📖 Deze doener wil met slow-déco een lokaal en duurzaam alternatief bieden voor de grote bekende decoratie- en meubelwinkels
In alle stilte staan in Wallonië en Brussel veel jonge Franstalige ondernemers op die van ondernemen een echte ‘positive sum game’ maken en die, zonder het altijd zelf te beseffen volop de principes huldigen van de zebrabedrijven, waarvan wij vinden dat ze de pioniers zijn op weg naar een duurzame transitie en een andere economische toekomst. Zo heeft Ecopreneur-Belgium al 64 voornamelijk Franstalige leden uit meer dan tien sectoren. Ook Laura-Chance Ghaye heeft met MOBE een bedrijfje opgericht dat ‘beter voor mij’ en ‘beter voor de wereld’ hand in hand laat gaan. “Ondernemen en ethische waarden zijn voor mij onlosmakelijk met elkaar verbonden.”
Laura-Chance Ghaye combineert een job als marketingcoördinator bij het Rode Kruis met het leiden van de start-up MOBE. “Ik keek al langer met enige verbazing naar de manier waarop fast fashion ons leven domineert”, zegt ze.
“Voor ‘fast déco’ geldt eigenlijk hetzelfde. We kopen en kopen maar. Consumptie lijkt een doel op zich geworden. Tijd nemen om ons daar vragen bij te stellen, lijken we niet meer te doen.
Hebben we al die kleren en spullen echt nodig? Is het niet raar dat we ze zo goedkoop kunnen aanschaffen? En dat ze toch eerst blijkbaar de zeven wereldzeeën moeten over varen om tot bij ons te komen?
Ik heb mijn bedrijf opgericht met de bedoeling om een alternatief te bieden voor de grote bekende decoratie- en meubelwinkels, en om iedereen de kans te bieden op een laagdrempelige manier lokale en duurzame producten te kopen om zijn interieur te verfraaien.
Als ik nu de inspanningen zie die een keten als Ikea doet om bijvoorbeeld ook de kans te bieden om oude meubelen terug binnen te brengen, kan ik niet anders dan concluderen dat het momentum goed gekozen is.
Ik combineer mijn start-up inderdaad nog met een vaste job bij het Rode Kruis. Ook omdat ik ontzettend leergierig ben en graag met verschillende dingen tegelijk bezig ben.
De waarden van het Rode Kruis en van mijn bedrijf zijn in ieder geval erg gelijklopend. We voeren ethiek hoog in het vaandel. Ik ben ervan overtuigd dat dit in elke organisatie de komende jaren meer en meer een noodzaak zal zijn. Of ik beide jobs zal kunnen blijven combineren, zal de toekomst moeten uitwijzen.”
Lokale grondstoffen
Laura-Chance Ghaye stipt aan dat onder meer Hannun in Spanje en Camif in Frankrijk inspiratiebronnen voor haar zijn geweest. “Hun concept is niet helemaal hetzelfde, maar er zijn veel gelijkenissen”, zegt ze.
“Ik wilde absoluut met hout werken als basis, omdat het een natuurlijk materiaal is van hoogstaande kwaliteit dat lang meegaat en dat ook lokaal voldoende aanwezig is.
De eerste collectie tafeltjes, die op de markt zijn gebracht onder de merknaam Iris, is geproduceerd met hout uit het Zoniënwoud. Ik ben rond de tafel gaan zitten met de coöperatieve Sonian Wood Coop om te bekijken welke houtsoort het best beantwoordt aan waar MOBE voor wil staan.
Die coöperatieve staat ook in voor het kappen van de bomen en voor het ecologisch op peil houden van het bos. Het beukenhout uit het Zoniënwoud beantwoordt perfect aan wat we willen en de productie van de collectie gebeurt binnen een straal van 35 kilometer rond de Brusselse Grote Markt.
Dat illustreert dat het concept van de korte keten niet enkel in de voedingssector mogelijk is. De fabrikanten met wie we werken moeten wel aan onze strenge selectiecriteria voldoen. Ze moeten werken met natuurlijke en duurzame materialen in een tijdloze stijl.
Het is immers van groot belang om het gangbare idee van snel produceren, snel consumeren en dan weggooien te doorbreken. Hoe meer ondernemers dat doen, hoe groter de kans dat we gaan inzien dat een andere economie echt mogelijk is.”
Nog klanten genoeg te overtuigen van lokale meerwaarde
Het is niet omdat het model van MOBE gericht is op duurzaamheid en op ‘verstandig en minder consumeren’, zoals dat ook wordt gepromoot door iemand als Tara Button in haar boek A life les throwaway en op haar site Buy Me Once, dat Laura-Chance Ghaye geen groeimogelijkheden ziet.
“Tijdens de pandemie heeft iedereen aan den lijve ondervonden hoe belangrijk het is om een warme en gezellige thuis te hebben. Nog meer dan vroeger hebben consumenten daar zeker centen voor veil.
Het is onze taak om duidelijk te maken dat ze die dus ook kunnen besteden aan producten van bij ons.
Ik ben ervan overtuigd dat we nog heel veel mensen kunnen overtuigen om voor lokale producten te kiezen.
Maar de voorwaarde is wel dat ons aanbod voldoende breed en gevarieerd is. Uiteindelijk willen we met MOBE een zo breed mogelijk gamma aanbieden van duurzame en ethisch vervaardigde producten tegen een correcte prijs.
Ik heb in ieder geval al een lijst opgemaakt van een honderdtal potentiële fabrikanten en leveranciers. Naast de IRIS-collectie bieden we in onze e-shop nu een zestigtal producten aan. Stuk voor stuk zijn ze ook lokaal geproduceerd en duurzaam.
Geleidelijk aan het gamma meer diversifiëren staat voor mij gelijk met het bieden van kansen aan consumenten om al hun interieuraankopen te verduurzamen én met het bieden van kansen aan lokale leveranciers om via MOBE een afzetmarkt te vinden voor wat ze maken.”
Lokale distributie
Laura-Chance Ghaye zweert niet alleen bij lokale productie, maar ook bij lokale distributie. “Lokaal is echt de rode draad in onze filosofie. Al onze producten worden in België gemaakt en willen we ook enkel in ons land verkopen. Het heeft geen zin om weer voor een hogere voetafdruk te zorgen door ze ook in bijvoorbeeld Frankrijk aan te bieden. Lokale mensen kunnen daar ook voor de lokale markt producten maken.
Ik stel trouwens tot mijn grote tevredenheid vast dat de respons op ons aanbod enorm groot is, ondanks het feit dat ik daar nog niet echt veel over gecommuniceerd heb.
Mede dankzij de zeer goede begeleiding die ik heb gekregen van incubator Start.LAB heb ik duidelijke prioriteiten leren stellen en ben ik zeker dat ik niet de fout heb begaan die veel andere start-ups maken: te snel gaan. MOBE staat voor slow-déco en dan zou ik mijn eigen principes verloochenen als ik hemel en aarde zou bewegen om snel te groeien.
Daarom heb ik vooralsnog ook niet gezocht naar externe financiers. Dat kan eventueel later als blijkt dat de Iris-collectie echt aanslaat en er ook voldoende belangstelling is voor de andere interieurproducten die nu in het gamma zijn opgenomen.
Succes voor een start-up is voor mij niet verankerd in een opeenvolging van geslaagde kapitaalrondes zoals ik al te vaak rond mij zie. Voor mij betekent succes volop voor je waarden kunnen gaan en op die manier effectief tonen dat ondernemen en zorg dragen voor het milieu perfect hand in hand kunnen gaan.
Ik ben me er overigens ook heel goed van bewust dat de tijd voorbij is dat je als bezieler van een start-up geacht werd om tachtig of negentig uur per week te werken. Ik wil mezelf niet opzadelen met een burn-out. Ik wil ook leven.
Wat voor mij als ondernemer ook bijzonder waardevol is, zijn de contacten met start-ups met een gelijkaardige filosofie, zoals Walden Project, Kazidomi en Bees Coop.
Ik vind het een hoopgevend signaal dat ondernemende leeftijdsgenoten stilaan de conventies aan het doorbreken zijn die in de start-upwereld lange tijd heilige huisjes leken. Zo bewijzen we dat een andere economie, die ethiek en respect voor de mens het meest in het vaandel voert, wel degelijk mogelijk is.”
Een vraag voordat je hier vertrekt …
Wat ons interesseert is wat de Re-stories die we maken met jou doen!
Ken jij voorbeelden van ondernemers die de filosofie van de korte keten toepassen? Of ken je andere jonge ondernemers die er duidelijk voor hebben gekozen om ‘beter voor mij’ en ‘beter voor de wereld’ hand in hand te laten gaan?
Zet hen in een comment hieronder in de spotlight!