eerste kennismaking met de opvoedpraktijken van Maya’s, Inuit en Hadzabe.

Waarom toch die overdaad aan roze, appelgroene en lichtblauwe plastic speeltjes?

Maya’s, Inuit en Hadzabe betrekken hun kinderen liever bij het echte leven. Maya-ouders voelen ook niet de behoefte om hun kinderen constant te vermaken of met hen te spelen. 

Ze zorgen niet voor een eindeloze stroom aan tv-series, speelgoed en speurtochten om hun kinderen te stimuleren en hen bezig te houden. 

Ze liggen niet op de vloer prinsessenspelletjes te spelen. In plaats daarvan geven Maya-ouders hun kinderen toegang tot hun eigen leven.

Eenmaal terug in Californië probeert Michaeleen de nieuwe inzichten met vallen en opstaan toe te passen. Geleidelijk wordt ze steeds inventiever en weet ze voor Rosy aangepaste klusjes te bedenken. 

Michaeleen: “Als we bijvoorbeeld het vuilnis buiten zetten, is er altijd wel een melkkan of frisdrankblikje dat niet in de zak past of eruit valt als ik de zak opraap. 

Dat blikje is voor Rosy de perfecte bijdrage aan dit huishoudelijke taakje. Zij kan de ‘extra’ dingen dragen en de deur openen als ik mijn handen vol heb.

Voor de was vindt Rosy het heerlijk om de zeep in de machine te gieten en op de startknop te drukken. En peuters kunnen heel goed de vaat spoelen voordat deze in de vaatwasser gaat.”

Voor het vegen van de vloer heeft Doucleff inmiddels twee bezems gekocht. “Dan zet ik muziek op en ‘dansen’ we terwijl we samen vegen!”, vertelt ze. “Ik heb geleerd dat een groot deel van het plezier bestaat uit gewoon samen zijn.”

Voorbij is de tijd dat Michaeleen Doucleff de slaapjes van haar dochtertje huishoudelijk benutte: “Als ze een middagdutje deed of 's avonds sliep, deed ik de huishoudelijke karweitjes. 

Ik maakte de woonkamer en de keuken schoon, deed de was en bereidde een deel van het ontbijt en de lunch voor de volgende dag voor, zodat we ons 's ochtends niet hoefden te haasten.”

Veel van die dingen doet ze nu samen met Rosy. Tijdens Rosy’s middagdutjes doet Michaeleen gewoon iets voor zichzelf. Het moment is zelfs nabij, concludeert ze, dat ik de perfectionist in mezelf los kan laten.

Michaeleen: “De eerste jaren van Rosy’s leven dacht ik nog dat het belangrijk was de vaat zo efficiënt mogelijk in de vaatwasser te plaatsen, de was netjes op te vouwen en de vloer perfect te vegen. 

Maar waarom eigenlijk? De trots waarmee Rosy een T-shirt opvouwt is uiteindelijk veel belangrijker dan die perfecte vouw.”

Peuters waarderen

Wat is nou eigenlijk de sleutel tot het geheim van jullie omgang met kinderen, wil Michaeleen Doucleff van Maria, haar vraagbaak in de Maya-gemeenschap, weten. 

Het antwoord: waardeer dreumesen en peuters. 

Daar blijkt Maria niet mee te bedoelen dat kinderen overladen moeten worden met complimentjes. Integendeel! De westerse neiging kinderen de hemel in te prijzen kan zo de prullenmand in.

Als je erop gaat letten, is het volgens Michaeleen ongelooflijk hoeveel lof wij jonge kinderen toezwaaien.

Michaeleen: “Als ik Rosy meeneem naar het postkantoor en haar daar een postzegel op een envelop laat plakken, reageert de man achter het loket alsof mijn dochter zojuist de vredesonderhandelingen in het Midden-Oosten heeft afgerond: Geweldig! Heb jij die postzegel op die envelop geplakt? Wat kan jij goed helpen!”

Wat bedoelt een Maya-ouder dan met waardering uiten voor kinderen? Waardering geef je in de ogen van Maria al door het aanbod van een kind mee te helpen ruimhartig te accepteren. 

Maria: “Een dreumes of peuter die graag de afwas wil doen? Natuurlijk! Zo’n aanbod moedig je aan. Zelfs als de keuken even later blank komt te staan. 

Inheemse ouders zullen de hulp van hun jongste kinderen altijd verwelkomen! Hoe groot de troep ook mag zijn die door hun hulp mag ontstaan.”

“Niemand begrijpt precies waarom, maar dreumesen en peuters willen inderdaad heel graag helpen,” zegt Michaeleen Doucleff, die de wetenschappelijke literatuur erop heeft nageplozen.

“Jonge kinderen willen heel graag meedoen en liefst zelfs helemaal alleen een klus klaren. Het wonderlijke is dat die behulpzaamheid een over de hele wereld waargenomen fenomeen is.

Let wel: de bevrediging zit voor het kind niet in een eventuele beloning; de beloning zit in het doen. Een ‘beloning’ vermindert zelfs de toekomstige animo om te helpen.”

Inuit schreeuwen niet

Opvoeden is lastig, soms heel lastig. Hoe graag Michaeleen Doucleff het ook anders had willen zien, ze ontkomt er niet aan: fel reageren. 

Een reactie waar ze tot haar ontzetting toch bijna dagelijks op terugvalt. Of om precies te zijn: smeken en dan schreeuwen. 

Het is ongerijmd, weet ze: “Soms hoor ik mezelf zelfs schreeuwen: ‘Roos, stop met schreeuwen! Hou op, nu.”

Het ultieme antwoord op dit probleem hoopt Michaeleen in het hoge noorden van Canada te vinden.

Ze is er naartoe gegaan door haar enthousiasme over het boek Never in Anger (Nooit Boos) van de destijds jonge antropologe Jean Briggs. 

Hier in de buurt deed Briggs in de jaren zestig onderzoek naar de Inuit-cultuur. De titel van Briggs’ boek verwijst naar het verbazingwekkende vermogen van Inuit om nooit boos te worden.

Moeder en dochter Doucleff nemen hun intrek in het plaatselijke hotel. Ze is benieuwd hoe Inuit-ouders een driftig, heetgebakerd driejarig kind als het hare zouden aanpakken.

Michaeleen: “Overal waar we heen gaan, vertoont Rosy haar driftbuien. Tijdens een bezoek aan de supermarkt gooit ze een doos mueslirepen in mijn gezicht, en als we teruglopen naar het hotel, laat ze zich op het midden van een onverharde weg plat op haar rug vallen. 

Net als ik probeer om een vriendelijke dame te vragen of zij wellicht nog een slaapplek in het dorp weet, schreeuwt Rosy: ‘Mama, mama!’ En dat terwijl alle ouders hier zo onverstoorbaar ogen.

Wat hier ook gebeurt, wat de kinderen ook doen, de ouders stralen kalmte uit: alom aanwezige, wijdverbreide kalmte. Ik kan deze kalmte overal voelen: in de supermarkt, in de speeltuin, in mijn gedachten, in mijn botten, in mijn hart.’

Op de tweede dag in dit kinderrijke dorp heeft ze nog geen enkele peuterdriftbui (behalve die van Rosy) gezien en zelfs geen enkele baby horen huilen.”

Tienkoppig gezelschap

Hoe groot het cultuurverschil is, wordt mooi geïllustreerd door een voorval in het Inuit-dorp.

Michaeleen en Rosy zijn te gast bij een 25-jarige Inuit-vrouw, moeder van drie kinderen (een baby, een peuter en een kind van vijf).

Hier maakt ze het volgende mee: Rosy’s arm raakt een mok vol koffie die op de rand van de tafel staat, en de beker wordt door de kamer gelanceerd.

Het bruine vocht vliegt door de lucht en spettert over het witte vloerkleed. De koffie verspreidt zich over de antieke tafel. 

“Verdorie, Rosy!” wil Michaeleen schreeuwen, “Wij zijn hier te gast. Waarom kan je niet voorzichtiger zijn?”

Maar als ze om zich heen kijkt, ziet ze dat verder niemand reageert. Het enige wat gebeurt is dat haar gastvrouw een theedoek pakt en deze langzaam en voorzichtig op het vloerkleed legt. 

Ze verheft haar stem niet naar Rosy en geeft haar ook geen standje. In plaats daarvan draait ze zich om naar haar zoon en zegt kalm: ‘Je koffie stond op de verkeerde plek.’

De betreffende Inuit-vrouw weet ook wat verder nodig is om de spanning uit de moeder-dochterrelatie te halen: “Rosy moet met andere kinderen kunnen spelen”, maakt ze duidelijk. En omgekeerd heb jij rust nodig.” 

Een moeder die alleen met haar dochter op stap is, is in de ogen van Inuit vragen om opvoedproblemen. Het is niet goed voor kinderen om de hele dag samen te zijn met maar één persoon.

Verbijsterd kijkt Michaeleen ‘s middags toe hoe haar dochter wordt opgenomen door een tienkoppig gezelschap. 

Officieel woont hier slechts één gezin met drie jonge kinderen. Maar het lijkt wel een permanente zoete inval: op elk moment van de dag komen vrienden, tantes, ooms, neven en nichten binnenvallen.

Een van de aanwezige dertienjarigen begint al snel Rosy's haar te kammen en te vlechten. Dat was al zo'n drie tot vier dagen niet gekamd omdat Michaeleen Rosy's haar niet mocht aanraken).

Een negenjarige komt de woonkamer binnen, pakt Rosy zachtjes bij de hand en zegt: ‘Kom, we gaan buitenspelen’. 

Twee andere kleine kinderen volgen hen: Rosy maakt nu officieel deel uit van de groep. 

Michaeleen voelt dat haar lichaam zich ontspant, alsof de last van een alleenstaande ouder iets is wat ze dagen-, maanden- of zelfs jarenlang op mijn rug heb meegezeuld.

Saamhorigheid

Saamhorigheid ontstaat als we allemaal ophouden met elkaars handelingen te willen beheersen en elkaar gewoon met rust laten, luidt een belangrijk inzicht waarmee Michaeleen Doucleff thuiskomt van haar bezoeken aan de Maya’s, de Inuit en de Hadzabe. 

“Kijk eens,” vertelt ze, “hoe gemakkelijk Inuit-kinderen zich verplaatsen in het standpunt van een ander, hoe flexibel ze zich aanpassen als de situatie verandert en hoe vanzelfsprekend ze rekening houden met de behoeften van anderen.

Ook opvallend: ze laten veel meer emotionele volwassenheid zien dan het overgrote deel van de kinderen in de Verenigde Staten die ouder zijn dan zij. 

Emotioneel zijn ze op veel manieren volwassener dan ik als volwassene. Zelfs kleine kinderen zijn vaak geduldig, empathisch en vrijgevig. Ook kunnen ze uitstekend delen: speelgoed, eten, kleding, noem maar op.

Terug in haar Californische leven merkt Michaeleen Doucleff hoe ook de verhouding met haar dochter aan het veranderen is.

Michaeleen: “Ik kan gewoon naast haar in de bus zitten en niet de behoefte voelen om tegen haar te zeggen: ‘Goed gedaan!’. Zonder een leerzame preek af te willen steken over het een of ander.

Onze tijd samen begint meer te lijken op de tijd die ik als klein meisje doorbracht met mijn opa: rustig, kalm, met weinig druk om te moeten presteren.”


Het boek Jagen, Verzamelen, Opvoeden van Michaeleen Doucleff is uitgegeven door Bruna.

Dit verhaal is geschreven door Bart Hommersen en werd met zijn toestemming overgenomen uit het magazine ‘Vruchtbare Aarde, voeding voor de ziel’ (editie 1, 2024), waarvan hij uitgever en hoofdredacteur is. Voor dit verhaal maakte Bart gebruik van het interview met Michaeleen Doucleff op Family Action Network in 2022 en een reeks artikelen en interviews uit de schrijvende pers.


Een vraag aan jou voordat je hier vertrekt …

Wat ons interesseert is wat de Re-stories die we maken met je doen. Het gaat niet alleen om bereiken, maar vooral om beraken.

Waar en van wie leerde jij je lessen voor het ouderschqp?

We horen graag ook jouw verhaal in de comments hieronder …