📖🎧 Wat huisarts en directeur van Positive Health International Karolien van den Brekel ontdekte in haar zoektocht naar een gezamenlijk droombeeld voor de toekomst van de zorg

Dromen van een nieuw verhaal voor de zorg. Dat is wat huisarts en directeur van Positive Health International Karolien van den Brekel heeft gedaan. Binnen het pan-Europees Ashoka-project Defining new narratives for the future of the healthcare workforce zocht en vond ze tijdens verschillende workshops met geëngageerde belanghebbenden uit en betrokken bij de zorgsector een gezamenlijk droombeeld voor de toekomst van de zorg.

In opdracht van Karolien maakte Re-story een samenvattend audioverslag waarvoor we live en online met jong en oud spraken en verschillende perspectieven op een nieuw verhaal voor de zorg belichten. Dit is de geschreven versie daarvan.

Karolien van den Brekel

🎧 Luisteren

Het samenvattend audioverslag over de zoektocht van Karolien naar een gezamenlijk droombeeld van de zorg kan je beluisteren via Soundcloud (hieronder kan je direct afspelen) of in je favoriete podcastapp, hier op Spotify en hier op Apple Podcasts.


“Ik werd als huisarts al een tijdje een beetje verdrietig als ik in de krant lees of op het nieuws alsmaar zie dat we een zorginfarct hebben. Dat het allemaal heel slecht gaat in de zorg”, vertelt Karolien van den Brekel over waarom ze op zoek wilde gaan naar een nieuw verhaal voor de zorg.

Dat wil niet zeggen dat ik goed weet en besef dat we in de zorg veel uitdagingen hebben. Maar ik denk dat we die uitdagingen met elkaar aan kunnen gaan.

Want wie wil er in een wespennest werken waarvan ze zeggen: het is allemaal zo druk. Het is niet te doen. Je verzuipt. Daar heb je geen zin in.”

Iedereen kan iets kleins doen

Karolien heeft zich al enkele jaren verdiept in systeemverandering en transformatie in de zorg.

Dat ze zelf zo geniet van het werken als huisarts is voor haar een belangrijke reden voor Karolien om gebruikmakend van de Utopia-methode op zoek te gaan naar nieuwe verhalen.

En daar positief geframed en constructief ondersteunend met verschillende belanghebbenden over in gesprek te gaan. 

Karolien: “Ik heb de afgelopen jaren gemerkt dat als het over systeemverandering gaat en over hoe dingen anders kunnen, iedereen zegt: ‘Ik kan niks doen, want de ander is het probleem’.

Wat ik merk is dat je toch ook allemaal wel iets kan doen. Samen zijn we puzzelstukjes van een groter geheel.

De vraag is dan wie al die verschillende mensen zijn die iets kunnen doen. Weten we wat mensen zelf willen? Wat vinden mensen die in het onderwijs werken? Wat willen mensen die in het medische domein werken? Wat willen de mensen die in het beleidsdomein werken? 

Dat heeft allemaal invloed op dat grotere verhaal waarin we constructief met de uitdaging van vergrijzing en steeds meer zieken kunnen omgaan door in plaats van ziektegerichte naar gezondheidsgerichte zorg te gaan. 

Wat ik heel bijzonder vond, is dat vanuit welk perspectief je ook naar de zorg en de uitdagingen in de zorg kijkt, daar een heel gezamenlijk droombeeld uit naar voren kwam. 

Het maakte niet uit of ik nu in Nederland of in België was, en ook in Engeland en Frankrijk bleek dat droombeeld heel vergelijkbaar.

We denken steeds dat het systeem het probleem is, maar we hebben in al die landen heel verschillende systemen. We moeten dus niet meer naar het systeem wijzen. 

Natuurlijk kan je in de structuur en in de praktijk dingen veranderen, maar wat ik in de sessies gemerkt heb, is dat je cultuurverandering nodig hebt om echt met elkaar te gaan kijken naar wat wel kan. Cultuurverandering is het haakje om echt het verschil te gaan maken. 

Wat daar bij alle sessies uitkwam, is: menselijkheid terugbrengen in de zorg. Echt luisteren. Wat heeft iemand nodig om een stap verder te komen bij wat op dat moment voor hem of haar belangrijk is.” 

Hoe gaat het met je?

Die aansluiting bij wat voor iemand op dat moment belangrijk is, is exact wat de tachtigjarige Bella van der Linden heeft gemist.

Ze werd als partner van haar zieke man Bob niet gezien en gehoord. In het ziekenhuis stond de medische zorg sterk op de voorgrond. Dat is volgens haar niet wat ze nodig hadden. 

Bella:: “Heel kort door de bocht en misschien enigszins bot: ik heb er niks aan gehad. Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik serieus werd genomen.

Ik heb dat tegen de oncologen gezegd, en later ook tegen de internisten toen Bob steeds in het ziekenhuis lag en tot drie keer toe bijna doodging.

Het enige wat zij deden was de medische zorg verlenen. Ik moest altijd trekken, zeuren en om een gesprek vragen.

Die gesprekken waren heel erg op Bob gericht. Als ik iets wilde zeggen, werd me met een handgebaar duidelijk gemaakt dat ik moest wachten: even wachten mevrouw.

Dan ging ik naar huis en dacht: ik heb gewoon geen vraag mogen stellen. Er werd niet naar me geluisterd. Er is nooit aan mij gevraagd wat ik ervan vond, terwijl ook mijn leven ziek werd. 

Ik denk dat we in het ziekenhuis zoveel winst kunnen maken door gewoon een open gesprek te voeren. Mijn droom is dat alle hulpverleners, vrijwilligers, buren vertrekken vanuit de vraag: hoe is het met je? 

Het kost niet meer tijd om te beginnen bij die menselijke vraag. De klacht komt wel op tafel, maar als je hem voortdurend parkeert, komt hij niet op tafel en wordt die klacht alsmaar groter.”

Hechte burenkring

Wat Bella wel hielp, waren de buren in de wijk. Een nieuwbouwwijk waar ze zes jaar eerder met haar man kwam wonen.

Voor iedereen die daar toen kwam wonen, was het nieuw. Iedereen moest zijn leven opnieuw vormgeven. Daardoor groeide in de wijk een hechte burenband en een steunsysteem, 

Bella: “Toen Bob en ik hier kwamen wonen, zeiden we tegen elkaar: ‘We gaan echt een ander leven krijgen.’ Onze vertrouwde winkeltjes, onze buren, onze vrienden waar je zo even naar toe kon lopen, dat is er gewoon even niet meer. 

Omdat we daar allemaal tegelijk kwamen wonen, hadden we een reden om ons met elkaar te verbinden. De een had een trap nodig, de ander een boor. Een derde vroeg: ‘Weet jij hoe dat met die verzekering zit of met parkeren?’ 

Zo hebben we in heel korte tijd een hechte burenkring opgebouwd die tot op vandaag heel goed voor elkaar zorgt.”

Een belangrijke plek voor Bella is dan ook ‘Indekerngezond’, een wijkplatform en buurthuis voor en door bewoners en dat werkt vanuit het gedachtegoed van Positieve Gezondheid. De mensen daar zijn er voor Bella, ze voelt zich er ‘thuis’.

Bella: “Pas toen Bob overleden is, kwam ik bij Indekerngezond en toen viel ineens van alles op zijn plaats.

Ik dacht: dit is voor het eerst sinds Bob zo ziek is geworden en overleed dat ik voel dat ik niks hoef. Ik mocht daar gewoon zijn en iedereen omhelsde me en leefde met me mee.”

Kleine dingen kunnen groot verschil maken

Wat blijkt, is dat Bella geen grote onoverkomelijke verwachtingen heeft: het zijn de kleine dingen die het hem doen. 

Dat merkte Karolien ook als het tijdens de workshops over de droomscenario’s ging: “Kleine dingen kunnen soms al een heel groot verschil maken.

Wat in de droomscenario’s naar voren kwam, is: menselijkheid, verbinding, eenvoud, vertrouwen.

We denken allemaal dat we voor verandering geld nodig hebben, maar de antwoorden liggen veel dichter bij huis. 

Ik werk al een hele tijd met het concept Positieve gezondheid, het geeft een taal en is een tool waarin we een-op-een met mensen in gesprek gaan om bij zichzelf te ontdekken wat voor hen belangrijk is.

Vandaag had ik een mevrouw van zeventig jaar op consultatie. Ze zei: ‘Ik woon alleen en ik krijg een heupoperatie. Hoe moet dat allemaal?’ 

Ze heeft recht op zorg en er kan dus iemand langskomen, maar ik vroeg haar wie ze om zich heen heeft en hoe het gaat met de boodschappen?

‘Ik kan mijn buurman wel vragen,’ zei ze, ‘en misschien is er ook wel iemand die me naar het ziekenhuis kan brengen.’ Dat vergeten we allemaal.” 

Rolmodellen

Karolien: “Ik denk dat we als huisartsen zelf een heel groot onderdeel van het probleem zijn, omdat we als professionals heel erg ziektegericht denken. We willen altijd maar iets oplossen van een ander. 

Maar wanneer ben je ziek? Een nieuwe framing van ziek zijn is ook precies het gedachtegoed van Positieve Gezondheid: wanneer ben je gezond?

En gezond is niet alleen maar de afwezigheid van ziekte. Gezond is ook: wat is je vermogen om je aan te passen aan de uitdagingen van het leven? Die uitdagingen  kunnen lichamelijk, mentaal of sociaal zijn.

Als je niet kijkt vanuit een oplossing, maar vanuit wat iemand nodig heeft om een gezond en betekenisvol leven te leiden, is dat een reframing van ziektegericht naar gezondheidsgericht. En die kant gaan we op. Daar liggen wat mij betreft de oplossingen, 

We hebben als artsen dus gewoon andere gesprekken te voeren, maar dat hebben we niet geleerd. We zijn als artsen ziektegericht opgeleid, dus we denken vanuit ziekte. En we denken dat we een oplossing moeten aandragen. 

Ik heb me daar wel over verbaasd toen ik studeerde. Maar zeker als je begint met de opleiding doe je alles netjes zoals het hoort.

Mensen conformeren zich aan hun systeem, dus zodra je die witte jas in het ziekenhuis aantrekt, denk je dat je het moet doen zoals de mensen het daar doen.

Als je dan geen rolmodellen hebt die het anders doen, ga je gewoon mee in wat daar de norm is. We zijn dus op zoek naar goede rolmodellen voor de toekomst.

Ik had vorig jaar een jonge collega die elke keer zei: ‘Ik moet toch een oplossing hebben. Binnen tien minuten staat die patiënt weer buiten en die moet dan weten wat hij moet doen.’ 

Ik heb haar toen meegenomen in hoe het ook anders kan en op een gegeven moment vertelde ze dat ze zo’n mooi consult had gehad. ‘Ik heb helemaal niks gedaan’, zei ze. 

Toen ik haar vroeg wat ze bedoelde met niks gedaan, vertelde ze dat ze alleen maar vragen had gesteld en geluisterd had.

Aan het einde van het consult had de patiënt haar bedankt voor het luisteren en gezegd dat hij weer verder kon. ‘Je hebt me door vragen te stellen geholpen om zelf mijn oplossingen te vinden’ had hij gezegd.

Voor haar voelde dat in eerste instantie als een soort ‘falen’, omdat ze niets had gedaan.

Ik zei tegen haar: ‘Weet je hoe belangrijk dit gesprek was? Hoeveel je betekend hebt en hoe deze patiënt de volgende keer wellicht ook weer meer zelf zijn oplossingen gaat vinden?’ 

Maar dat zijn we niet gewend. Ik denk dat patiënten enorm betutteld zijn: de dokter gaat me vertellen wat ik moet doen. Dat is niet goed of fout. Dat is gewoon hoe het historisch is gegroeid.” 

Ook eerstejaars huisarts in opleiding Renata Roest herinnert zich dat consult nog goed: “Die man kwam hier binnen, was heel druk, maar ging uiteindelijk heel blij en tevreden de deur uit. 

Ik dacht daarna: maar ik heb echt helemaal niks gedaan. Ik ben gewoon gaan zitten en ben naar hem gaan luisteren. Ik heb hem daarna nog een paar keer terug gezien. 

Ik weet nog dat het gevoel dat de patiënt vertrouwen heeft in je kunnen mij heel erg heeft geholpen om daarna meer onbevangen te zijn, omdat je je zeker en goed voelt op die plek als dokter.”

Kwetsbaar opstellen

Dat mensen in de zorg niet gewend zijn om eerder te luisteren dan met oplossingen aan te komen, komt voor een belangrijk deel door de opleiding.

Daarin gebeurt iets vreemds vertelt Giliam Kuijpers. Zij is oprichter van MedGezel, een organisatie die geneeskundestudenten opleidt tot medisch coach.

Giliam: “Geneeskunde is een opleiding tot professional waarbij je allerlei vaardigheden leert, maar tegelijk verlies je daardoor een stukje empathie. Dat is een heel vervelende wereldwijd bekende bijwerking van de opleiding tot dokter.

Het zit ingebakken in het biomedische model: als dokter leer je een diagnose te stellen en daar ook naar te handelen.

Dat komt met name tot uiting op het moment dat die student voor het eerst in aanraking komt met echte mensen.

Wat nodig is, is een transformatie van de gezondheidszorg waarin we de beweging maken naar gezondheidsbevordering.

Dus niet vanuit het biomedische gedachtegoed, maar vanuit het biopsychosociale gedachtegoed en dat vraagt ook een innerlijke transformatie van die toekomstige professional. Van die dokter.

Dat gaat dus eerst over: wie ben ik? Hoe kan ik vanuit mijn authenticiteit en de keuzes die ik maak, oprecht aansluiten bij wie de ander is?

Dat is iets wat je moet ervaren. Het gaat dus over een attitude en dat is wat anders dan het cognitief begrijpen.

Wat ik dan in onze opleidingen zie gebeuren, is dat dan een opening ontstaat waarbij studenten openbreken. Dat gaat ook met emoties gepaard. Mensen die zich ineens gezien en gehoord voelen, die zich ineens veilig voelen om zich kwetsbaar op te stellen. 

Het gaat over je kwetsbaarheid laten zien, want je moet ook een kwetsbaar gesprek durven voeren met de mens die tegenover je zit.

Het is enerzijds voelen wat er bij die ander gebeurt en tegelijk weten dat het over die ander gaat, en niet over jou.” 

Wat Giliam vertelt, heeft volgens Karolien verstrekkende gevolgen voor een nieuw verhaal voor de zorg: “Enerzijds is het nieuwe verhaal een meer holistisch verhaal, een bredere kijk op de hele mens.

Maar het gaat eigenlijk nog verder dan dat. Het gaat ook over het mens- en wereldbeeld dat gericht is op groei. Economisch moet het allemaal sneller en beter. Maar is dat nu waar we gelukkig van worden?

Dat klinkt misschien een beetje idealistisch, want er bestaat natuurlijk een beeld waarbij het hele zorgstelsel ook financieel perverse prikkels heeft.

Die prikkels maken soms dat mensen blijven doen wat ze al deden, omdat mensen er financieel of in aanzien niet op achteruit willen gaan.

Mensen hebben ook best weerstand tegen verandering, waardoor we heel vaak door blijven gaan met wat we doen. 

Systeemverandering krijg je niet als je allemaal harder gaat werken, dan krijg je meer van hetzelfde. Systeemverandering krijg je ook niet door alleen maar te optimaliseren om het efficiënter te maken.

Dat hebben we de afgelopen decennia geprobeerd, daar gaan we het niet mee redden.”

Een economie ten dienste van een gezonde samenleving

Bij een van de workshops die Karolien in Antwerpen bij Emagine Life Center organiseerde, was ook medeoprichter van dit centrum en economist Eddy van Hemelrijck aanwezig. 

Hij doceert Regenerative & Futureproof Business aan de Karel de Grote Hogeschool en is pleitbezorger van een economie die in dienst staat van de mensheid en alle vormen van leven. En niet omgekeerd zoals nu het geval is.

Eddy: “Als ik kijk naar financiële stimuli of prikkels die gegeven worden in het zorgsysteem, maar ook elders, dan komen we terecht bij een onderliggend verhaal dat gebaseerd is op winstmaximalisatie.

Ik bekijk het natuurlijk vanuit een economisch standpunt, maar dat schijnt te domineren in heel wat sectoren, waarbij geld of groei het doel op zich wordt en niet meer het middel.

Dus als je naar de gezondheidszorg kijkt, dan zouden we een systeem moeten hebben waarbij men echt de gezondheid van mensen nastreeft, maar dat is vrij nefast voor het huidige economisch systeem: hoe gezonder mensen zijn, hoe minder ze consumeren. 

Het huidige economisch systeem heeft er baat bij als er veel zieken zijn, er veel opnames zijn, er veel medicatie moet worden toegediend.

Men prikkelt op de verkeerde manier: men geeft stimuli die niet leiden tot gezondere mensen, maar tot een hoger economisch rendement. 

Eigenlijk zou je dat moeten omdraaien: een economie die ten dienste staat van een gezonde samenleving en een gezonde planeet. Dan gaat het erom een economie te creëren die een positieve gezondheidszorg stimuleert. 

Ik vind de positieve gezondheidsbeweging in Nederland en België, waarbij bijvoorbeeld een hoop doktoren zeggen: ‘We gaan niet meer op prestatie vergoed worden, maar we krijgen gewoon een maandsalaris en dan zijn we beter af als we mensen sneller gezond maken, omdat ze dan  niet meer langskomen en we toch die maandelijkse vergoeding krijgen.’ 

Het maakt duidelijk dat het ook anders kan. En als er genoeg dokters met alternatieve systemen beginnen, dan krijgt dat hopelijk navolging en kantelt het systeem.

Dan zeggen mensen : ‘We gaan liever naar dat gezondheidscentrum waar de mensen wel tijd hebben om met ons bezig te zijn en niet geklokt worden omdat ze moeten renderen.’ Dat moet eruit!

Dat betekent wel dat de verloningsstructuur aangepast moet worden. Dat het aanzien van de samenleving ten opzichte van bepaalde beroepen moet veranderen. Maar je ziet die tendens, zeker bij jongeren. Die staan anders in het leven.

Ik denk dat degenen die in jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw afstudeerden, waaronder ikzelf, gewoon in het systeem zijn gestapt en het niet in vraag hebben gesteld.

ik denk ook dat de jonge generatie die nu instroomt mogelijk een verschil gaat maken, omdat ze niet om het kwartier iemand anders willen zien om hun inkomsten te kunnen maximaliseren.

Dat is niet de bedoeling. Zij zeggen: ‘We hebben niet zoveel jaren gestudeerd om dokter te worden om dan een systeem te creëren waarbij we mensen eigenlijk niet helpen of gezond maken.’

Nu dat is niet gemakkelijk, daar heb je een stuk overheidssturing en ondersteuning nodig. Omdat als je aan een vast loon gaat werken om op die manier gezondere mensen te creëren, moet dat ook ergens aanvaard, goedgekeurd en ondersteund worden.”

Gezondheidsfonds

Voorzitter van de Belgische Christelijke Mutualiteit Luc Van Gorp herkent het economisch perspectief dat Eddy Van Hemelrijck schetst.

Het is volgens hem deel van het feit dat de zorgsector vastloopt, een zorgcrash en zorgclash noemt hij dat. Maar we staan aan de vooravond van een paradigmashift, zegt hij stellig.

Onder zijn bezielende leiding geeft de CM mee vorm aan die shift door geen ziekenfonds, maar een gezondheidsfonds te zijn. Daarvoor trekt de organisatie de kaart van positieve gezondheid. 

Menselijkheid, verbinding, eenvoud, vertrouwen en plezier zijn voor hem een evidentie voor de kern van een nieuw verhaal voor de zorg, ook al heeft hij daar zo zijn filosofische kijk op.

Luc: “Ik denk dat we het veel te ver zoeken in het conceptualiseren van wat zorg is. Zorg heeft in mijn beeld te maken met verbinding.

En het vreemde is dat als er verbinding is, dat hij die verbindt en zij die verbonden wordt, dat voelt. 

Dat doe je niet door een les communicatie of het concept uit te leggen, waarmee ik wil zeggen: vertrouwen is er of is er niet. 

Als je een zorgverlener bent, ik ben zelf verpleegkundige, vertrekt alles vanuit de relatie. Vanuit die relatie kan je voor iemand zorgen en zelfs die relatie draagt bij tot heling of genezing. 

Wij zien genezing heel klinisch, operationeel en vanuit een bepaald ziektebeeld, maar ik denk dat de grootste ziekte van vandaag de ziekte van de deconnectie is. Van de individualisering van het bestaan, terwijl we per definitie met elkaar verbonden zijn..

Volgens mij willen zorgverleners van hoog tot laag niet liever dan verbinden en tijd maken. Terwijl hen wordt gezegd: ‘Maar dat gaan we niet doen, hè. Daar heb je maar zoveel minuten voor.’

Daardoor halen vandaag spijtig genoeg heel veel mensen gedeconnecteerd af, omdat ze uitvallen of omdat ze de zorg de rug toekeren. Ze zeggen: ‘Doe het zelf, maar ik doe dit niet meer.’

Ik vind dat een goede evolutie, omdat die crisis een ongelooflijke opportuniteit is om weer ten gronde over de kern van zorg na te denken.

En daarin spelen wij een cruciale rol. We staan volgens mij aan de vooravond van een paradigma-shift: van zieken- naar gezondheidszorg.  

Als CM hebben wij de omslag gemaakt van een ziekenfonds naar een gezondheidsfonds. Voor mij was het zo cruciaal om in te zetten op terugbetalen van al wat bijdraagt tot gezondheid.

Ik denk dat we nog aan de vooravond van een paradigmashift staan omdat onze systemen die moeten transformeren, daar vandaag nog niet klaar voor zijn. 

Voor mij is de uitdaging hoe we de mensen die het beleid kunnen beïnvloeden - en wij zijn daar ook een onderdeel van - meekrijgen in het verhaal om die shift te doen. Je moet daarvoor verhalen vertellen. 

Wat we heel veel doen is ons verhaal vertellen. En als we het verhaal van de omslag van ziek naar gezond vertellen aan jongeren, aan mensen in het beleid, en aan mensen in de zorg, dan voel je de connectie.

Ze zijn mee in het verhaal. Dan krijgen we veel applaus, maar dan is de volgende dag wel de stap: wat gaan we nu doen? 

We hebben te lang meegelopen in een model dat niet duurzaam is, en wat ik vertel klinkt heel strijdvaardig, maar we doen het niet voor onszelf. We hebben 4,7 miljoen leden en ik denk dat we verantwoording aan hen hebben af te leggen.”

Het begin van een nieuw verhaal voor de zorg

Karolien: “Het is niet altijd makkelijk en het vraagt ook moed om het anders te doen, maar het begin van een nieuw verhaal voor de gezondheidszorg en voor de mensen die daarin werken en gaan werken is er.

Een mooi voorbeeld daarvan is mijn collega huisarts Hans Peter Jung. Hij is tien jaar geleden anders gaan werken om meer aan te sluiten bij de patiënt, met andere financiering, nauwe samenwerking met het sociale domein en vooral met de mensen zelf. 

Met een spanningsveld tussen nieuwe succesvolle innovatie en verschillende belangen, onder andere in het lokale ziekenhuis, zijn ze nu gestart met een impactvol nieuw verhaal: De Mooi Maasvallei.

Wat ik heel fijn vind, is dat er steeds meer energie zit op het verbeelden van een nieuwe toekomst voor de zorg.

In mijn workshop op een Europees huisartsencongres zaten huisartsen met zestien verschillende nationaliteiten.

Allemaal kwamen ze tot dezelfde rode draad voor het nieuwe verhaal in de zorg: menselijkheid terugbrengen, verbinding maken, plezier ook, vertrouwen creëren en de eenvoud bewaren ...

Wil je meedoen aan die beweging? Kijk dan hier