📖 Ontwikkelingsgericht onderwijs is hét antwoord op de problemen die het conservatieve onderwijs zelf creëert
Hans Schmidt is als leraar, directeur, pedagogisch begeleider al 45 jaar bezig met onderwijsvernieuwing. Hij stichtte ook de Gentse muziekbasisschool de Wonderfluit. Hij is auteur van verschillende boeken waaronder School? LeerKazerne of leerThuis en Is Ons Onderwijs Gebuisd? dat hij samen met negen onderwijsexperts maakte. Momenteel schrijft hij aan Onderwijs moet humaniseren. Punt!. Hans is overtuigd dat onderwijs op de eerste plaats maatschappij-vormend moet zijn. En niet louter maatschappij-volgend, wat het steeds meer is. Heel dat puur economisch redeneren heeft als gevolg dat men pedagogisch-didactisch vertrekt vanuit het axioma dat elke leerling op hetzelfde moment de vooraf bepaalde eindstreep moet halen. Maar onderwijs is geen Ronde van Frankrijk stelt Hans: “Wie ontwikkelingsgericht denkt, stapt af van vooraf getimede eindmeten. Elke leerling wordt stap per stap vooruit geholpen. Cruciaal daarvoor is het basisvertrouwen in leerkrachten.”
Onlangs vroeg een ervaren onderwijsdeskundige me: “Hans, jij gaf in je klas toch degelijke instructie, gevolgd door oefeningen die je samen met de leerlingen besprak? Was dat niet voldoende om te weten welke leerlingen het begrepen hadden en welke je nog moest remediëren? Is het dan nodig extra toetsen, testen, examens te geven om dan alleen de scores te rapporteren en er, in vele gevallen, verder niks remediërends mee aan te vangen?”
Ik antwoordde hem dat hij volkomen gelijk had. Dat ik toetsen, testen en examens geven enkel deed omdat ons onderwijs vraagt om als school ouders een ontegensprekelijk bewijs van de eindbeslissing over hun kind mee te geven.
Het wekt bij ouders, en jammer genoeg ook nog te veel leerkrachten, de illusie dat je kennis, competentie, vaardigheden en attitudes door toetsing puur wiskundig - en daarmee zogezegd objectief - kan uitdrukken.
De coronacrisis wordt aangegrepen om de schrik die ouders al vaak hebben voor het niet slagen van hun kinderen nog wat aan te wakkeren.
Angst voor het niet slagen doordat er misschien geen examen meer is.
Angst voor het niet slagen in de nog gegeven testen door beperkte instructie online.
Angst voor het niet slagen in het volgend schooljaar door een stuk leerstof dat niet gezien is.
Angst dat een klassenraad subjectief beslist en hun kind - om god weet wat voor reden - kansen ontneemt.
Het zijn begrijpelijke angsten die allemaal wortelen in een totaal verkeerd beeld van wat school is of wat school zou moeten zijn. Maar bovenal in het vasthouden aan wat school juist niet mag zijn: een serre waarin alle plantjes tegelijk geoogst moeten worden.
Heel dat economisch gerichte pedagogisch redeneren vertrekt vanuit het axioma dat elke leerling op hetzelfde moment de vooraf bepaalde eindstreep moet halen.
Een onderwijssysteem dat leerlingen niet ziet als jongeren in permanente evolutie, maar als leerarbeiders in een diplomafabriek waarbij iedereen dezelfde prestatie moet leveren voor hetzelfde ‘loon’. Een IT-bedrijf waarin kinderen en jongeren gelijktijdig geprogrammeerd worden.
‘Une l’école kazerne’, zoals Freinet het zo mooi zei.
Neen, zo werkt het niet. Onderwijs is geen Ronde van Frankrijk waarbij je in elke etappe binnen de gestelde tijd de eindmeet moet halen om de volgende etappe te mogen starten.
Dat bepaalde onderwijsdeskundigen uit de beslissing van het GO om geen eindexamens te geven afleiden dat daarmee alle ‘macht’ aan de klassenraden wordt gegeven en de deur openzet om ad libitum een beslissing te nemen, is kwetsend voor leerkrachten. Het is een teken dat zij de leerkrachten niet echt au sérieux nemen en wantrouwen.
Als een onderwijzer of een titularis secundair onderwijs aan de paasvakantie nog niet weet of zijn leerlingen in de juiste richting zitten en de bekwaamheid hebben om te slagen, dan is er iets grondig mis met ons onderwijssysteem.
Geen nood, het is een gegeven dat het overgrote deel van de betrokken leerkrachten dit wel goed weet en dus een juiste beslissing kan en mag nemen.
We moeten ons zeer ernstig de vraag stellen of permanente formatieve evaluatie waarbij houding, inzet, dagelijks werk, huiswerk, steekproeven en alle andere opdrachten in kaart worden gebracht niet veel meer zeggen dan dat ene examenmoment.
Een moment dat er een kan zijn van hoofdpijn, een slechte dag, zware tegenslag thuis, grote ruzie op school, problemen met het begrijpen van de geschreven vraagstelling. Zo’n momentopname kan nooit objectief zijn. Het verschil maken. De doorslag geven.
Iedereen weet dat een test die vandaag wordt afgenomen morgen een ander resultaat kan hebben. Iedereen weet dat slagen voor een examen geen bewijs is van het echt begrijpen en kunnen toepassen van de leerstof: Ons toets- en examensysteem is immers gebaseerd op het ridicule gegeven dat 50% van wat men je geleerd heeft kennen en kunnen, volstaat om er door te zijn.
Zeer veel leerkrachten zien dat gelukkig in.
Ik hoop dat alle onderwijsverstrekkers met gezond verstand ons blijvend besparen van het door testen, toetsen, tentamens en centrale examens gebiologeerde Angelsaksische onderwijsmodel, waarbij de kwaliteit van een school afgemeten wordt aan de waarde die een leerling later heeft voor het BNP van het land.
Het wordt hoog tijd dat we - en dat gebeurt ook op veel plaatsen - gaan beseffen dat ontwikkelingsgericht onderwijs hét antwoord is op de zovele problemen die het conservatieve onderwijs zelf creëert. Cruciaal daarvoor is het basisvertrouwen van ouders in leerkrachten.
Waar ontwikkelingsgericht gewerkt wordt, is er voortdurend overleg met collega’s. Op het einde van een schooljaar wordt met de titularis van de volgende klas overlegd welke leerstof wel en welke niet is aangebracht.
Zo wordt een noodzakelijk deel van het leerpakket dat door omstandigheden niet is gezien het volgende jaar aangebracht. Soms ook gebeurt het dat een knappe groep al een deel van het volgende jaar verwerkte. Waarom zou dat dan nog eens gegeven moeten worden?
Maar ik heb in het coraona-onderwijsdebat nog geen enkele pedagoog en onderwijsdeskundige horen zeggen dat wat vandaag niet gegeven is morgen gegeven kan worden. Het lijkt of je hopeloos verloren bent en een onhaalbare achterstand oploopt als je bepaalde delen van de leerstof op het vooraf bepaalde moment niet hebt verwerkt.
Wie ontwikkelingsgericht denkt, stapt af van vooraf getimede eindmeten. Elke leerling wordt stap per stap vooruit geholpen rekening houdend met zijn aanleg. Zijn ontwikkelingsniveau. Zijn sociale afkomst. Zijn culturele bagage. Kortom zijn hele concrete leefsituatie.
Deze manier van onderwijzen schakelt ook de paniek uit van het niet verwerven van een deel van de leerstof. Hoe kan men nu denken dat drie maanden - waarvan 14 dagen vakantie - op een schoolcarrière van twaalf jaar een niet meer te vullen lacune zou veroorzaken?
De beslissing van de koepels om geen examens te geven of om de scholen daarin vrij te laten is dan ook de juiste. Al het andere is ware pedagogie opzij schuiven uit schrik voor een steeds groter wordende cultuur van verantwoording afleggen en zich veilig stellen.
Veilig tegenover ouders die niet begrijpen waar onderwijs wezenlijk voor dient: “Het samen met gedreven leerkrachten, participatief op zoek gaan naar de beste ontwikkelingskansen van een kind.”
Noch de critici, noch de conservatieve politici zullen deze pedagogische revolutie die al jaren aan de gang is en die het kind, en niet de in te prenten leerstof, centraal stelt nog kunnen tegenhouden.