📖🎧 Tien jaar na zijn boek ‘Schoon protest’ ziet cultureel antropoloog Rik Pinxten een belangrijke vorm van dat protest bij een sciencefictionschrijver
Het neoliberalisme is een vampierenideologie. De 1% heeft steeds meer bloed nodig en zuigt de levenskrachten van de 99% uit. Het zal ook de aarde vernietigen om excessief te kunnen blijven consumeren. Politiek kan deze ideologie uitsluitend leven door conflict en ongelijkheid als onvermijdelijk voor te stellen: TINA, There Is No Alternative, terwijl dat een leugen is. Dat schrijft cultureel antropoloog Rik Pinxten in 2014 in Schoon protest.
In Schoon protest roept Rik Pinxten op om de macht terug te nemen+ eis je volledige mens-zijn terug en laat je niet langer reduceren tot een homo economicus, want dat is een leugen, en het is zelfs niet jouw en mijn leugen, stelde de inmiddels emritus hoogleraar aan de Universiteit Gent destijds.
Zo opperde Rik Pinxten tien jaar geleden het beginnend verzet tegen de stilaan krankzinnige top-downmacht met de financiële elite van de 1% aan de top te herinterpreteren als een schoon protest.
Je mens-zijn terugeisen, schrijft hij in Schoon protest, kan door belangrijke sectoren zoals opvoeding, cultuur, gezondheidszorg, ouderenzorg en deels ook voedsel aan de marktmechanismen te onttrekken. Omdat, als we de markt terugdringen, gedeeld welzijn en (misschien ook) geluk voor meer mensen mogelijk wordt.
Dat resoneerde sterk bij mij.
Dit jaar, 2024, is het tien jaar geleden dat in de december Schoon protest verscheen. De ondertitel van het boek 'Want er is wel een alternatief' is indirect van invloed geweest op de Re-story baseline: 'Het kan wél anders'.
🎧 Luisteren
Je kan ook naar Rik Pinxten luisteren. Wat je hier kan lezen, kan je hem ook zel horen vertellen via Soundcloud (hieronder) of in je favoriete podcastapp, hier op Spotify en hier op Apple Podcasts.
Verhalen belangrijker dan materiële producten
Ook pikte ik uit het boek op dat verhalen en kennis veel belangrijker zijn dan materiële producten. Nu ik in de zomer van 2024 tegenover Rik Pinxten zit, vraag ik hem hoe die stellingname in zijn boek terechtkwam: verhalen en kennis zijn belangrijker dan materiële producten.
Rik: “In de loop van de jaren, onder andere door te werken met andere culturen en in de eerste plaats native americans, ben ik daar meer en meer van overtuigd geraakt.
Na de Tweede Wereldoorlog is onze cultuur net de andere richting uitgegaan. Als tiener al was ik geabonneerd op een Vlaams links weekblad: De Nieuwe.
Iemand die daarin met een zeer dubbelzinnige optiek schreef, was Mark Grammens. Hij heeft in zijn tijd zeer indringende dingen proberen zeggen.
Wat me altijd is bijgebleven, is een artikel waarin hij schreef dat ‘het hebben prevaleert over het zijn’. Hij duidde aan dat begin jaren zestig van de vorige eeuw een trend gestart was dat ‘het altijd meer moet zijn’ en dat ‘beter’ gelijk is aan ‘meer’.
De evidentie van economische groei, werd aanvankelijk ter linker- en rechterzijde nog bediscussieerd. Nu niet meer. Men stelt ‘economische groei’ simpelweg niet meer in vraag.
Elke regering die dat principe van economische groei niet trouw is, is een regering van de ondergang. Die regering is niet realistisch. Niet van deze wereld.
Hetzelfde kan je lezen in Capital et Ideologie van Thomas Piketty, waarin hij opmerkt dat nog geen enkele revolutie tot nog toe privébezit echt in vraag heeft gesteld. Dat is op een of andere manier altijd beschermd gebleven. Het wordt zelfs buiten elke herverdeling geplaatst.
Na de Tweede Wereldoorlog had je in de VS, onder de republikeinse president Eisenhower een belasting tot 80 procent op de grote kapitalen en de grote winsten. Dit is vandaag totaal ondenkbaar. Als je daarover durft spreken, dan sluit men je op!
Op twee generaties tijd is die omslag, met dus een groeiende ongelijkheid tot gevolg, razendsnel toegenomen. Dat neemt heel merkwaardige proporties aan en gaat ten koste van de democratie.
Elon Musk is volgens mij een zeer hedendaags fenomeen die gewoon zelf aan politiek doet door macht te kopen met zijn superwinsten. Maar dat wordt gezien als een ideaalbeeld, dan denk ik: wat is er in de wereld aan het gebeuren?
Dat is, denk ik, een voortzetting van wat ik in mijn boek van tien jaar geleden schrijf. Je hebt vandaag analyses van serieuze mensen, zoals Michael Sandel, die toch wel heel duidelijk de verschuiving aantonen van een participerend burgerschap naar een burger die cliënt wordt.
Als je dit allemaal ziet en je krijgt dan een ongeloof in democratie: je zou voor minder natuurlijk. Maar als je dan bovendien de verantwoordelijkheid bij die burger legt, die als het ware vanuit een onbehagen op zoek is naar iets anders, dat is toch wel een echte omkering.
Dat is de drijvende motor van het neoliberalisme: de onderliggende ideologie van het economisme, waarbij het geen verzameling van ideeën over goed aanwenden van de middelen meer is, maar de producent van de levensdoelen, in plaats van de vrij kiezende mens.
We zitten in een complexere wereld dan vroeger in de zin van de manier waarop die burger bewerkt wordt. En getuchtigd ook, want onderwijs is ook zeer sterk veranderd. Dat is ook niet voor niks. Het idee kinderen klaar te stomen om mens te worden, is helemaal weg.
Het Bildungsideaal van twee eeuwen geleden, waarbij we proberen mensen zo waardig mogelijk en met de capaciteiten die elk individu heeft tot bloeiende mensen te maken, zodat ze een zinvol leven kunnen leiden, is volkomen weg.
Volgens onze Minister van Onderwijs moet je mensen klaarstomen om in een competitie, die niet in vraag gesteld wordt, de winnaar te zijn. En die competitie is alleen maar een economische competitie. Je moet dus mensen - kinderen - klaarstomen om een goede marktspeler in de competitie te zijn.
Als je daar even bij stilstaat: is dat de taak van opvoeden? Dat is toch gruwelijk. Het is hallucinant hoe je dan in zekere zin mechaniseert, en met de huidige informatietechnologie eigenlijk bijna africht.”
Vampierenideologie
Hetgeen de cultureel antropoloog schetst, laat duidelijk zien dat de uitzuigende kracht van het neoliberalisme als vampierenideologie enkel extremer is geworden.
In Schoon protest schrijft hij: ‘het neoliberalisme is geen vooruitgang van het menselijk denken, maar een krachtig en machtig terugkeermodel naar de feodale samenleving en het ancien regime denken over mens en maatschappij.
Het is dat aspect in zijn boek dat me tien jaar geleden aan het denken zette, maar wat is juist die vampier - het neoliberalisme - wil ik van de emeritus hoogleraar weten?
Rik: “Ik vermoed dat dat meer het domein van economie is, maar ik ben eigenlijk opnieuw akkoord met Piketty, die - te snel door mij samenvattend - zegt: economie is geen wetenschap in de zin van een kritisch zichzelf corrigerend systeem. Economie is altijd politieke economie.
Dat is zijn uitspraak, en dat is serieus als zelfkritische reflectie, maar ook dat zegt men amper of eigenlijk bijna nooit meer in de media.
Men doet alsof economie een exacte wetenschap is, terwijl het eigenlijk een ideologische manier van denken is die gebruikt maakt van wetenschap, van cijfers. Dat kan je perfect doen natuurlijk, maar daarom wordt het nog geen wetenschap in de zin van een echt zelfkritisch en zelfcorrigerend systeem.
Heel banaal en natuurlijk een beetje overgesimplificeerd gezegd kan men zeggen: economie is een min of meer systematische manier om te proberen nadenken over het huishouden. Ik heb bepaalde doelen en ik ga middelen zoeken om die doelen te bereiken. De studie van die middelen is economie.
Wat je nu ziet, is een omkering en dat heeft te maken met ‘het hebben dat gaat prevaleren op het zijn’, namelijk men gaat in de politiek en de media meer en meer doen alsof economie zelf de doelen voorstelt. Het handig inzetten van de middelen - meer, hebben - wordt zelf het enige doel, en niet de optie rond zijn.
Groei is zo’n doel: je kan geen maatschappij, laat staan een toekomst hebben zonder economische groei, is de mantra. Er is bij mijn weten geen enkele ernstige discussie in de media, laat staan in de sociale media, over zo'n uitspraak.
De eerste stappen om na te denken over wat ‘groei’ dan is en eventueel criteria zoeken naar wat daarin ontsporingen zijn, doe je dan niet meer.
Je neemt aan, en dat kan ook niet anders, dat de principes van marketing op zich gerechtvaardigde doelen worden. Hoe kan ik het meest verkopen? Hoe kan ik mijn omzet vergroten, groeien?
Het neoliberalisme is eigenlijk een justificering daarvan. Men gaat er bijvoorbeeld niet meer van uit dat de mensheid op de een of andere manier feilbaar en eindig is, en afhankelijk is van allerlei andere elementen. Dat die ene kleine aardkluit in een of meer kwetsbare evenwichten bestaat, is allemaal totaal irrelevant.
Het economische model en economisch bezig zijn, is absoluut primair binnen deze ideologie. Het gaat enkel over: op welke manier kan ik zo snel mogelijk het meest winnen in de competitie? En het competitiemodel is het enige model dat verantwoord is, dat waar of waardevol zou zijn.
Dus het hele systeem herdenken, laat staan de enorme aberraties, laat staan de gevaarlijke ontwikkelingen van klimaat, ecologie (met de nodige pandemieën), groeiende ongelijkheid, een soort van semi-slavernij zoals met Uber, Amazon en dat soort van dingen, daar hebben we het allemaal niet over.
Je moet gewoon meer verdienen, meer consumptie, meer economie, en dan zijn we goed bezig. Ja maar, we zijn dan als lemmingen naar de klif aan het lopen, zie je dat dan niet?
Je moet dus een stapje dieper gaan en dat proberen herdenken, maar winst wordt dan natuurlijk minder vanzelfsprekend, waardoor je in de maatschappij een verdeling krijgt van zij die hebben en hopen, blijvend bij de goeden te behoren, bij degenen die succes hebben tegenover zij die niet hebben.
En het is dan natuurlijk de schuld van degene die eruit vallen dat zij niet succesvol zijn.
Denken aan gehelen, aan samenhang ook, tussen bijvoorbeeld natuur en mens is allemaal flauwekul in zo’n ideologie. Dat is romantiek. Het komt erop aan economisch te blijven groeien, en vooral te winnen, zonder dat je iets in vraag stelt.
Als je dan zegt dat we op de afgrond aflopen, dan ben je een doemdenker. Of erger: woke, wat mij natuurlijk ook is overkomen in het boekje van Bart De Wever.
Woke betekent bij hem, net zoals bij het Vlaams Blok zoals ik ze blijf noemen, dat je een vijand van de westerse cultuur en beschaving bent.
Ik zou graag een poging tot discussie daarover hebben, want toen zij nog klein waren, hamerden hun voorvaderen op gelijke rechten voor Vlamingen. Dat zouden we vandaag ook woke noemen.
Waarom zeg je dat mensen die nu kritisch zijn, of misschien knipperlichten laten branden over waar je naartoe gaat en dat de kosten van dit soort blinde winsteconomie enorm zullen zijn, woke zijn?
Ik bedoel: klimaat stopt niet aan uw grenzen, je kan beweren ‘Vlaanderen Eerst’ maar dat zal voor het klimaat, als ik dat zo mag zeggen, geen punt zijn, natuurlijk.
Als je onze zelfde minister van Onderwijs, toen hij in zijn vorige mandaat minister van de Noordzee was, hoort beweren dat hij met zijn Nederlandse collega aan het onderzoeken was hoe men de dijken aan de Noordzee ging ophogen om zo de stijging van de zeespiegel tegen te houden.
Dan denk je toch: we zijn misschien een beetje in slaap gewiegd, maar compleet onnozel zijn we toch niet? Hoe kan hij zoiets beweren?
Stel je in de klimaatontwikkeling die we nu kennen, even in de plaats van de Noordzee die een meter of twee meter en in het slechtste scenario acht meter stijgt en dat die Zee zegt: ‘Hola, Nederland en België, daar ga ik niet naartoe’.
Wat is dit voor een idioterie om mensen zoiets wijs te maken? In plaats van onmiddellijk te eisen dat zo iemand iets anders gaat doen, passeert dat. Men zegt dat men ermee bezig is, maar neemt het niet ernstig.
Hoewel het misschien extreem overkomt. is het wel degelijk echt gebeurd. Ik vermeld het als illustratie van het zogenaamde ecorealisme.
En dat is in functie van opnieuw die neoliberale ideologie, wat men dan het ecorealisme noemt, de ongefundeerde en ook niet te funderen stelling: we gaan dat technologisch wel oplossen.
Elke tot nog toe bekende mogelijke technologische oplossing voor deelvragen en tegen enorme kosten zal per definitie nog vijftien tot dertig jaar in beslag nemen om te ontwikkelen. Dat gebeurt allemaal niet.
Ondertussen vallen er miljoenen en misschien nog meer slachtoffers, wat doe je daarmee? De ontwaarding van de landbouw, die gaande is, wat doe je daarmee? Nee, nee, we gaan dat technologisch oplossen.
Dat is neoliberalisme, dus men gaat niet ten gronde, want dan worden die competitie en vooral die winstprincipes in vraag gesteld. Dat kan niet, dus krijg je dit soort van vreemdsoortige, ik zou zeggen, leugens, maar in elk geval ontwijkende soort van argumentaties.
En als het te erg wordt, dan beschuldig je de ander gewoon ervan woke te zijn en daar hoeft men niet naar te luisteren.”
Seasteading
Rik: “Er zijn zeer merkwaardige akelige ontwikkelingen, die echt antisociaal en in elk geval anti-humaan of anti-humanistisch zijn.
Een daarvan is - en dat is geen grap, het is reëel - dat bij een aantal superrijken het idee leeft dat het steeds lastiger voor hen wordt en dat ze niet alleen moeten ontsnappen aan het belastingsysteem, maar ook aan juridische controle.
De oplossing voor hen: de organisatie Seasteading Institute en die onderzoekt hoe ze een of meer kunstmatige eilanden buiten de territoriale wateren kunnen ontwikkelen.
Daar kunnen de allerrijksten hun zin doen, omdat dan buiten elke nationale wetgeving om alle mogelijke hindernissen compleet worden ontweken.
Ondertussen blijven hun opbrengsten natuurlijk gegarandeerd, maar de herverdeling is dan totaal afgeschaft.
Dat is een ernstig project, ik weet niet hoe ver ze nu staan. Uit een studie van een collega-antropologe blijkt dat zo'n supereiland met alle mogelijke faciliteiten ergens in de oceaan construeren nogal moeilijk blijkt.
Daarom is een van de andere pistes die men heel actief aan het onderzoeken is Panama te kopen en zo een bestaand land ‘het onze te maken’ weg van elke internationale, laat staan nationale wetgeving.
In zijn pas vertaalde roman Vrij spel beschrijft Richard Powers hoe dat in zijn werk kan gaan. Een groot verhalenverteller zet het daarmee voor zeer velen op een prachtige manier op de kaart.”
The big dying out
Rik: “Een tweede ontwikkeling die ik nog akeliger vind, is een groep die erkent dat wij enorme risico's nemen - onder andere door niet onze economie te herdenken in termen van klimaat, ecologische verwoesting en pandemieën - en met een wetenschappelijke term, spreekt over de zesde extinctie: de uitsterving van de mensheid door de mens zelf.
Daarin heb je een subgroep van mensen die ongetwijfeld carrière zullen maken met een scenariodenken dat men aanduidt als ‘the big dying out’.
We zijn nu met acht miljard mensen, misschien aan het einde van deze eeuw met tien miljard en we zitten met die enorme druk op klimaat en ecologie: wat is nu een mogelijke oplossing?
Als we nu eens met drie miljard zouden zijn, maar hoe organiseer je dat? The big dying out is dat Afrika en delen van Azië uitsterven doordat je die mensen niet helpt in de verdere uitbouw van jouw leven. Dat zij de slachtoffers van het klimaat zullen zijn.
Wij Europeanen en Noord-Amerikanen leven in een zone die wat zal opwarmen, maar niet zo dramatisch veel. Probleem is dan - kijk naar wat de voorbije jaren al gebeurt - dat mensen uit de werelddelen die al onleefbaar zijn, migreren.
Je kan verwachten dat vluchtelingengolven die nog relatief klein zijn op dit moment, massaal kunnen worden. Wat doe je dan? Hou ze buiten, laat ze daar sterven. Massaal.
Je zou zeggen dat dit cynische projecten zijn, maar zowel Noord-Amerika als Europa heeft een nieuwe grenspolitiek die in de praktijk ervan uitgaat: hou ze buiten. Geef zelfs een bende bandieten in Libië wat geld om ze daar te laten creperen.
En er is nagenoeg geen politieke partij die daar echt kritisch tegenover staat. Integendeel, iedereen roept om meer grenzen. Hou ze buiten! Dat is, denk ik, een eerste zachte aanzet tot dat big dying out-scenario.”
Universalistisch denken
Als ik stel dat dit niet klinkt om vrolijk van te worden, ziet Rik toch een lichtpunt van schoon protest.
Rik: “Er is nog altijd een onderstroom. Je ziet het ook bij onze jeugd, niet alleen de klimaatjongeren, die door Covid een beetje teruggeslagen zijn. Je merkt dat een deel van de jongeren zegt dat hun toekomst is verdisconteerd, hen zelfs is afgenomen en daar iets aan wil doen.
Er is van onderuit van alles bezig en ik denk dat van onderuit de enige garantie is dat het zal lukken. Er zijn mensen die nieuwe hulpsystemen opzetten. Dat is een zeer positieve ontwikkeling.
Ik denk dat een deel van de mensen die ten tijde van Covid een zware terugslag kregen omdat massademonstraties niet meer konden met allerlei coöperatieve en andere initiatieven bezig zijn.
Dat is goed, niet meer zo naïef als het ‘wij gaan het hier even allemaal omgooien’ van de 68'ers.
Volgens mij, en daar ben ik de laatste tijd nogal wat over bezig, moeten we onder andere genezen van de koloniale manier van denken, die we in onze universalistische ideologieën hebben vormgegeven.
Aan de ene kant zou je kunnen zeggen - en dat is helemaal mijn onderzoeksgebied - dat je bepaalde aspecten van mens-zijn universeel kan terugvinden. Heel banale dingen zoals het feit dat we allemaal rechtop lopen.
Maar ik denk dat we, verder dan het banale, meer moeten bestuderen welke dingen universeel aanwezig zijn.
Als het over complexe en gesofisticeerde dingen gaat, zoals menselijke producten of menselijke keuzes, dan zal dat intensief bekeken moeten worden met vergelijkend onderzoek. Onderzoek dat in de sociale en de menswetenschappen nog altijd ondergewaardeerd wordt.
De hele psychologie is overdonderend psychologie van westerlingen en je kan zelfs zeggen: psychologie van voornamelijk universiteitsstudenten, omdat dat voor 90% of meer de groepen zijn waarop men experimenten gedaan heeft.
Die psychologie, ook de zogenaamd wetenschappelijke, is dus eigenlijk maar representatief voor een klein segmentje en hoe mag je zoiets veralgemenen?
Dat is niet universeel. Dat is universeel verklaard: ‘het zal dan wel zo zijn …’, ‘het is een feit dat…’. Voorzichtig daarmee! We hebben heel weinig serieus vergelijkend onderzoek.
Dat universalistisch denken vind je op een heel smalle manier terug in het neoliberalisme: wij hebben het gevonden en wat de anderen doen en dachten, dat is eigenlijk allemaal verleden tijd. Wij staan voor en we kunnen ze dus best allemaal gaan ontwikkelen.
Dat vertrekt vanuit een claim dat de dingen die wij gevonden hebben, universeel zijn en voor alle mensen gelden. Dat is de enige mogelijke weg. Dat is vooruitgang.
De meeste filosofen, Kant en consorten ook, verklaren gewoon dat het niet anders kan dan dat wat zij uitgedacht hebben voor alle mensen moet gelden. Is het feitelijk zo dat dat door alle mensen op dezelfde manier gezien, gevoeld, gedacht en gedeeld wordt?
Of is er een andere optie? Ik denk dat dat laatste meestal het geval is. Iets universeel verklaren is een politieke stap van één groep ten aanzien van die totaliteit en je doet alsof de wetenschap dat schraagt. Dat is gewoon niet zo.
Dat verblindt en leidt dus met het nog versmallende, economisch gestuurde ideologisch perspectief van neoliberalisme nu tot: ‘als we met wat cijfers erbij maar doorhollen, dan komt het zeker goed. Wij zijn tenslotte de eerste denkers van de mensheid’. Dat is de manier waarop veel voorzichtige wetenschap wordt voorgesteld en politiek ingezet.
Neen, we zijn maar één lijntje, en daarnaast zijn er andere. Hol een beetje minder, een beetje bescheidener, en probeer eens te luisteren.
Dat is een van mijn suggesties: ga zitten en probeer te luisteren. Je bent de zaak echt gevaarlijk aan het verknoeien! Als binnenkort de zesde extinctie massaal om zich heen begint te grijpen … Je moet geen onheilsprofeet zijn om dat te zien. Het is gaande.
Die wake-upcall die er toch echt wel is, niet alleen van de jongeren, ook van een aantal wetenschappers is allemaal goed, maar toch wordt dat niet of zeker onvoldoende gehoord.
Dat is een functie van die onaantastbare principes - zoals groei en het vooruitgangsidee - gesteund door het idee ‘we hebben een kennis die superieur is aan al de rest’, maar die eigenlijk fundamenteel ideologische principes zijn. Als je daar kritiek op hebt, word je weggezet als woke.
Nu, er is een voorzichtige kanteling, maar het is zo voorzichtig. Dus in dat opzicht is aan de oproep, die ik in Schoon protest deed, en die ik ondertussen nog blijf doen, natuurlijk nog te weinig gehoor gegeven.”
Het Ministerie voor de Toekomst
Rik: “Ik vermoed dat mensen niet alleen, of zeker niet in eerste instantie door harde cijfers, harde feiten of bewijzen overtuigd worden.
Een van de reacties die je dan bij grote groepen ziet, is onderzoeksresultaten te ontkennen of luisteren naar degene die zegt: ‘We gaan dat wel oplossen, laat het maar aan mij over’. De ecorealisten.
Dat is volgens mij voor een stuk te wijten aan het feit dat een heel herkenbare, bevattelijke metafoor of metaforen en verhalen ontbreken. Er beginnen er wel meer en meer te komen.
Een mooie, een beetje dystopische roman, vind ik, is een boek van sciencefictionschrijver Kim Robinson, dat nu ook naar het Nederlands vertaald is: Het Ministerie voor de Toekomst.
Het is een beetje 1984, maar dan vandaag. Hij heeft zich duidelijk goed geïnformeerd en verwerkt een aantal van de huidige problematieken.
Het economische en het politieke. Er is in het boek een machtige centrale bank van de Verenigde Staten, maar die gaat alleen over de dollar. Je hebt een even machtige Chinese centrale bank en die gaat natuurlijk alleen over de Chinese munt en de Chinese economie. Je hebt de Europese centrale bank die alleen over Europa en de Euro gaat.
Ook over de klimaatproblematiek is hij goed geïnformeerd. Een van de punten waar de Belgische klimatoloog Jean-Pascal Van Ypersele het bijvoorbeeld over had, is dat de mens al bij een korte tijd in een continue temperatuur van 41-42 graden Celsius stikt.
Robinson pikt dat op en schrijft dat in een miljoenenstad in India, een paar miljoen mensen op die manier stikt in een hittegolf.
Je kan dat zeer goed in scène zetten als romancier. Je toont hoe de mensen het eerst met airconditioning proberen, maar die valt uit en gaat allemaal naar de vaantjes. Er is dan een groot meer en iedereen probeert daarin af te koelen, maar na twee, drie dagen is dat meer gloeiend heet.
Dus de mensen ontploffen letterlijk, creperen massaal. Dat is natuurlijk een probleem en dat Ministerie voor de Toekomst, een UNO-organisatie in zijn verhaal, zou dit soort problematieken moeten voorzien en proberen oplossingen te verzinnen.
Als er dan vanuit India, dat ondertussen een regeringswissel heeft en in chaos verkeert, een aanklacht komt naar de wereld dat ze moeten stoppen met fossiele brandstoffen, dan is de westerse reactie - en dat kan ik me direct voorstellen: ‘hier is het nog goed te doen, het is jullie probleem, jullie onderontwikkelden’.
Robinson plaatst het verhaal ook in onze tijd waardoor hij het heel dichtbij brengt. Na die afweer van de rest van de wereld ten aanzien van hun probleem, zeggen zij: ‘Je wil niet luisteren, we gaan je doen luisteren’.
En dan zie je dat er groepjes zijn die met drones - en dat doet mij aan Oekraïne denken - de privéjets van een tweehonderdtal bankiers in de lucht laten ontploffen. Dan wordt de wereld plots wakker, dan wel.
Dan is het natuurlijk een heel proces. Er starten onderhandelingen van het Ministerie voor de Toekomst met de bankenwereld om ze te laten stoppen met de financiering van corporaties die te maken hebben met fossiele brandstof. Dat moet stoppen.
Eerst is de reactie van de centrale banken: wij zijn alleen verantwoordelijk voor de dollar, wij zijn alleen verantwoordelijk voor de Yen ... En ondertussen beschrijft Robinson allerlei psychologische processen die spelen.
Ook somt hij bladzijden lang reeksen commons op - waarvoor ik me ook al heel lang sterk maak - om te laten zien wat allemaal aan alternatieven bestaat en die plots belangrijker worden en erkend worden.
En dat allemaal samen in één roman. Zeer goed geschreven. En zo zullen we er nog krijgen in de plaats van wat nu dominant is in de media, filmindustrie en zeker en vast in de gamingwereld, waarbij het verhaal gaat over die ene goede, superieure die met onvoorstelbaar gesofisticeerd wapentuig al de rest kapot maakt.
Het aanbod daarvan is ultiem triestig, maar voor jongeren misschien toch wel een impactvol verhaal voor de beeldvorming van de competitie en het op magistrale en sensationele manieren alles uitschakelen wat niet jij bent.”
Tot slot wil ik van Rik weten of Kim Robinson met Het Ministerie voor de Toekomst een van de krachtigste vormen van schoon protest op dit moment voert?
Rik: “Ik denk dat het alleszins een belangrijke vorm is. En ik denk dat je zelfs zou kunnen zeggen dat E.T. een beetje een aanzet was, maar dat het figuurtje van E.T. geëxotiseerd is. Doe dat nu eens opnieuw met mensen op een aantrekkelijke manier, eerder dan dat soort van Rambo-idealisering. Dat moet toch kunnen. Daarvoor zijn dus meer verhalenschrijvers nodig.”
Schoon protest Want er is wel een alternatief van Rik Pinxten is verschenen bij EPO Uitgeverij, 2014, papeback, 286 pagina’s. Je kan Schoon protest hier online bestellen of via je lokale boekhandel.
Een vraag aan jou voordat je hier vertrekt …
Wat ons interesseert is wat de Re-stories die we maken met je doen. Het gaat niet alleen om bereiken, maar vooral om beraken.
Waar zie jij of lever je zelf vormen van schoon protest?
We horen het graag van je in de comments hieronder …